Over dit hoofdstuk/artikel

Maurits Verhoeff

over Johan van Vorden


+
Maurits Verhoeff (1966) publiceerde eerder in De Parelduiker over o.a. Nescio, Theo Thijssen, Wilhelm Loeb, J.J. de Stoppelaar, Willem Zimmerman en Bob de Mets.

Over dit hoofdstuk/artikel

Peter Janzen

Frans Oerlemans

over Willem Kloos


+
Frans Oerlemans, neerlandicus, en Peter Janzen, historicus, schreven eerder in De Parelduiker over de vrienden van Jacques Perk.
1
Gemeentearchief Amsterdam: niet geïnventariseerd archief van het Wilhelmina Gasthuis; statussen van mannelijke patiënten + kopieboek 45.
2
Kees Joosse, ‘Willem Kloos, een lastige patiënt’, in: Bzzlletin 129 De Tachtigers, 14de jrg. okt. 1985, p. 40-52, en Charles Vergeer, Willem Witsen en zijn vriendenkring. De Amsterdamse Bohème van de jaren negentig, Amsterdam/Brussel 1985, p. 148 e.v. Ook bij G.H. ‘s-Gravesande, De Geschiedenis van De Nieuwe Gids, Brieven en Documenten, Arnhem 1955, p. 497 e.v., en Jan Fontijn, Tweespalt, het leven van Frederik van Eeden tot 1901, Amsterdam 1990, p. 384-386.
3
In 1891 legde de jonge prinses Wilhelmina de eerste steen voor het nieuw te bouwen Wilhelmina Gasthuis, dat kwam te staan naast het bestaande Pesthuis of Buitengasthuis. Het terrein bevindt zich aan de Eerste Helmersstraat te Amsterdam.
4
Zie noot 1.
5
Samson-archief, Universiteitsbibliotheek Amsterdam, sign. Sam 47b. Ook afgedrukt bij: Hubert Michaël, Willem Kloos, zijn jeugd zijn leven, Den Haag 1965, p. 351.
6
Algemeen Handelsblad, 6 februari 1880.
7
G.H. ‘s-Gravesande, p. 187; ook bij K. Joosse, p. 40.
8
Samson-archief, uba, sign. Sam 47b.
9
Samson-archief, uba, sign. Sam gu 11.
10
G.H. ‘s-Gravesande, p. 278.
11
F. van der Goes, Litteraire Herinneringen uit den Nieuwe Gids-Tijd, Santpoort 1921, p. 122.
12
K. Joosse, p. 44; Ch. Vergeer, p. 168.
13
Samson-archief, uba, sign. Sam 47c.
14
Idem, Sam 47d.
15
Idem, Sam gu11.
16
Idem, Sam 47c.
17
K. Joosse, p. 45; Ch. Vergeer, p. 168.
18
Samson-archief, uba, sign. Sam 47d.
19
Idem, Sam 47c.
20
Ising aan Witsen op 8 oktober 1895, in: Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, Witsen-archief, sign. 75 C51 iii.
21
Samson-archief, uba, sign. Sam 47d; ook Ch. Vergeer, p. 170-171.
22
G.H. ‘s-Gravesande, p. 510.
23
Zie noot 20.
24
Samson-archief, uba, sign. Sam 80c.
25
Idem, Sam 47d.
26
Idem, Sam 80c.
27
Zie noot 1.
28
Samson-archief, uba, sign. Sam 54, Van Looy aan Samson, 22 oktober 1895: ‘Ik vernam den slechte toestand van Kloos veroorzaakt door het opnieuw geld geven van Versluys; het is ellendig. Ziet u maar gedaan te krijgen dat hij zich onder behandeling gaat stellen. Ik voorzie anders een al te droevig einde. Ik zou hem noodzaken.’
29
Zie noot 1.
30
Volgens de Voorwaarden tot de opneming en verpleging van lijders in het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te Utrecht, artikel 5. Deze gedrukte Voorwaarden bevinden zich in het Samson-archief, uba, sign. Sam 47.
31
Samson-archief, uba, sign. Sam 47.
32
Van Eeden-archief, Universiteitsbibliotheek Amsterdam, sign. xxiv C 73.
33
Witsen-archief, Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, sign. 75 C 51 V1.
34
Samson-archief, uba, sign. Sam 25.
35
Idem, sign. Sam 47.
36
Idem, sign. Sam 25.
37
Frederik van Eeden, Dagboek 1878-1923, Culemborg 1971, p. 374.
38
Samson-archief, uba, sign. Sam 25.
39
Frederik van Eeden, p. 379.
40
Idem, p. 423.
41
Algemeen Handelsblad, 27 juni 1921.

Over dit hoofdstuk/artikel

F. Bulhof

over Rutger van Zeijst


+
Francis Bulhof (1930), oud-leerling aan het Apeldoorns Gymnasium, doceerde Nederlandse letterkunde aan de University of Texas en de Universität Oldenburg.

Over dit hoofdstuk/artikel

Nop Maas


1
Zie over J. de Vries: M.J.F. Robijns, Radicalen in Nederland (1840-1851). Leiden 1967; J.J. Giele, De pen in de aanslag. Revolutionairen rond 1848. Bussum 1968; Bernt Luger, Wie las wat in de negentiende eeuw? [Utrecht 1997].
2
Zie over hem het in noot 1 genoemde werk van Robijns.
3
Jacques Giele, ‘De oppositie der “volksmannen” (1850-1869)’ in: Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis, nr. 2 (sept. 1975), p. 171-218; citaat p. 184.
4
Zie J.M.H.J. Hemels, De Nederlandse pers voor en na de afschaffing van het dagbladzegel in 1869. Assen 1969, p. 678-680.
5
Zie over deze affaire M.F. van Lennep, Het leven van Mr. Jacob van Lennep. Tweede deel. Amsterdam 1909, p. 84-96.
6
Te raadplegen op de afdeling Zeldzame en Kostbare Werken van de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek.
7
In een noot bij zijn brochure beweerde Van Brussel dat hij sinds 1865 het uitgave- en advertentiebeleid met betrekking tot erotica veranderd had.
8
M.F. van Lennep, Het leven van Mr. Jacob van Lennep. Tweede deel, p. 235.

Over dit hoofdstuk/artikel

Nop Maas


1
Zie over J. de Vries: M.J.F. Robijns, Radicalen in Nederland (1840-1851). Leiden 1967; J.J. Giele, De pen in de aanslag. Revolutionairen rond 1848. Bussum 1968; Bernt Luger, Wie las wat in de negentiende eeuw? [Utrecht 1997].
2
Zie over hem het in noot 1 genoemde werk van Robijns.
3
Jacques Giele, ‘De oppositie der “volksmannen” (1850-1869)’ in: Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis, nr. 2 (sept. 1975), p. 171-218; citaat p. 184.
4
Zie J.M.H.J. Hemels, De Nederlandse pers voor en na de afschaffing van het dagbladzegel in 1869. Assen 1969, p. 678-680.
5
Zie over deze affaire M.F. van Lennep, Het leven van Mr. Jacob van Lennep. Tweede deel. Amsterdam 1909, p. 84-96.
6
Te raadplegen op de afdeling Zeldzame en Kostbare Werken van de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek.
7
In een noot bij zijn brochure beweerde Van Brussel dat hij sinds 1865 het uitgave- en advertentiebeleid met betrekking tot erotica veranderd had.
8
M.F. van Lennep, Het leven van Mr. Jacob van Lennep. Tweede deel, p. 235.

Over dit hoofdstuk/artikel

Petra Couvée

over Boris Pasternak


+
Petra Couvée bezorgde een teksteditie van het verzamelde werk van de Russische emigré-dichteres Anna Prismanova. Zij vertaalde onder meer werk van M. Tsvetajeva, N. Teffi, G. Ivanov, N. Gogol, V. Nabokov en B. Achmadoelina.
1
Sergiogio D’Angelo, ‘Der Fall Pasternak – Zehn Jahre danach’, Osteuropa, 1968.
2
Olga Ivinskaja, Gevangene van de tijd, Amsterdam 1978.
3
Jacqueline de Proyart, Lettres à mes amies Françaises, Parijs 1994, p. 26.
4
Zie noot 2
5
Gesprek met prof C.H. van Schooneveld, 17 oktober 1997, Vozerier-Amancy.
6
Carl Proffer, ‘A Foornote to the Zhivago Affair’, in: The Widows of Russia. Ann Arbor, 1987.
7
Zie noot 6, p. 134.
8
D. Engelen, Geschiedenis van de Binnenlandse Veiligheids dienst, Den Haag 1995.
9
Gesprek met Peter de Ridder, 13 augustus 1997, Lisse.
10
Zie noot 9.
11
Zie noot 2, p. 44.
12
Zie noot 9.
13
Dr. Jan Joos, De deelneming van de Heilige Stoel aan de algemene wereldtentoonstelling van Brussel 1958, Brussel 1961.
14
Zie noot 13, p. 638-639.
15
Posev, 26 oktober 1958, nr. 43, p. 8.
16
Zie noot 2, p. 45.
17
Zie noot 6, p. 137.
18
Zie noot 9.
19
Telefonisch contact met de bvd, 15 oktober 1997.
20
Zie noot 5.

Over dit hoofdstuk/artikel

Kees Snoek

over E. du Perron


+
Kees Snoek (1952) is neerlandicus. Hij is gepromoveerd op De Indische jaren van E. du Perron (1990).
1
Du Perron [voortaan: dp] 1996, p. 395; dp 1954, p. 489.
2
dp 1996, p. 391, dp 1954, p. 483.
3
Zie mijn artikel in nrc Handelsblad van 24 maart 1998.
4
dp 1996, p. 386; dp 1954, p. 478.
5
dp 1996, p. 388; dp 1954, p. 480.
6
dp 1996, p. 390-391; dp 1954, p. 483.
7
Vgl. dp 1955, p. 308.
8
dp 1978, p. 181.
9
Larbaud 1930, p. 23.
10
Larbaud 1994, p. 15.
11
dp 1946, p. 135; dp 1956, p. 221.
12
Watteyn, p. 171; dp 1955, p. 257; gesprek met C.O. Werner.
13
Watteyn, p. 169; dp 1955, p. 255.
14
Watteyn, p. 170; dp 1955, p. 256.
15
Watteyn, p. 171; vgl. dp 1955, p. 257.
16
Watteyn, p. 203-204; 209-216; dp 1955, p. 280-285; ongedateerde brief aan Clairette.
17
dp 1996, p. 384; dp 1954, p. 474.
18
Gesprek met C.O. Werner.
19
dp 1996, p. 391; dp 1954, p. 483-484.
20
Watteyn, p. 227.
21
dp 1996, p. 391; dp 1954, p. 484.
22
dp 1996, p. 489.
23
Watteyn, p. 226-227.
24
dp 1977, p. 34, 452.
25
dp 1996, p. 394; dp 1954, p. 487.
26
dp 1996, p. 393; dp 1954, p. 486.
27
Willink 1950, p. 31.
28
Vgl. Perkens 1926, p. 41-42.
29
Perkens 1926, p. 95.
30
De term is van Hans Roest, in een brief aan J.H.W. Veenstra, d.d. 11 juli 1983.
31
Gesprek met C.O. Werner.
32
dp 1996, p. 392; dp 1954, p. 485.
33
dp 1996, p. 489.
34
dp 1955, p. 373.
35
dp 1996, p. 394; dp 1954, p. 488.
36
Gesprek met C.O. Werner.

Over dit hoofdstuk/artikel

Kees Snoek

over E. du Perron


+
Kees Snoek (1952) is neerlandicus. Hij is gepromoveerd op De Indische jaren van E. du Perron (1990).
1
Du Perron [voortaan: dp] 1996, p. 395; dp 1954, p. 489.
2
dp 1996, p. 391, dp 1954, p. 483.
3
Zie mijn artikel in nrc Handelsblad van 24 maart 1998.
4
dp 1996, p. 386; dp 1954, p. 478.
5
dp 1996, p. 388; dp 1954, p. 480.
6
dp 1996, p. 390-391; dp 1954, p. 483.
7
Vgl. dp 1955, p. 308.
8
dp 1978, p. 181.
9
Larbaud 1930, p. 23.
10
Larbaud 1994, p. 15.
11
dp 1946, p. 135; dp 1956, p. 221.
12
Watteyn, p. 171; dp 1955, p. 257; gesprek met C.O. Werner.
13
Watteyn, p. 169; dp 1955, p. 255.
14
Watteyn, p. 170; dp 1955, p. 256.
15
Watteyn, p. 171; vgl. dp 1955, p. 257.
16
Watteyn, p. 203-204; 209-216; dp 1955, p. 280-285; ongedateerde brief aan Clairette.
17
dp 1996, p. 384; dp 1954, p. 474.
18
Gesprek met C.O. Werner.
19
dp 1996, p. 391; dp 1954, p. 483-484.
20
Watteyn, p. 227.
21
dp 1996, p. 391; dp 1954, p. 484.
22
dp 1996, p. 489.
23
Watteyn, p. 226-227.
24
dp 1977, p. 34, 452.
25
dp 1996, p. 394; dp 1954, p. 487.
26
dp 1996, p. 393; dp 1954, p. 486.
27
Willink 1950, p. 31.
28
Vgl. Perkens 1926, p. 41-42.
29
Perkens 1926, p. 95.
30
De term is van Hans Roest, in een brief aan J.H.W. Veenstra, d.d. 11 juli 1983.
31
Gesprek met C.O. Werner.
32
dp 1996, p. 392; dp 1954, p. 485.
33
dp 1996, p. 489.
34
dp 1955, p. 373.
35
dp 1996, p. 394; dp 1954, p. 488.
36
Gesprek met C.O. Werner.