Over dit hoofdstuk/artikel

Rob Delvigne

over Jacob Israël de Haan


Felix Vallotton


1
Het verhaal ‘Le tribunal au chauffoir’ in de bundel Le cycle patibulaire.
2
Verzamelde gedichten 1, 1952, p. 326-327.
3
Mededelingen Frederik van Eeden-genootschap xiv, januari 1954, p. 92.
4
Vrijdag 29 maart 1912.
5
Frederik van Eeden, Dagboek. Deel iii, 1971, p. 1237.
6
Afgebeeld in Uitgelezen boeken xiii/2, 17 sept. 2009, p. 31; door De Haan met andere persoonlijke bescheiden aan ene H. Keller geschonken en geveild bij Van Huffel in Utrecht op 14 febr. 1966.
7
Bibliotheca Rosenthaliana; geveild bij Van Huffel 1966.
8
In een voetnoot bij een artikel in het Tijdschrift voor Strafrecht uit 1917.
9
Zie H.T.M. van Vliet, Versierde verhalen. De oorspronkelijke boekbaden van Louis Couperus’ werk (1884-1925) (Amsterdam 2000), p. 341-343; afb. 11 op p. 346.
10
LLD – Doctor of Laws; de brief is, inliggend in een exemplaar van Het portret van Dorian Gray van 1911, bewaard gebleven in de William Andrews Clark Memorial Library van de University of California in Los Angeles.
11
De brief is ingeplakt in het exemplaar van Pathologieën voor Douglas, in 1923 door een verzamelaar verworven en bewaard in The Robert Ross Memorial Collection van de Bodleian Library in Oxford.
12
Vriendelijke mededeling van Caspar Wintermans.
13
‘Jacob Israël de Haan en de kring van Oscar Wilde’. In: Levende Talen, april 1957, p. 182-183.
14
Evenals de brieven van P.C. Boutens aan Robert Ross uit 1912, door Marco Goud gepubliceerd in De Parelduiker 3 (1998) 1 (april) als ‘onlangs opgedoken in de W.A. Clark Memorial Library’.
15
Verzamelde gedichten 1, p. 328-331.
16
Van Eeden, Dagboek, 25 september 1913.