Over dit hoofdstuk/artikel

Lily Hunter

over Hanna Elkan


+
Lily Hunter (1973) is als neerlandica verbonden aan het Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis.

Over dit hoofdstuk/artikel

Rob Schouten

over E.B. de Bruyn


+
Rob Schouten (1954) is dichter, criticus, columnist en redacteur van het dagblad Trouw.

Over dit hoofdstuk/artikel

Peter Janzen

Frans Oerlemans

over A.L.H. Ising


+
Frans Oerlemans, neerlandicus, en Peter Janzen, historicus, schreven eerder in De Parelduiker over Jacques Perk, Willem Kloos, Charles van Deventer en Willem Paap.
1
De briefwisseling tussen Frederik van Eeden en Lodewijk van Deyssel, ed. H.W. van Tricht en H.G.M. Prick (1981), p. 91.
2
De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr. 1883-1904, ed. H.G.M. Prick (1968).
3
Idem, p. 67. Brief gedateerd 8 februari 1888.
4
Ising-archief, Universiteitsbibliotheek Amsterdam (uba), sign. Bv 8 en 9.
5
Archief Gymnasium Haganum, Gemeentearchief Den Haag, sign. 542 nr. 39.
6
Archief van de Toneelschool te Amsterdam, Theater Instituut Nederland, Amsterdam, sign. 16:d.
7
Idem, sign. 1:f.
8
Ising-archief, uba, sign. Bv 10.
9
Idem, sign. Bv 11.
10
J.H. Rössing, De Koninklijke Vereeniging het Nederlandsch Toneel. Bijdrage tot de geschiedenis van het tooneel in Nederland, gedurende meer dan een halve eeuw (1916), p. 48 e.v.
11
Het Nederlandsch Tooneel, 9e jrg. 1879-1880, p. 60.
12
Universiteitsbibliotheek Leiden (ubl), sign. ltk 1721.
13
Ising-archief, uba, sign. Bv 27. Brief uit oktober 1895.
14
Archief van de Toneelschool te Amsterdam, Theater Instituut Nederland, Amsterdam, sign. brievencollectie Ising. Zie ook: B. Geeraedts, ‘Een bittere pil’, in: Toneel Theatraal, nummer 1, jan. 1992, p. 28.
15
Taco H. de Beer in: De Prins, 2 juli 1904.
16
P. Post, ‘Het toneel in scène gezet: J.J. Cremers roman Tooneelspelers (1876).’, in: Literaruur, jrg. 7 (1990) nr. 4, p. 213 e.v.
17
Rössing, p. 65. Dit predikaat werd in 1882 verleend.
18
Zie bijvoorbeeld het Algemeen Handelsblad van 12 april 1879 en Het Nieuws van den Dag van 4 februari 1879. Beide artikelen bevinden zich in het archief-Josephine de Groot van het Theater Instituut te Amsterdam.
19
Van der Goes-archief, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (iisg), sign. 818.
20
M.B. Mendes da Costa, Tooneel-Herinneringen (1900), p. 245.
21
Idem, p. 242.
22
Mendes da Costa-archief, uba, sign, xx k2/51. Brief van Erens gedateerd 6 augustus 1927.
23
Zie noot 20.
24
‘Uit het leven van Jacques Perk. Brieven van hem zelf aan Ch.M. van Deventer.’, in: De Gids 1916, deel iii, p.208.
25
G. Stuiveling, Jacques Perk. Brieven en documenten (1959), p. 138. Briefkaartje van Van der Goes aan Perk, gedateerd 9 mei 1878.
26
G. Stuiveling, Jacques Perk. Proeven in dicht en ondicht (1958), p. 245.
27
H.G.M. Prick, In zekerheid van eigen heerlijkheid. Het leven van Lodewijk van Deyssel tot 1890 (1997), p. 433 e.v.
28
Van der Goes-archief, iisg, sign. 817. Brief gedateerd 21 mei 1883.
29
Idem. Gedateerd 10 juni 1883.
30
Idem. Gedateerd 16 juli 1884.
31
Lod. van Deyssel, Gedenkschriften. Deel i, ed. H.G.M. Prick (1962), p. 255.
32
Van der Goes-archief, iisg, sign. 817. Brief gedateerd 9 augustus 1884.
33
F. Erens, Vervlogen jaren, ed. H.G.M. Prick (1989), p. 280.
34
Gemeentearchief Utrecht. Willemijntje Otte, geboren 2 januari 1862, komt op 21 november 1881 uit Maartensdijk naar Utrecht. Op 19 juni 1885 uitgeschreven naar Amsterdam. Prick noemt haat consequent Otten. In het gemeentearchief van Amsterdam staat zij op verschillende adressen steeds ingeschreven als Otte. Op haar overlijdensakte echter schrijft de ambtenaar in 1923: Willemijntje Otten, geboren te Maartensdijk, dochter van Frederik Otten en Aaltje van der Kieft. In 1909 schrijft Mina een verjaardagskaartje aan Frank van der Goes. Zij ondertekent met M. Ising-Otte. (Van der Goes-archief, iisg, sign. 817)
35
Zie noor 2, p. 84. Brief van 21 september 1888.
36
Idem, p.25. Brief van 9 december 1885. De eerste keer dat Ising aan Van Deyssel over Mina schrijft.
37
Ising-archief, uba, sign. Bv 14h. Brief van de moeder van Arnold gedateerd 4 juni 1896.
38
Ch. Vergeer, Toen werden schoot en boezem lekkernij. Erotiek van de Tachtigers (1990), p. 63.
39
Ising-archief, uba, sign. Bv 65b. Brief gedateerd 13 april 1888.
40
Idem, sign. Bv 28b. Brief gedateerd 27 mei (Hemelvaartsdag) 1897.
41
J. Royaards-Sandberg, Herinneringen (1979), p. 33.
42
H. Goedkoop, Geluk. Het leven van Herman Heijermans (1996), p. 67 en 68.
43
Witsen-archief, Koninklijke Bibliotheek Den Haag (kb), sign. 75C51. Brief gedateerd 5 februari 1894.
44
Idem. Brief gedateerd 16 mei 1896.
45
Ising-archief, uba, sign. Bv 57. Brief gedateerd 3 februari 1889.
46
Zie hierover De Amsterdammer van 5 december 1880. De ‘toneelbonzen’ van die dagen ontvingen van de secretaris Arnold Ising jr. bericht over dit initiatief.
47
Flanor-archief, uba, sign, Au 10.
48
Zie noot 2, p. 295. Brief gedateerd 2 mei 1899.
49
Idem, p. 320. Brief gedateerd 15 oktober 1902.
50
Ising-archief, uba, sign. Bv 13c. Brief gedateerd 27 november 1902.
51
Zie noot 2, p. 329. Brief van Ten Bokkel aan Van Deyssel gedateerd 30 juni 1904.
52
Zie noot 33, p. 282.
53
Van der Goes-archief, iisg, sign. 700. Brief gedateerd 29 juli 1903.
54
Ising-archief, uba, sign. Bv 47j. Briefkaart afgestempeld 24 juni 1904.
55
Zie noot 2.
56
Het Nieuws van den Dag van 4 juli 1904.
57
Zie noot 2, p. 335. Brief gedateerd 20 november 1904.
58
Witsen-archief, kb, sign. 75C51.
59
Zie noot 33, p. 282 en 283.
60
Volgens gegevens uit het archief van Nieuw Eykenduynen.

Over dit hoofdstuk/artikel

Peter Janzen

Frans Oerlemans

over A.L.H. Ising


+
Frans Oerlemans, neerlandicus, en Peter Janzen, historicus, schreven eerder in De Parelduiker over Jacques Perk, Willem Kloos, Charles van Deventer en Willem Paap.
1
De briefwisseling tussen Frederik van Eeden en Lodewijk van Deyssel, ed. H.W. van Tricht en H.G.M. Prick (1981), p. 91.
2
De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr. 1883-1904, ed. H.G.M. Prick (1968).
3
Idem, p. 67. Brief gedateerd 8 februari 1888.
4
Ising-archief, Universiteitsbibliotheek Amsterdam (uba), sign. Bv 8 en 9.
5
Archief Gymnasium Haganum, Gemeentearchief Den Haag, sign. 542 nr. 39.
6
Archief van de Toneelschool te Amsterdam, Theater Instituut Nederland, Amsterdam, sign. 16:d.
7
Idem, sign. 1:f.
8
Ising-archief, uba, sign. Bv 10.
9
Idem, sign. Bv 11.
10
J.H. Rössing, De Koninklijke Vereeniging het Nederlandsch Toneel. Bijdrage tot de geschiedenis van het tooneel in Nederland, gedurende meer dan een halve eeuw (1916), p. 48 e.v.
11
Het Nederlandsch Tooneel, 9e jrg. 1879-1880, p. 60.
12
Universiteitsbibliotheek Leiden (ubl), sign. ltk 1721.
13
Ising-archief, uba, sign. Bv 27. Brief uit oktober 1895.
14
Archief van de Toneelschool te Amsterdam, Theater Instituut Nederland, Amsterdam, sign. brievencollectie Ising. Zie ook: B. Geeraedts, ‘Een bittere pil’, in: Toneel Theatraal, nummer 1, jan. 1992, p. 28.
15
Taco H. de Beer in: De Prins, 2 juli 1904.
16
P. Post, ‘Het toneel in scène gezet: J.J. Cremers roman Tooneelspelers (1876).’, in: Literaruur, jrg. 7 (1990) nr. 4, p. 213 e.v.
17
Rössing, p. 65. Dit predikaat werd in 1882 verleend.
18
Zie bijvoorbeeld het Algemeen Handelsblad van 12 april 1879 en Het Nieuws van den Dag van 4 februari 1879. Beide artikelen bevinden zich in het archief-Josephine de Groot van het Theater Instituut te Amsterdam.
19
Van der Goes-archief, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (iisg), sign. 818.
20
M.B. Mendes da Costa, Tooneel-Herinneringen (1900), p. 245.
21
Idem, p. 242.
22
Mendes da Costa-archief, uba, sign, xx k2/51. Brief van Erens gedateerd 6 augustus 1927.
23
Zie noot 20.
24
‘Uit het leven van Jacques Perk. Brieven van hem zelf aan Ch.M. van Deventer.’, in: De Gids 1916, deel iii, p.208.
25
G. Stuiveling, Jacques Perk. Brieven en documenten (1959), p. 138. Briefkaartje van Van der Goes aan Perk, gedateerd 9 mei 1878.
26
G. Stuiveling, Jacques Perk. Proeven in dicht en ondicht (1958), p. 245.
27
H.G.M. Prick, In zekerheid van eigen heerlijkheid. Het leven van Lodewijk van Deyssel tot 1890 (1997), p. 433 e.v.
28
Van der Goes-archief, iisg, sign. 817. Brief gedateerd 21 mei 1883.
29
Idem. Gedateerd 10 juni 1883.
30
Idem. Gedateerd 16 juli 1884.
31
Lod. van Deyssel, Gedenkschriften. Deel i, ed. H.G.M. Prick (1962), p. 255.
32
Van der Goes-archief, iisg, sign. 817. Brief gedateerd 9 augustus 1884.
33
F. Erens, Vervlogen jaren, ed. H.G.M. Prick (1989), p. 280.
34
Gemeentearchief Utrecht. Willemijntje Otte, geboren 2 januari 1862, komt op 21 november 1881 uit Maartensdijk naar Utrecht. Op 19 juni 1885 uitgeschreven naar Amsterdam. Prick noemt haat consequent Otten. In het gemeentearchief van Amsterdam staat zij op verschillende adressen steeds ingeschreven als Otte. Op haar overlijdensakte echter schrijft de ambtenaar in 1923: Willemijntje Otten, geboren te Maartensdijk, dochter van Frederik Otten en Aaltje van der Kieft. In 1909 schrijft Mina een verjaardagskaartje aan Frank van der Goes. Zij ondertekent met M. Ising-Otte. (Van der Goes-archief, iisg, sign. 817)
35
Zie noor 2, p. 84. Brief van 21 september 1888.
36
Idem, p.25. Brief van 9 december 1885. De eerste keer dat Ising aan Van Deyssel over Mina schrijft.
37
Ising-archief, uba, sign. Bv 14h. Brief van de moeder van Arnold gedateerd 4 juni 1896.
38
Ch. Vergeer, Toen werden schoot en boezem lekkernij. Erotiek van de Tachtigers (1990), p. 63.
39
Ising-archief, uba, sign. Bv 65b. Brief gedateerd 13 april 1888.
40
Idem, sign. Bv 28b. Brief gedateerd 27 mei (Hemelvaartsdag) 1897.
41
J. Royaards-Sandberg, Herinneringen (1979), p. 33.
42
H. Goedkoop, Geluk. Het leven van Herman Heijermans (1996), p. 67 en 68.
43
Witsen-archief, Koninklijke Bibliotheek Den Haag (kb), sign. 75C51. Brief gedateerd 5 februari 1894.
44
Idem. Brief gedateerd 16 mei 1896.
45
Ising-archief, uba, sign. Bv 57. Brief gedateerd 3 februari 1889.
46
Zie hierover De Amsterdammer van 5 december 1880. De ‘toneelbonzen’ van die dagen ontvingen van de secretaris Arnold Ising jr. bericht over dit initiatief.
47
Flanor-archief, uba, sign, Au 10.
48
Zie noot 2, p. 295. Brief gedateerd 2 mei 1899.
49
Idem, p. 320. Brief gedateerd 15 oktober 1902.
50
Ising-archief, uba, sign. Bv 13c. Brief gedateerd 27 november 1902.
51
Zie noot 2, p. 329. Brief van Ten Bokkel aan Van Deyssel gedateerd 30 juni 1904.
52
Zie noot 33, p. 282.
53
Van der Goes-archief, iisg, sign. 700. Brief gedateerd 29 juli 1903.
54
Ising-archief, uba, sign. Bv 47j. Briefkaart afgestempeld 24 juni 1904.
55
Zie noot 2.
56
Het Nieuws van den Dag van 4 juli 1904.
57
Zie noot 2, p. 335. Brief gedateerd 20 november 1904.
58
Witsen-archief, kb, sign. 75C51.
59
Zie noot 33, p. 282 en 283.
60
Volgens gegevens uit het archief van Nieuw Eykenduynen.

Over dit hoofdstuk/artikel

Ronald Spoor

Kees Verheul

over E. du Perron


Over dit hoofdstuk/artikel

Jos van Waterschoot

over Multatuli


Over dit hoofdstuk/artikel

Jos van Waterschoot

over Multatuli


Over dit hoofdstuk/artikel

Lisette Lewin

over Herman Heijermans

over Herman Heijermans sr.


22 maart 1898

9 februari 1900


+
Lisette Lewin is schrijfster.
1
Voor een biografisch stuk in het nog te verschijnen boek ter nagedachtenis van de historicus, biograaf en Parelduiker-redacteur E.W.A. Henssen, die op zo februari 1999 op 48-jarige leeftijd overleed.
2
Zie ook Hans Goedkoop, Geluk. Het leven van Herman Heijermans (1996). Voor data en achtergrondgegevens heb ik dankbaar van deze studie gebruikgemaakt.
3
Dr. L. Heijermans, ‘De ontwikkelingsjaren van den schrijver Herman Heijermans’, in: De Socialistische Gids. Maandschrift der Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, jaargang xix, no. 11, november 1934, p. 769-777.
4
Clara stierf tegen het eind van de oorlog in het concentratiekamp Theresienstadt.
5
Onder hen de schrijfster Ida Heijermans. Hans Goedkoop noemt de jongste – de enige die ik heb gekend – consequent Heleen, maar ze heette Hélène (‘tante Len’).
6
In 1902, bijna tachtig jaar oud, schreef hij zijn memoires, die pas in 1949 – lang na de dood van vader en zoon – sterk bekort zijn uitgegeven als Uit de herinneringen van een oude journalist, met een inleiding van dr. F.K.H. Kossmann.
7
Ook zijn zoon Herman zorgde ervoor er altijd keurig als een heer uit te zien. In de familie heerste dan ook diepe verontwaardiging toen op de televisie een musical over zijn leven werd vertoond, waarin een figuur die de schrijver moest verbeelden, rondsprong in werkmanskledij met pet op. Vermoedelijk hebben de makers een foto verkeerd opgevat, die werd gemaakt toen de schrijver in Berlijn een reportage onder daklozen maakte en daar niet wilde opvallen.
8
Later verschenen de ‘Falklandjes’ elke zaterdag in het Algemeen Handelsblad. In totaal zijn het er zeshonderdzestig, gebundeld in achttien delen.
9
Goedkoop, Geluk, p. 103 (met noot 118 op p. 451) en voorts p. 455-456 (noot 43).
10
Annie Heijermans-Jurgens, Herman Heijermans’ laatste levensjaren (1965). In Op Hoop van Zegen sloft de beklagenswaardige Kniertje, als ze hoort dat haar twee zoons verdronken zijn, versuft de planken af met een pan die ze van de redersvrouw heeft gekregen. Hans Goedkoop houdt het hardnekkig op ‘een pannetje soep’ en beklaagt Esther de Boer-van Rijk dat zij voor de ‘vijfhonderd-zoveelste keer’ met haar ‘pan soep’ moet wegsloffen. Maar het ís geen soep; ’t zijn ‘kòùwe kotelette’!
11
Het huwelijk was eigenlijk een mésalliance en zou beiden ongelukkig maken in een dramatische liefdehaatverhouding; lees ook Goedkoop, Geluk.
12
Mijn vader Herman Heijermans. Leven naast noem door zijn oudste dochter Hermine Heijermans (1973). In mijn exemplaar schreef deze opmerkelijke dame: ‘Voor ’t nichtje Lisette Lewin van haar autoritaire en sex-begaafde familielid en schrijfster van dit boek, Hermine Heijermans.’
13
René Spork, Céline in Nederland (1994).

Over dit hoofdstuk/artikel

Rob Delvigne

over A. Roland Holst

over J.C. Bloem

over Erich Wichman


over Utrecht


+
Rob Delvigne (1948) schreef eerder in De Parelduiker over Willem Frederik Hermans, Gerard Reve en Jacob Israël de Haan.
1
Martin Koomen, Een man van letters (1999), p. 116.
2
A. Roland Holst, ‘Eigen achtergronden’ (1944).
3
A. Roland Holst, Brieven aan Marius Brinkgreve (1981), p. 161.
4
Jan van der Vegt, Adriaan Roland Holst (1988), p. 25.
5
Brieven, p. 213. Vrijwel dezelfde lezing, maar dan getiteld ‘Het socialisme en de schoonheid’, hield hij een jaar later voor de Vrijzinnig Christelijke Studenten Vereeniging, ook in Utrecht; zie de Vox van 25 maart 1915.
6
Geciteerd in Geest, koolzuur en zijk. Briefwisseling van Erich Wichman, ed. F.J. Haffmans (1999), p. 12.
7
Brief van Jacques Vos aan Henk van Gelre, 11 februari 1959; archief-Wichman, Centraal Museum Utrecht (inv.nr. 33 nr. 27).
8
Aan Henk van Gelre in 1959; archief-Wichman (inv.nr. 33 nr. 116).
9
Ego Flos, Ode (1980); ook in Erich Wichman 1890-1929 (1983) p. 28, naar het handschrift uit de collectie-Arthur Lehning.
10
C.A. Schilp in Jaarboek Oud-Utrecht (1979), p. 133.
11
A.L. Sötemann, Een dichter en zijn wereld; over J.C. Bloem (1994). p. 76-111.
12
J.C. Bloem, Brieven aan P.N. van Eyck (1980), p. 40.
13
Door H.T.M. van Vliet gepubliceerd in De Parelduiker 99/3, p. 62-63.
14
Geest, koolzuur en zijk, p. 178.
15
In 1930 in De Gids gepubliceerd.

Over dit hoofdstuk/artikel

Jan Paul Hinrichs

over Daniil Charms


+
Jan Paul Hinrichs (1956) is vakreferent Slavische Letteren aan de Leidse Universiteitsbibliotheek. Hij publiceerde vertalingen uit het werk van Daniil Charms in de bundel Ik zat op het dak (1999).