Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


landen


1
De colleges van Klaas Steur uit de jaren 1931-1936 op Grootseminarie Warmond (in de eerste twee leerjaren ook Philosophicum genoemd) zijn verzameld in: Het lied van Orpheus. Losse Hoofdstukken uit de Natuurphilosophie. Bussum 1947.
2
Klaas Steur, ?Priester-dichter?, in: De Gemeenschap 12 (1936) 7 en 8 (juli-augustus) p. 339.
3
Bertus Aafjes, ?Weerzien van Rome?, in: Dietsche Warande & Belfort 97 (1952) 5 (mei) p. 326.
4
Bertus Aafjes, De sneeuw van weleer (Amsterdam 1987), p. 145.
5
Bertus Aafjes, Mei (Utrecht/Antwerpen 1979), p. 7.
6
Brief aan moeder, 15 mei 1936. De heenreis ging via Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk, de terugreis via Frankrijk en Belgi?.
7
Brief aan moeder, 26 juli 1936.
8
Bertus Aafjes, ?Het Italiaans Maria-lied?, in: De Gemeenschap 12 (1936) 6 (juni) p. 296.
9
Pierre H. Dubois, Hermetisch en besterd. Literair leven in jaren van onrust (Amsterdam 1987), p. 38.
10
Brief aan August Cuypers, 8 februari 1937. Over zijn grote voorbeeld publiceerde Pierre Dubois: ?Overpeinzingen. Bij de sterfdag van Gerard Bruning, 8 oktober (1926)?, in: Aristo 5 (1935) 11 (oktober) p. 386-390, en ?Storingsfactor?, in: Aristo 6, oktober-november 1936, p. 299-305.
11
Bertus Aafjes, ?Program?, in: Klondyke 1 (1937) 1 (februari) p. 1-3. Het eerste nummer is gedateerd februari 1937, maar was al in het begin van de maand daarvoor verschenen.
12
Bertus Aafjes, ?Het beeld?, in: Klondyke 1 (1937) 2 (maart) p. 15.
13
Aafjes meende dat de toelage die door een Amsterdamse bankier werd overgemaakt, afkomstig was van Schlichting, zo vertelt hij in 1969 in een interview voor de brt-televisie.
14
Brief aan Pierre Dubois, 20 oktober 1937.
15
Brief aan moeder, 5 november 1937.
16
Brief aan Pierre Dubois, 13 juli 1938.
17
Brief aan moeder, 5 november 1937.
18
Bertus Aafjes, ?Ex-keizer Wilhelm en de tempel van Gorgo. Eerste kunstinvloeden uit het Oosten?, in: De Tijd, 31 oktober 1938, en ?Ex-keizer Wilhelm en de tempel van Gorgo. Welke rol speelt de Gorgo-figuur??, in: De Tijd, 2 november 1938. Zie voor de titelbeschrijving van stukken over de Odyssee noot 23.
19
Brief aan Joseph Viegen, 19 oktober 1938. Viegen publiceerde zijn po?zie onder het pseudoniem Ilja Destinow.
20
Brief aan Joseph Viegen, 22 april 1939.
21
Brief aan moeder, 23 januari 1939.
22
Hans van de Waarsenburg, ?Het afgesloten dichterschap van Bertus Aafjes??, in: Literama, 13 november en 20 november 1984, p. 255.
23
Bertus Aafjes, ?Odysseus achterna?, in: De Tijd, 28 september 1938, en ?Het Ithaka-raadsel?, in: De Tijd, 2 oktober 1938.
24
Bertus Aafjes, ?Het kapsel van goden en mensen?, in: De Tijd, 3 september 1939, en ?Het boekenkistje van Projecta?, in: De Tijd, 6 augustus 1939.
25
Hans van de Waarsenburg, ?Het afgesloten dichterschap van Bertus Aafjes??, in: Literama, 13 november en 20 november 1984, p. 255.
26
Bertus Aafjes, ?Tussen Keulen en Parijs. Po?zie in schuilkelders?, in: De Tijd, 25 september 1939.
27
Jan Derks, Via di Monserrato (Amsterdam 1951), p. 137.
28
Drie in Groot Nederland gepubliceerde gedichten (juni 1939) zijn waarschijnlijk in de tweede periode Rome ontstaan. Door de publicatie in dit belangrijk tijdschrift lag voor Aafjes de weg open naar een doorbraak in de Nederlandse literatuur.
29
Nijhoff was adviseur op het departement van OK & W onder minister G. van der Leeuw.
30
?En nu gaan wij naar Egypte?, reisverslag in blocnote.
31
Idem.
32
Bertus Aafjes, Het rozewonder (Amsterdam 1979), p. 34.
33
Brief aan Vasalis, ongedateerd.
34
Brief aan Vasalis, 4 april 1947.
35
Brief aan Vasalis, 4 april 1947.
36
?Ook de doden dansen? werd in 1940 gepubliceerd in Criterium. Het verhaal is opgenomen in Aafjes? prozabundel De zeemeerminnen (1946).
37
Jan Brokken, ?De wanhoop van Bertus Aafjes?, in: Haagse Post, 19 april 1980.
38
Bertus Aafjes, Egyptische brieven (Amsterdam 1948), p. 69. In 1986 verscheen een vierde druk met een nawoord van M. Vasalis.
39
Brief aan Vasalis, 28 maart 1947.
40
Brief aan Vasalis, 4 april 1947.
41
Brief aan Vasalis, 14 oktober 1947.
42
Brief aan Vasalis, 15 oktober 1947.
43
Brief aan A. Roland Holst, ongedateerd.
44
Bertus Aafjes, Egyptische brieven, p. 73.
45
Brief aan Vasalis, 25 maart 1948.
46
Brief aan Vasalis, 4 april 1948.
47
Brief aan Vasalis, 25 maart 1948.
48
Bertus Aafjes, Egyptische brieven, p. 56.

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


landen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


1
Tot zover. De meeste gedichten (Amsterdam 2002).
2
Brief aan Theo Sontrop van 8 mei 1979 (collectie Letterkundig Museum).
3
Voor een uitvoerige levensbeschrijving zie mijn ?Biografische schets? opgenomen in de Verzamelde gedichten van Jan Eijkelboom (Utrecht 2012).
4
Volgens zijn jongere zus Lena Eijkelboom.
5
Jan moest van zijn ouders naar deze ?Streekschool voor Christelijk Gymnasiaal Onderwijs van Bleskensgraaf tot Voorburg? omdat er in Dordrecht alleen een openbare school van dat type was gevestigd.
6
Brief Jan Eijkelboom aan Paul van der Plank van 24 maart 1978 (coll. Letterkundig Museum), zie ook p. 24.
7
Ibidem.
8
Ibidem.
9
Dat zal veel later resulteren in een artikel in Vrij Nederland van 31 mei 1958.
10
Paul van der Plank, J.A. Emmens. Een geval van vermeend persoonlijkheidsgebrek, doctoraalscriptie 1978.
11
Marathoninterview voor vpro-radio 1996.
12
Ibidem.
13
Zie Annejet van der Zijl, De wonderjaren van pc, in: hp/De Tijd, 3 oktober 1997.
14
Brief Jan Eijkelboom (zie noot 6).
15
Volgens zijn dochter Nicoletta Emmens.
16
Volgens Theo Sontrop.
17
Theo F. den Heijer, Herinneringen aan Jacques Boersma Een tijdsbeeld (Doorwerth 1989), p. 6.
18
Libertinage, jaargang 4, 1951. Het gedicht is opgedragen aan ?E.P.?, wie daar achter schuilgaat, kon ik niet achterhalen.
19
Hollands weekblad, jaargang 1, 1960, door J. Callant (pseudoniem).
20
Paul Fentrop, Tegen het idealisme. Een biografie van Pierre Vinken (Amsterdam 2007), p. 123.
21
Zie Ad Fransen, Over oprichting en eerste jaargang van Tirade, in Tirade, jaargang 47, p. 218 e.v.
22
Zie John Donne. Liefdesgedichten, heilige sonnetten en preken. Vertaald en van een nawoord voorzien door J. Eijkelboom (Amsterdam 1988), p. 59 en 67.
23
Deze passage heb ik gebaseerd op de analyse die Jan Frans Dijkhuizen, docent Engelse letterkunde aan de Universiteit Leiden, op mijn verzoek maakte.
24
Propria Cures, jaargang 66, 1956.
25
Radiogesprek 31 maart 1987 met o.m. Eijkelboom, Dirkje Kuik en Peter Hecht.
26
Marathoninterview vpro-radio 1996.
27
Radiogesprek 31 maart 1987.
28
Zie Ad Fransen (zie noot 21).
29
Paul van der Plank (zie noot 10).
30
Propria Cures, jaargang 65, 1955.
31
Interview met J.J. Peereboom in het Cultureel Supplement van nrc Handelsblad, 6 januari 1984.
32
Die komt volgens getuigen o.m. tot uiting bij de minder goede kritiek van K.L. Poll op de Wimpers van de dageraad (1987).
33
?Hij is erg insulair, dat heb ik met hem gemeen? en ?het mooie ervan concentreert zich in de mystiek […] misschien moet je het noemen de grote gevoelens die door het pantser heen breken.? Interview met J.J. Peereboom (zie noot 31).
34
Zie Kees Fens, De verkeerde tijd van de po?zie, opgenomen in T.S. Eliot. Keuze uit zijn po?zie (Baarn 1983). Eijkelboom beweerde tegenover mij dat dit de eerste tekst was waarin zijn po?tische wortels herkend werden.
35
Paul Fentrop (zie noot 20), p. 136.
36
Telefonische inlichting Judith Herzberg voorjaar 2012.
37
Brief aan Wim Hazeu van 12 mei 1985 (coll. Letterkundig Museum).
38
Gerard Reve, Moeder en Zoon (Amsterdam 1980), p. 101.
39
Zie televisiefilm Omgaan met de leegte. Een portret van Jan Eijkelboom door Jan Wiegel, nos 1982.
40
Brief Jan Eijkelboom (zie noot 6).
41
Brief aan Theo Sontrop van 4 juni 1979 (coll. Letterkundig Museum).
42
Sinds 1967 was hij gewoon hoogleraar in de algemene kunstwetenschap en de iconologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht.
43
Hugo Brems, Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005 (Amsterdam 2006), p. 438.
44
Inlichting mij gegeven door Madelon Djajadiningrad op 23 januari 2013.
45
Marathoninterview vpro-radio 1996.
46
Zie Aad Nuis, ?Het uitzingen van het leven?. In: Haagse Post, 12 april 1980.
47
Hugo Brems (zie noot 43), p. 313.

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


1
Tot zover. De meeste gedichten (Amsterdam 2002).
2
Brief aan Theo Sontrop van 8 mei 1979 (collectie Letterkundig Museum).
3
Voor een uitvoerige levensbeschrijving zie mijn ?Biografische schets? opgenomen in de Verzamelde gedichten van Jan Eijkelboom (Utrecht 2012).
4
Volgens zijn jongere zus Lena Eijkelboom.
5
Jan moest van zijn ouders naar deze ?Streekschool voor Christelijk Gymnasiaal Onderwijs van Bleskensgraaf tot Voorburg? omdat er in Dordrecht alleen een openbare school van dat type was gevestigd.
6
Brief Jan Eijkelboom aan Paul van der Plank van 24 maart 1978 (coll. Letterkundig Museum), zie ook p. 24.
7
Ibidem.
8
Ibidem.
9
Dat zal veel later resulteren in een artikel in Vrij Nederland van 31 mei 1958.
10
Paul van der Plank, J.A. Emmens. Een geval van vermeend persoonlijkheidsgebrek, doctoraalscriptie 1978.
11
Marathoninterview voor vpro-radio 1996.
12
Ibidem.
13
Zie Annejet van der Zijl, De wonderjaren van pc, in: hp/De Tijd, 3 oktober 1997.
14
Brief Jan Eijkelboom (zie noot 6).
15
Volgens zijn dochter Nicoletta Emmens.
16
Volgens Theo Sontrop.
17
Theo F. den Heijer, Herinneringen aan Jacques Boersma Een tijdsbeeld (Doorwerth 1989), p. 6.
18
Libertinage, jaargang 4, 1951. Het gedicht is opgedragen aan ?E.P.?, wie daar achter schuilgaat, kon ik niet achterhalen.
19
Hollands weekblad, jaargang 1, 1960, door J. Callant (pseudoniem).
20
Paul Fentrop, Tegen het idealisme. Een biografie van Pierre Vinken (Amsterdam 2007), p. 123.
21
Zie Ad Fransen, Over oprichting en eerste jaargang van Tirade, in Tirade, jaargang 47, p. 218 e.v.
22
Zie John Donne. Liefdesgedichten, heilige sonnetten en preken. Vertaald en van een nawoord voorzien door J. Eijkelboom (Amsterdam 1988), p. 59 en 67.
23
Deze passage heb ik gebaseerd op de analyse die Jan Frans Dijkhuizen, docent Engelse letterkunde aan de Universiteit Leiden, op mijn verzoek maakte.
24
Propria Cures, jaargang 66, 1956.
25
Radiogesprek 31 maart 1987 met o.m. Eijkelboom, Dirkje Kuik en Peter Hecht.
26
Marathoninterview vpro-radio 1996.
27
Radiogesprek 31 maart 1987.
28
Zie Ad Fransen (zie noot 21).
29
Paul van der Plank (zie noot 10).
30
Propria Cures, jaargang 65, 1955.
31
Interview met J.J. Peereboom in het Cultureel Supplement van nrc Handelsblad, 6 januari 1984.
32
Die komt volgens getuigen o.m. tot uiting bij de minder goede kritiek van K.L. Poll op de Wimpers van de dageraad (1987).
33
?Hij is erg insulair, dat heb ik met hem gemeen? en ?het mooie ervan concentreert zich in de mystiek […] misschien moet je het noemen de grote gevoelens die door het pantser heen breken.? Interview met J.J. Peereboom (zie noot 31).
34
Zie Kees Fens, De verkeerde tijd van de po?zie, opgenomen in T.S. Eliot. Keuze uit zijn po?zie (Baarn 1983). Eijkelboom beweerde tegenover mij dat dit de eerste tekst was waarin zijn po?tische wortels herkend werden.
35
Paul Fentrop (zie noot 20), p. 136.
36
Telefonische inlichting Judith Herzberg voorjaar 2012.
37
Brief aan Wim Hazeu van 12 mei 1985 (coll. Letterkundig Museum).
38
Gerard Reve, Moeder en Zoon (Amsterdam 1980), p. 101.
39
Zie televisiefilm Omgaan met de leegte. Een portret van Jan Eijkelboom door Jan Wiegel, nos 1982.
40
Brief Jan Eijkelboom (zie noot 6).
41
Brief aan Theo Sontrop van 4 juni 1979 (coll. Letterkundig Museum).
42
Sinds 1967 was hij gewoon hoogleraar in de algemene kunstwetenschap en de iconologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht.
43
Hugo Brems, Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005 (Amsterdam 2006), p. 438.
44
Inlichting mij gegeven door Madelon Djajadiningrad op 23 januari 2013.
45
Marathoninterview vpro-radio 1996.
46
Zie Aad Nuis, ?Het uitzingen van het leven?. In: Haagse Post, 12 april 1980.
47
Hugo Brems (zie noot 43), p. 313.

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


plaatsen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


plaatsen


1
Jan Wolkers, De schuimspaan van de tijd. Verzamelde essays (Amsterdam 2001), p. 455.
2
Pieter Langendijk, De gedichten, 1 (Haarlem [1757]), p. 70.
3
Ibid., p. 72.
4
Jan Wolkers, De schuimspaan van de tijd, p. 440.
5
Muus Jacobse, Het huisgezin. Gedichten (Kampen 1959), p. 27.
6
Ad den Besten, Guillaume van der Graft, Muus Jacobse, J.W. Schulte Nordholt, Jan Wit, Het landvolk: Oosterbeekse gedichten (Amsterdam 1958), p. 7.
7
Zie Guillaume van der Graft, Verzameld vertoog (Baarn 1989), pp. 524-527.
8
Ab Visser, Leven van de pen (Den Haag 1966), pp. 56-57.
9
Muus Jacobse, Vuur en wind. Gedichten 1941-1945 (‘s-Gravenhage 1945), p. 38.
10
Zie Ans van der Heide-Kort, Zij komen… Dolle dinsdag 5 september 1944 – Bevrijding mei 1945 (Hoorn 1980), p. 181.
11
F.B. Hotz, Het werk, 1 (Amsterdam 1997), p. 68
12
Ibid., p. 86.
13
Hans Groenewegen (ed.), …Die zo rijk zijn aan zichzelf… Over Hans Faverey (Groningen 1997), pp. 129-130.
14
Zie Wim Hazeu, Gerrit Achterberg. Een biografie (Amsterdam 1988), p. 370.
15
Jan Wolkers, De schuimspaan van de tijd, p. 380.
16
Wim Hazeu, Gerrit Achterberg, p. 383.
17
Zie Gerrit Achterberg. Briefwisseling met zijn uitgevers Bert Bakker, A.A. Balkema, C.A.J. van Dishoeck, A. Marja, A.A.M. Stols ? Jan Vermeulen, 1 (Amsterdam 1989), p. 43.
18
Kees Schuyt, Het spoor terug: J.B. Charles, W.H. Nagel 1910-1983 (Amsterdam 2010), p. 511
19
Nico Keuning, Angst voor de winter. Het leven van Jan Arends (Amsterdam 2003), p. 112.
20
Gerard P?ques, ?Ik wil de slaaf zijn van een mooie vrouw?, Nieuwe Revu, 5-11 mei 1973.
21
Zie Nico Keuning, Angst voor de winter, p. 352.
22
Jan Arends, Vrijgezel op kamers. Verzameld werk (Amsterdam 2003⁴), p. 514.
23
Ibid., p. 516.
24
F.B. Hotz, Het werk, 1, p. 90.
25
Jan Wolkers, Terug naar Oegstgeest (Amsterdam 1966⁹), p. 61.
26
Ibid., pp. 61-62.
27
Jan Wolkers, De schuimspaan van de tijd, p. 379.
28
Henri E. Sch?tte (samenstelling) & Aleid Truijens (redactie), Een beetje levensbestemming. F.B. Hotz en H.W. Kunst: briefwisseling (Amsterdam 2002), p. 127.
29
Gemma Blok, Joost Vijselaar, Terug naar Endegeest. Pati?nten en hun behandeling in het psychiatrisch ziekenhuis Endegeest 1897-1997 (Nijmegen 1998), p. 191.
30
J.M.A. Biesheuvel, Verzameld werk, 1 (Amsterdam 2008), p. 14.
31
Ibid., p. 434.
32
Gemma Blok, Joost Vijselaar, Terug naar Endegeest, p. 232.
33
Frank Koenegracht, Een gekke tweepersoonswesp (Amsterdam 1971), p. 20.
34
Frank Koenegracht, Camping De Vrijheid (Amsterdam 1976), p. 44.
35
Aleid Truyens, Geluk kun je alleen schilderen. F.B. Hotz: het leven (Amsterdam 2011), p. 43.
36
Zie Riet van Dort & Bert Driessen, Oegstgeest in bange dagen 1940-1945 (Oegstgeest 1994), p. 141. Een foto van hotel Het Witte Huis staat in De Parelduiker 2013/1, p. 49.
37
Jos? Ortega y Gasset, De opstand der horden (‘s-Gravenhage 1975?⁵), p. 39.
38
Menno ter Braak, Verzameld werk, 4 (Amsterdam 1951), p. 396.
39
F.B. Hotz, Het werk, 1, p. 288.
40
F.L. Bastet, Catacomben. Een keuze uit de gedichten (Amsterdam 1980), p. 91.
41
Jan Wolkers, De schuimspaan van de tijd, pp. 49-50.
42
Jan Wolkers, Terug naar Oegstgeest, p. 144.
43
Jan Wolkers, De schuimspaan van de tijd, pp. 440-441.
44
Ibid., p. 55.
45
Lloyd Haft, Deze poelen, deze geest (Amsterdam 2008), p. 59.
46
Ibid., p. 65.
47
Jan Wolkers, Het vroege werk (Amsterdam 2001?), p. 21.
48
Zie Willemien Timmers, ?Tillenbeest is terug?, Oegstgeester Courant, 27 februari 2013, p. 1, p. 3.
49
Zie Onno Blom, De tarzan van de schapen. Jan Wolkers & Texel (Leiden 2012), p. 89, p. 147.

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


1
Zie voor de politieke betekenis van De Haan ook Michael Berkowitz, ?Double trouble. A call to investigate the life and after-lives of De Vriendt and De Haan?, in: Jahrbuch f?r internationale Germanistik (1999), p. 116. Over het leven in het mandaatgebied Palestina in deze periode bestaat uitstekende literatuur van een nieuwe generatie Isra?lische historici. Het boeiende One Palestine, complete. Jews and Arabs under the British Mandate (2000) van Tom Segev sluit het best aan bij de feuilletons van De Haan. De volledige tekst van zijn feuilletons in het Algemeen Handelsblad (ah) staat op internet de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl).
2
Hans Warmerdam Nieuw Isra?lietisch Weekblad, 31 juli 1998 (De Haankatern).
3
Voor de achtergronden van het incident: Ludy Giebels, ?Jacob Isra?l de Haan in Palestina? I Studia Rosenthaliana xiv (jan. 1980), p. 63-66.
4
Nr 67 ?Arabische en Joodsche politiek?, AH, 14-8 1919.
5
Nr 44 ?Joodsche politiek?, AH, 17-6 1919.
6
Nr 49 ?Joodsche politiek?, AH, 26-6 1919. De Haan schreef opmerkelijk vaak over de boycot van Arabische arbeid.
7
Nr 312 ?Zal het rustig blijven??, AH, 24-4 1922.
8
Nr 26 ?De jonge priester?, AH, 6-5 1919.
9
Nr 370 ?Een als Emir gekleed persoon?, AH, 31-7 1923.
10
Voor deze bezoeken zie Ludy Giebels, ?Een driehoeksverhouding in Amman: de ontmoetingen van Frederick Kisch en Jacob Isra?l de Haan met Hoessein, koning van de Hedjaz, in januari 1924?, in: Studia Rosenthaliana (1979), p. 194-219.
11
Nr 66 ?De Commissie ontvangt?, AH, 7-8 1919.
12
Vgl. Ludy Giebels, ?Een driehoeksverhouding in Amman? (op. cit.). Voor de onderhandelingen van zionisten met Palestijnen: Hillel Cohen, Army of shadows. Palestinian collaboration with Zionism, 1917-1948 (2008); Avi Shlaim, The politics of partition. King Abdullah, the Zionists and Palestine 1921-1951 (1998).
13
O.m. in Wolfgang von Weisl, Der Kampf um das heilige Land (1925), p. 200-201.
14
Kisch, Palestine Diary (1938), p. 119 (9 mei 1924); zie ook de passages in maart en mei 1924 in het (uitgebreidere) manuscript hiervan in Central Zionist Archives Jeruzalem.
15
Nr 387 ?In het Kamp van den Koning?, AH, 29-2 1924.
16
Vgl., Nasser Eddin Nashashibi, Jerusalem’s other voice. Ragheb Nashashibi and moderation in Palestine politics 1920-1948 (1990), p. 10.
17
Een samenvatting over de familie vindt men in Nr 123 ?Ons groot diner?, AH, 22-2 1920.
18
Nr 48 ?Groote vergadering?, AH, 24-6 1919. Hij noemt Adil pas bij naam in het ongedateerde feuilleton nr 91 ?Mijn vriend, de Effendi?, AH, 4-11 1919. Adil was volgens de opgave van het Stadtarchiv Konstanz 2 februari 1900 geboren.
19
Nr 34 ?Paaschfeest te Jeruzalem?, AH, 20-5 1919. Ik gebruik hier overigens de spelling Aweidah, omdat deze transcriptie gebruikelijker is dan de meer Frans aandoende ?Aoueddah?, die De Haan veelal hanteerde.
20
Jacob Isra?l de Haan, Kwatrijnen (1924), 120.
21
Nr 153 ?Poorten der Gerechtigheid?, AH, 24-6 1920.
22
Nr 187 ?Dat kleine witte huisje?, AH, 18-11 1920.
23
Nr 130 ?Nieuwjaarsdag voor de boomen?, AH, 12-3 1920; nr 137 ?In het hol van de leeuw?, AH, 15-4 1920.
24
Ludy Giebels, ?De nalatenschap van Jacob Isra?l de Haan?, in: De Parelduiker (2011) 2, p. 9; nr 334 ?Het is voorbij?, AH 7-9 1922, gedateerd 11 augustus.
25
Nr 334, AH, 7-9 1922.
26
Mededeling van het Stadtarchiv Konstanz 2 november 2010.
27
Ludy Giebels, Inventaris van het archief van Jacob Isra?l de Haan (Smilde 31 december 1881 – Jeruzalem 30 juni 1924) in de Bibliotheca Rosenthaliana Universiteitsbibliotheek van Amsterdam (1994), inv.nr 1, Briefkaart 21-10 ’23 van A. Aweidah Konstanz (Werderstr. 12). Adil woonde daar maar drie weken en vervolgens op minstens twee andere adressen.
28
Mededeling van zijn weduwe, Husnie Aweidah in 1979.
29
Scholten publiceerde twee internationaal veel geroemde fotoboeken: Fran?ois Scholten, La Palestine illustr?e I La porte d’entr?e Jaffa en II Jaffa La belle (Parijs 1929). Ook vertaald in het Engels en Duits. Over hem: Theo van der Meer, ?Adrianus Kakebeen, bordeelhouder. Jongensprostitutie in de dagen van Regout? in: Gert Hekma en Theo van der Meer, ?Bewaar me voor de waanzin van het recht?. Homoseksualiteit en strafrecht in Nederland (2011), p. 35-45.
30
Nr 199 ?In de nieuwe woning?, AH, 15-1 1921.
31
Nr 353 ?Het Handelsblad vliegt de lucht in?, AH, 23-2 1923.
32
Nr 369 ?El Makar el Amiri?, AH, 21-7 1923.
33
Nr 100, AH, 6-12 1919; Subhi kreeg wel twee kwatrijnen.
34
Met dank aan Gert Hekma voor literatuursuggesties.
35
Nr 50 ?Een Sabbath in Jeruzalem?, in: AH, 2-7 1919; nr 93 ?Groote Verzoendag?, AH, 13-11 1919.
36
Jacob Isra?l de Haan, Kwatrijnen (1924), p. 157.
37
Michael Berkowitz, ?Double trouble? (op. cit.), p. 118. Vgl. ook id., ?Rejecting Zion, embracing the Orient. The life and death of Jacob Israel de Haan?, in: Ivan Davidson Kalmar and Derek J. Penslar, Orientalism and the Jews (2005), p. 109-124.
38
Zie voor zijn karakter: Rabbi Yosef Chaim Sonnenfeld on the Parasha. Comp. by Rabbi Shlomo Zalman Sonnenfeld (2002). Sonnenfeld leeft nog uitgebreid voort op internet en men kan hem daar zelfs op een filmpje zien.
39
Arno Schmitt, ?Different approaches to male-male sexuality/eroticism from Morocco to Usbekist n?, in: Arno Schmitt e.a. (red.), Sexuality and eroticism among males in Moslem societies (1992), p. 1-24, m.n. p. 5-8.