Over dit hoofdstuk/artikel

Frank Rutten

over Jean Cocteau


1
Richard van Bilsen, ‘Alex de Haas’ Nederlands Cabaret Homepage (www.zwartekat.nl/haas). Meer biografische informatie geeft: Wim Ibo, ‘Nederveen, Alexander (1896-1973)’, in Biografisch Woordenboek van Nederland, deel 2 (Den Haag 1985), p. 400-401. (www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn2/nederveen).
2
‘Het zilveren Jubileum van het Tuschinski Theater. Een eerbiedige hulde aan een groot man en zijn twee trouwe medewerkers’ in Nieuw Weekblad voor de Cinematografie, jg. 21 (1946), nr. 5 (1 november), p. 1-3.
3
J[ef] L[ast], ‘In gesprek met Jean Cocteau’ in: De Vlam, jg. 2 (1946), nr. 44 (9 november), p. 6-7. Cocteaus opdracht (‘Souvenir à Amsterdam et de notre cher ami Jean Genet de tout coeur à travers Gide et la France Jean Cocteau’) en tekening zijn bij dat artikel afgebeeld.
4
Nieuw Weekblad voor de Cinematografie, op. cit. (noot 2), p. 3
5
Uit de nalatenschap van Glavimans bracht Bubb Kuyper enige jaren geleden onder andere een exemplaar ter veiling van Jean Cocteau, La belle et la bête: journal d’un film (Parijs 1946), met de volgende opdracht: ‘à Glavimans / de tout coeui / en souvenir / du / tapis volant qui / me porte / et m’emporta / dans Amsterdam 1946’.
6
A. Glavimans, ‘Cocteau, humanist van het heden’, in: Elseviers Weekblad, jg. 2 (1946), nr. 45 (9 november), p. 4.
7
Last, op.cit (noot 3), p. 6.
8
Jean Cocteau, ‘Een schilderij van Vermeer’, in: Elseviers Weekblad, 21 december 1946, p. 7.
9
Alfred Kossmann, ‘Mensen in Rotterdam. Alex de Haas (liedjeszanger, tekenaar, verzamelaar, historitus)’, in: Het Vrije Volk, 27 mei 1953, p. 5. Overigens schrijft Francis Steegmuller (Cocteau, Londen 1968, p.459) dat Cocteau juist in 1946 weer opium ging gebruiken, als pijnstiller voor het eczeem die zijn gezicht teisterde.
10
E. van Raalre, ‘Ontmoeting met Jean Cocteau te Villefranche’, in: Nieuwe Rotterdamse Courant, 8 oktober 1957, p. 5

Over dit hoofdstuk/artikel

Wiel Kusters

over Pierre Kemp

over W. J. B. Schweitzer

over Henri Verstijnen


1
Karel Reijnders, ‘Een mijndirecteur naast twee paters. Pierre Kemp maakt ernst met zijn talent en met zijn religie’ its Th.A.P. Bijvoet e.a. [red.], Teruggedaan. Eenenvijftig bijdragen voor Harry G.M. Prick ter gelegenheid van zijn afscheid als conservator van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum (‘s-Gravenpage 1988), p. 299-305. De precieze datum van indiensttreding, die tot nu toe niet bekend was, ontleen ik aan Kemps lidmaatschapskaart van het Beambtenfonds voor het Mijnbedrijf (bfm), met dank aan Pim de Vroomen.
2
Pierre Kemp, Verzameld werk, ii (Amsterdam 1976), p. 840. Karel Reijnders spelt per vergissing twee keer ‘Edinxhoven’.
3
Kemp, Verzameld werk, iii, p. 1349. Reijnders spelt de naam van de directeur abusievelijk als ‘Piere’ in plaats van ‘Pierre’.
4
Kemp aan Edixhoven, 8 juli 1947. Archief Pierre Kemp, Regionaal Historisch Centrum Limburg, Maastricht (apk). Ook Edixhoven heeft, aldus Kemp in deze brief, ‘reeds spoedig na [zijn] komst in Eijgelshoven blijk […] gegeven van een meer bijzondere belangstelling voor mijn literair werk, maar ook nadien en zelfs nog na mijn pensionering’.
5
Reijnders, ‘Een mijndirecteur’ p. 301.
6
Schweitzer schrijft (men bedenke: we leven dan kort na de bevrijding): ‘Bent U ook al aan het verengelschen, dat U den nieuwen bundel een Engelschen titel geeft. Ik begrijp dien niet en zoo zullen er nog wel meer zijn.’ Archief Pierre Kemp, inv.nr. 78.
7
apk, inv.nr. 22. Weergave van doorgehaalde varianten en correcties blijft hier achterwege.
8
Ook Raymond Pierre, de eerste directeur van de Laura, werd in Kemps ‘Feest-cantate’ als een bouwer bezongen: toen hij in Eygelshoven kwam ‘lag hier een eenzaam veld’ en was er hoogstens wat landbouw. Nu mag Pierre trots ‘het geheel bestaren,/ Gelijk het naar Uw plan werd uitgewerkt.’ Vgl. noot 3.
9
Reijnders, ‘Een mijndirecteur’ p. 300.
10
Met betrekking tot de Société Céramique, zie Société Céramique Maastricht. Een industrieel-archeologische verkenning, Deelrapport 3 van de Stichting Werkgroep Industriële Archeologie Maastricht, Maastricht 1989, en het gedenkboek 125 Sphinx-Céramique 100 (Maastricht 1959).
11
apk, inv.nr. 22.
12
De mijn Julia was een later opgerichte zusteronderneming van de Laura (in bedrijf sinds 1907), eveneens in Eygelshoven. De aanleg van de Julia begon in 1922, in 1926 leverde zij de eerste kolen.
13
apk, inv.nr.78.
14
apk, inv.nr. 196. Ook hier heb ik afgezien van de weergave van doorgehaalde varianten en correcties. Zoals bekend zijn ‘nootjes’ (r. 1) kleine stukkolen van een bepaald formaat, die werden onderscheiden als nootjes i, ii, iii of iv.
15
Zie over hem: Audrey Wagtberg Hansen, Henn Verstijnen (1882-1940). Beeldend kunstenaar en filosoof. M. m.v. Andréa Kroon (Zwolle / Assen / Den Haag 2006). Met betrekking tot Verstijnen en de gedenkborden uit 1913, zie Hans Meulman, ‘Diversiteit in aardewerk. Ontwerpen van Henri Verstijnen voor de Société Céramique’ in VMA-bulletin, oktober 2006, p. 6-27: ‘Weliswaar is er geen signering te vinden, maar qua stijl zijn onderdelen zo typerend voor het werk van Verstijnen dat hij een aandeel geleverd moet hebben aan het ontwerp van deze borden. De heroïsche vrouwenfiguren, de randdecoratie, de afgebeelde arbeiders en de uil hebben duidelijke overeenkomsten met ander werk van zijn hand.’ Met dank aan Serge Langeweg (Industrion, Kerkrade; Sociaal Historisch Centrum voor Limburg, Maastricht).
16
Op 28 februari 1913 heeft hij voorgoed de keramische industrie verlaten om met steun van enkele geldschieters een jaar lang zijn schilderkunstige talent verder te ontwikkelen. In 1914 komt daaraan een einde en gaat het roer om in de richting van de literatuur en, naar het zich even laat aanzien, de dagbladjournalistiek.
17
Wagtberg Hansen, Henri Verstijnen, p. 75 e.v.
18
Bij de herdruk van Het wondere lied in 1920 bij L.J. Veen te Amsterdam (de eerste druk was verschenen bij M. Gerrese te Heerlen) liet Kemp Van Wells inleiding vervallen.
19
apk, inv.nr. 83.
20
Een recensie door Edward B. Koster is mij niet bekend. Wel o.a. een theosofische exegese van Het wondere lied door Joannes Reddingius in De Nieuwe Gods (1917), drie jaar na het verschijnen van de bundel.
21
apk inv.nr. 83.
22
Kemp, Verzameld werk, i, p. 480.

Over dit hoofdstuk/artikel

Hein Aalders


Over dit hoofdstuk/artikel

Hans Olink

over A. den Doolaard


J. Franken


Over dit hoofdstuk/artikel

Hans Olink

over A. den Doolaard


J. Franken


Over dit hoofdstuk/artikel

Rob Delvigne

Marco Entrop

over Oscar Wilde


Over dit hoofdstuk/artikel

Nico Keuning

over Gerard Reve


Martien Bos


1
‘Het verdriet zit diep in m’n body’, interview van Remco Meijer met Joop Schafthuizen, de Volkskrant, 23 december 2006.
2
In 1983 verscheen bij Veen, uitgevers Utrecht, Brieven aan Wim B., 1968-1975.
3
Het Landgoed zou ten slotte de naam L’Albatros krijgen, naar het gelijknamige gedicht van Charles Baudelaire.
4
‘Elke keer komt hij weer met een poster van de paus aandraven’, interview René ’t Sas met Ludo Pieters, Vrij Nederland, Boekenbijlage, 5 juli 1986.
5
Brieven aan Ludo P., 1962-1980, verscheen in april 1986 bij uitgeven; G.A. van Oorschot, Amsterdam. In mei van datzelfde jaar verscheen de tweede druk
6
Jacky: ‘Bij mijn weten hebben Ludo en Berthe twee dochters en twee zoons. Dus dat had vijfde kind moeten zijn!’
7
Dit citaat is afkomstig uit Brieven aan Josine M., 1959-1975, waarvan de eerste druk in 1981 verscheen bij uitgeverij G.A. van Oorschot. In 1994 verscheen een ‘tweede druk’ onder dezelfde titel over de periode 1959-1982, bij uitgeverij L.J. Veen.

Over dit hoofdstuk/artikel

Niels Bokhove


Over dit hoofdstuk/artikel

Hub. Hubben


Over dit hoofdstuk/artikel

P.J. Buijnsters

over Jos. Goudswaard


1
Ludo Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. Deel 1 (Tielt/Weesp [1984]), p. 148.
2
Aldus advertentie in Geïllustreerde Gids en Adresboek voor Baarn en omstreken (Baarn [1888]); aanwezig: Oudheidkamer Baarn.
3
Uit ’t leven van een leurder, p. 9.
4
Uit ’t leven van een leurder, p. 5.
5
T. Pluim, Uit de geschiedenis van Baarn (Hilversum 1932), p. 128, met foto.
6
Zij staat met Wijkamp op een schoolfoto in R.J. van der Maal en Y. van den Akker (red.), Van Baerne tot Baarn (Baarn 1999), p. 233.
7
Uit ’t leven van een leurder, p. 9.
8
Baarn was in de jaren 1873-1920 woon- en recreatieoord van de vooral Amsterdamse elite. Als die rijkelui ’s winters weg waren, leek het er uitgestorven. Zie G.A. Hoekveld, Baarn, schets van de ontwikkeling van een villadorp (Baarn 1964); idem, ‘Baarn’s groei in de 20e eeuw’, in: Van der Maal en Van den Akker, p. 45-54.
9
Uit ’t leven van een leurder, p. 7.
10
Stadsarchief Antwerpen, vreemdelingendossier, inv.nr. 2204321, fol. 188, en straatregisternr. 2212629.
11
De Familievrijer, schets in 2 bedrijfjes, 43 + 36 eenzijdig beschreven bladen in twee bruin gemarmerde schoolcahiers. Leed, 52 beschreven bladzijden in groen gemarmerd schoolcahier.
12
De wereld ten toon. Wereldtentoonstellingen in de Universiteitsbibliotheek 1851-1992 (Leuven 1992), p. 84-85.
13
Ludo Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. Deel 1, p. 143-155.
14
Uit ’t leven van een leurder, p. 61.
15
Uit ’t leven van een leurder, p. 17.
16
Jan Pauwels, ‘Meer dan een mode-koorts’: Guido Gezelle en zijn postume uitgever Lambertus Jacobus Veen, 1901-1919 (Leuven 2005), p. 12-18, over Goudswaard p. 314.
17
Brief van 12 maart 1914 (kopieerboek Veen 34, p. 85).
18
Monographie du cheval de trait Belge, Bruxelles, Librairie Nationale d’Art et d’Histoire G. van Oest, 1911.
19
Anna Emma Staudt, geb. 31 juli 1856 te Maar (bij Trier), overl. 24 november 1921 te Baarn; gehuwd met J. Goudswaard 19 maart 1898 (Persoonskaart J. Goudswaard in Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag). In Antwerpen woonden in de jaren 1880-1915 diverse Staudts.
20
Uit ’t leven van een leurder, p. 27.
21
Uit ’t leven van een leurder, p. 30; W.H.Th. Knippenberg, Devotionalia 1 (Eindhoven 1980), p. 97-104.
22
Jan van Neervoord [= Jan de Schuyter], ‘Volksprenten opzoeken en met boeken leuren (naar aanleiding van een bezoek aan de verzameling van M. Goudswaard)’, in: Vlaamsch Leven, zelfstandig Vlaamsch geïllustreerd weekblad 1 (1916), nr. 50 (17 sep.), p. 587-598.
23
Deze ongedateerde foto berust in het amvc Letterenhuis te Antwerpen, dossier J. Goudswaard.
24
Over hem een geschreven portret door prof. Paul de Keyser in: Emile H. van Heurck, De Vlaamsche volksboeken, Brussel [1944]. Het amvc Letterenhuis te Antwerpen bezit een briefkaart van J. Goudswaard aan Mijnheer Emile van Heurck, Gezondstraat, Antwerpen, waarin hij hem Les images populaires flamandes au xvi siècle par H. Hymans (Liège 1869) te leen vraagt en hem tegelijk uitnodigt voor een bezoek: ‘En wanneer komt ge mijn 2 Ypersche brevet-omlystingen zien op handpapier gedrukt?’.
25
Genoemd: Uit ’t leven van een leurder, p. 55. Over hem: L.J. Vandewiele in: Nationaal Biografisch Woordenboek, deel 5 (Brussel 1972), kol. 779.
26
Uit ’t leven van een leurder, p. 62.
27
amvc Letterenhuis Antwerpen, dossier J. Goudswaard.
28
amvc Letterenhuis, Antwerpen, dossier J. Goudswaard, alwaar ook het complete handschrift van Uit ’t leven ven een leurder berust. Boekaankondigingen/recensies verschenen in: Den Gulden Winckel, 15 mei 1915, p. 72-75 met 2 portretfoto’s van Goudswaard, door G.v.E. [Gerard van Eckeren]; De Vlaamsche Stem, 24 mei 1915, door André de Ridder; Nieuwsblad voor den Boekhandel, 28 mei 1915; De Telegraaf, Avondblad 28 mei 1915, door Cornelis Veth; De Hofstad, 17 (1915), nr. 26 (26 juni) en in De Nederlandsche Boekhandel 1 jan. 1893-31 dec. 1917, p. 92-93.
29
Aanwezig: amvc Letterenhuis, Antwerpen, dossier J. Goudswaard en in collectie antiquariaat A.G. van der Steur, Haarlem. Een ouder ex libris J. Goudswaard door de Antwerpse kunstenaar Edw. Pellens (1872-1947) siert de laatste pagina en achterzijde van Uit ’t leven van een leurder.
30
Aanwezig: bibliotheek Radbouduniversiteit Nijmegen, sign. Br. 23066. De brief van Jozef Paul Zum Busch (1867-1959) werd gepubliceerd in: Deutsche Medizinische Wochenschrift van 27 juli 1916.
31
Brief van 8 november 1914, lm kopieerboek 35, p. 685.
32
Correspondentie Goudswaard met Arij Prins in lm, sign. 1603.
33
Brief van 8 november 1914, lm kopieerboek 35, p. 685.
34
Dossier in bezit van antiquariaat A.G. van der Steur te Haarlem.
35
Genealogie van Joseph Dominique André de la Porte met bijlagen, 1935. Opgesteld door J. Goudswaard te Baarn. Streekarchief Zutphen, inv.nr. 47.
36
Mondelinge mededeling Jan van Heurck 25 juli 2007; navraag bij Gysbers & Van Loon leverde geen nadere informatie (brief Fred van Loon 14 augustus 2007).
37
Alfons K.L. Thijs, ‘Hernieuwde belangstelling voor het oude sierpapier’ in: De Gulden Passer 75 (1997), p. 239-250; over Goudswaard p. 244.