De Parelduiker 2006/3

Wie was Eline Vere?

In het nieuwe nummer van De Parelduiker doet Couperus-biograaf en P.C. Hooft-prijswinnaar Frédéric Bastet een geslaagde poging achter de identiteit te komen van Eline Vere, de Haagse tragische hoofdpersoon van de gelijknamige roman van Louis Couperus uit 1889.

Couperus was het afgelopen jaar twee keer in het nieuws. Met z’n verzameld werk belandde hij tussen de goedkope geurtjes van het Kruidvat en in juni verwierven het Letterkundig Museum en de Koninklijke Bibliotheek van een particuliere verzamelaar een unieke en vrij complete Couperus-collectie. Een van de raadsels die men

erin aantrof was een eerste druk van Eline Vere, waarin een merkwaardige opdracht aan zijn secretaresse stond. In het achtuurjournaal van 9 juni werd er al over gespeculeerd wie die secretaresse zou kunnen zijn. Ook

Elsbeth Etty giste er in haar lange stuk in NRC Handelsblad van diezelfde dag naar en hoopte dat Bastet uitkomst zou bieden.
In dit nummer van De Parelduiker ontsluiert Bastet niet alleen welke vrouw er achter die ‘secretaresse’ schuil gaat, maar hij toont ook op overtuigende en onontkoombare wijze aan waarom. Het is een ingewikkeld verhaal, maar als een ware Sherlock Holmes ontrafelt hij het spoor naar de oplossing van het raadsel.

Verder veel aandacht aan de dit voorjaar overleden Gerard Reve. Schrijver Willem Melchior was (als een van de weinige Nederlandse auteurs) aanwezig op de begrafenis en beschrijft zijn verdriet om de dood van de Volksschrijver. Marco Entrop verhaalt de geschiedenis van de Duitse toneel-bewerking van De Avonden, die totaal aan

Nederland voorbijging maar in Duitsland hét theatersucces van 1994 was. En fotograaf

Eddy Posthuma de Boer geeft nog niet eerder gepubliceerde foto’s van Reve vrij.

Inhoudsopgave

Tekenaar Frits Müller, die ook dit voorjaar overleed, was vanaf het begin vaste medewerker van De Parelduiker. In dit nummer staan verscheidene auteurs stil bij zijn werk. Zo beschrijft Jeroen Brouwers in een betrokken afscheidsartikel de boekomslagen die Müller voor hem maakte, na zijn vertrek bij De Arbeiderspers. En Koos van Weringh schreef een gefingeerde samenspraak tussen drie politieke tekenaars: Albert Hahn, Opland en Frits Müller.

Sjoerd van Faassen licht opnieuw een tip van de sluier op, die over de nalatenschap van meesterdrukker en poëzieuitgever A.A.M. Stols ligt. De in de oorlog voor schrijvers belangrijke uitgever Stols krijgt het aan de stok met de armlastige Bertus Aafjes, die graag zijn boeken bij hem ziet verschijnen maar niet aan zijn verplichtingen

kan voldoen. Stols is meedogenloos en ziet ook nog een stokende Geert van Oorschot in het ‘complot’.