Over dit hoofdstuk/artikel

Hans Renders


+
Hans Renders publiceerde een monografie van het tijdschrift Barbarber (1986) en beschreef de geschiedenis van De Schone Zakdoek in zijn boek Verijdelde Dromen. Een surrealistisch avontuur tussen De Stijl en Cobra (1989).

Over dit hoofdstuk/artikel

Hans Renders


+
Hans Renders publiceerde een monografie van het tijdschrift Barbarber (1986) en beschreef de geschiedenis van De Schone Zakdoek in zijn boek Verijdelde Dromen. Een surrealistisch avontuur tussen De Stijl en Cobra (1989).

Over dit hoofdstuk/artikel

Anthony P. Dekker

over J.C. Bloem


1
Tobi Goedewaagen, geboren in 1895, was na zijn studie in Amsterdam ingeschreven als student filosofie aan de universiteit van Utrecht. Hij was onder meer hoofdredacteur van het fascistisch getinte blad De Waag, waarvoor Bloem ook wel filmrecensies schreef. In de oorlog was hij hoofd van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten.
2
Geheim rapport no. 873 d.d. 20 april 1920 van de officier van justitie te Almelo aan de procureur-generaal van het gerechrshof te Arnhem ten behoeve van de minister van justitie.
3
Toos van der Leeuw-Kipp, echtgenote van Aart van der Leeuw. Haar zuster Joh Kipp woonde in het huis naast Van der Leeuw. In mei 1926 trekt het echtpaar bij de (schoon-)zuster in.
4
De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw, uitgegeven, ingeleid en van aantekeningen voorzien door A. Kets-Vree, Achter het Boek, ‘s-Gravenhage 1979, p. 157.
5
Geheime brief no. 998 d.d. 18 mei 1920 van de officier van justitie te Almelo aan de procureur-generaal van het gerechtshof te Arnhem.
6
De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw, pp. 158-159.
7
Homoseksualiteit, een medische reputarie, de uitdoktering van homoseksueel negenttende-eeuws Nederland, Gert Hekma, Sua, Amsterdam 1987, p. 230.
8
De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw, p. 160.
9
Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 5 (wetenschappelijke editie), dr L. de Jong, ‘s-Gravenhage 1974, p. 167.
10
Zoals blijkt uit de bewaarde afschrifren van brieven van boekhandel Nijhoff aan Bloem.
11
In de ongepubliceerde verzameling brieven van J.C. Bloem aan F.C. Gerretson bevinden zich diverse brieven uit de periode 1922-24 waarin Bloem het huishoudboekje opent voor de verbijsterde ogen van Gerretson, in de hoop zijn toentertijd vermogende kunstbroeder ertoe te bewegen zijn schulden te saneren. In de diverse optellingen lopen de totaalbedtagen uiteen van 7000 tot 12000 oude guldens.
12
Op 4 november 1926 huwt Bloem zijn verloofde Clara Hendrika Catharina Clementine Hélène Eggink, geboren op 18 april 1906. Het feit dat zij bijna negentien jaar jonger was en een opvallend aantrekkelijke verschijning, verleidde veel vrienden en kunstbroeders van Bloem tot venijnige bon mots.
13
Een dichter en zijn wereld, over J.C. Bloem, A.L. Sötemann, Historische Uitgeverij, Groningen 1994, p. 43.
14
Leven met J.C. Bloem, Clara Eggink, Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam 1977, p. 54.
15
J.C. Bloem Gedichten, historisch-kritische uitgave, verzotgd door A.L. Sötemann en H.T.M. van Vliet, deel 2, apparaat en commentaar, Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, Amstetdam, Oxford, New York, 1979.
16
De bneven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw, p. 158.

Over dit hoofdstuk/artikel

E.W.A. Henssen

over Willem Frederik Hermans

over Belcampo


Over dit hoofdstuk/artikel

Jan Paul Hinrichs


Over dit hoofdstuk/artikel

Jan Paul Hinrichs


Over dit hoofdstuk/artikel

Igor Cornelissen

over George Orwell


+
Igor Cornelissen (1935) is journalist en schrijver. Hij publiceerde onder meer De gpoe op de Overtoom. Spionnen voor Moskou 1920-1940 (1989).

Over dit hoofdstuk/artikel

Frank Okker

over Willem Walraven

over E. du Perron


+
Frank Okker (1951) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversitei Leiden en werkt aan een biografie van Willem Walraven. Hij publiceerde eerder over Walraven in Het Oog in ’t Zeil en Indische Letteren.
1
W. Walraven: Brieven. Amsterdam 19922, p. 426.
2
Voor meer informatie over Kritiek en Opbouw, zie E. Locher-Scholten: ‘Kritiek en Opbouw (1938-1942). Een rode splinter.’ In: Ethiek in fragmenten. Vijf studies over het koloniale denken en doen van Nederlanders in de Indonesische archipel 1877-1942.
Utrecht 1981, p. 150-175. Over D.M.G. Koch, destijds bibliothecaris van het departement van gouvernementsbedrijven en bestuurslid van de Algemeen-Democratische Bond (de afgescheiden Indische afdeling van de Beweging voor Eenheid door Democratie), zie D.M.G. Koch: Verantwoording. Een halve eeuw in Indonesie. ‘s-Gravenhage-Bandung 1956.
3
Over de mate waarin Du Perron naast zijn Franse bloed ook Indisch bloed had, is al veel te doen geweest. Volgens Kees Snoek zijn er in elk geval bij Du Perrons moeder inheemse elementen aanwezig en waarschijnlijk ook bij zijn overgrootvader, Louis du Perron. Kees Snoek: ‘Het niemandsland van E. du Perron’. In: Indische Letteren 5, december 1990, p. 199. Zie ook Kees Snoek: De Indische jaren van E. du Perron. Amsterdam 1990, p. 44-49 en J.H.W. Veenstra: ‘De pseudo-Du Perrons’. In: Bzzlletin 13, april 1985, p. 16-25.
4
E. du Perron: Het land van herkomst. Amsterdam 1989, 13e dr. p. 219-220 en 317-318.
5
Mededeling van Lies Walraven (1927). Een andere reden voor het weghouden van het boek is dat Walraven niet gewild heeft dat zijn kinderen een slechte indruk van Du Perron zouden krijgen.
6
Ruim vier jaar later, op 26 september 1939, schrijft hij zelfs aan Frans Schamhardt: ‘Elke Indische familie gaat te gronde, ook die van Du P.’ Hij beschouwt dat dan als ‘de les van dit boek’. Brieven, p. 494.
7
Op 13 maart 1935 schrijft Walraven aan zijn broer: ‘Over een of twee generaties zullen er Walravens in den kampong zitten, wees maar niet bang!’ Brieven, p. 180.
8
De Indische Courant, 21 december 1935.
9
J. Saks: Eduard Douwes Dekker. Zijn jeugd en Indische jaren. Rotterdam 1937. Saks is een pseudoniem van de marxistische essayist P. Wiedijk (1867-1938).
10
Du Perrons artikel ‘De “Zenuwlijder” van Lebak’ verschijnt op 18 februari 1937 in Het Vaderland.
11
Dit artikel verschijnt in twee delen in De Indische Courant van 16 en 17 december 1937.
12
Brieven, p. 445.
13
W.H.W. de Kock: Lebak en de Max Havelaar. Den Haag 1926. Walraven bespreekt het boek in De Indische Courant van 30 oktober 1926. Du Perron leest het in 1937. Menno ter Braak/E. Du Perron: Briefwisseling iv. Amsterdam 1967, p. 82-84.
14
Brief aan Frans Schamhardt van 3 november 1939. Brieven, p. 512.
15
G.M.G. Douwes Dekker (1883-1959), die in dienst was van de Nederlandsch-Indische Spoorwegen, is de kleinzoon van Multatuli’s broer Jan en de jongere broer van de journalist en politicus E.F.E. Douwes Dekker. E. du Perron: Brieven 6, p. 375.
16
Menno ter Braak/E. du Perron: Briefwisseling iv, p. 128. E. du Perron: Brieven 6. Amsterdam 1980, p. 460. Brieven 7, p. 30.
17
De Indische Courant, 12 november 1938
18
Brief van 24 februari 1940 aan J.G. Schamhardt-Walraven, Brieven, p. 589.
19
Brief van 22 december 1939. E. du Perron: Brieven 8, p. 393. Soejitno Mangoenkoesoemo (1900-1947) maakt in 1938 als rechtenstudent kennis met Du Perron. Hij is een jongere broer van Tjipto Mangoenkoesoemo, een van de oprichters van de (nationalistische) Indische Partij.
20
Zie hierover ook Ronald Spoor: ‘Du Perron-Walraven: reconstructie van een verloren correspondentie’. In: Het Oog in ’t Zeil 1, nr. 3 (februari 1984), p. 25-29.
21
Du Perron is er niet in geslaagd in Indië een (vaste) baan te vinden. Hij werkt er slechts als daggelder bij ’s Lands Archief in Batavia van 3 januari tot 1 juni 1938 (Menno ter Braak/E. du Perron: Briefwisseling, p. 223, 225 en 321). Wel verzorgde hij vanaf augustus 1937 de literaire kroniek van het Bataviaasch Nieuwsblad (E. du Perron: Brieven 7, p. 54-55).
22
Zie voor de polemiek tussen Du Perron en Zentgraaff, J.H.W. Veenstra: D’Artagnan tegen Jan Fuselier. Amsterdam 1962.
23
Menno ter Braak/E. du Perron: Briefwisseling iv, p. 100.
24
De Suikerbond, 2e meinummer 1929, p. 368-372.
25
Walraven en de Suikerbond. Bijeengetikt en aan elkaar gepraat door F. Schamhardt (1968), p. 28 en 39. In de bibliotheek van het kitlv, Leiden.
26
E. Locher-Scholten: Ethiek in fragmenten. Utrecht 1981, p.158.
27
Menno ter Braak/E. du Perron: Briefwisseling iv, p. 342.
28
E. du Perron: Brieven 8, p. 203 en 220.
29
Brief aan Rob Nieuwenhuys van zo april 1941. Brieven, p. 741.
30
Schamhardt geeft als datum van het bezoek 3 juli 1939 (Brieven, p. 453). Du Perron woont echter vanaf 1 juli in Buitenzorg. Menno ter Braak/E. du Perron: Briefwisseling iv, p. 384.
31
Brieven, p. 740.
32
Brieven, p. 533.
33
Brief van 7 november 1939 aan Menno ter Braak. Menno ter Braak/E. du Perron: Briefwisseling iv, p. 402.
34
In De Indische Courant van resp. 22 december 1939, 20 april 1940, 31 mei 1940 en 16 november 1940. Door de grote hoeveelheid oorlogsnieuws en de afnemende omvang van de krant duurt het in deze jaren vaak lange tijd voor Walraven zijn recensies kan publiceren.
35
E. du Perron: Brieven 8, p. 392-393.
36
‘Du Perron overleden’, De Indische Courant, 8 augustus 1940 en ‘E. du Perron’, in Kritiek en Opbouw 3 (1 september 1940), p. 212-213.

Over dit hoofdstuk/artikel

Nop Maas

over J.C. Bloem


Over dit hoofdstuk/artikel

Nop Maas

over J.C. Bloem