Over dit hoofdstuk/artikel

titels


auteurs


1
Jean Baudoux (pseudoniem van Jan Schepens), ?Lettres n?erlandaises.? In: Mercure de France, februari-maart 1936, p. 205-206. ?Raymond Brulez, een zeer Latijns klinkende naam, is een bewonderenswaardig kenner van de Franse literatuur en, zoals hij excelleert in literaire en filosofische fantaisies, ontpopt hij zich als een briljante in alle opzichten Franse geest, voor wie Proust, Stendhal en Voltaire geen geheimen meer hebben.?
2
Elsevier’s Geillustreerd Maandschrift 43 (1933) 85 (januari-juli), p. 204.
3
Raymond Brulez, Sheherazade, of Literatuur als losprijs, Steenlandt (Kortrijk 1932): voorpublicatie van het titelverhaal in Forum, september 1932, p. 586-601. Heruitgaven van de bundel bij de Nederlandsche Boekhandel (Antwerpen 1946 en 1955) en Houtekiet (Antwerpen 1999 en 2015). In de uitgave van 2015 werd in het verhaal ?De opstand der voetnota’s? een zinsnede hersteld die in de tweede druk en de daarop gebaseerde derde en vierde druk ontbreekt.
4
Bart Vervaeck, ?Wereldmuziek. Sheherazade van Raymond Brulez.? In: Revolver 33 (2006/2007) 2 (september 2006), p. 38.
5
Alice van Nahuys (N.V. Em. Querido’s Uitg. Mij) aan Raymond Brulez, Amsterdam 15 december 1936. Coll. erven Brulez.
6
Raymond Brulez aan Maurice Roelants, Sint-Michiels 11 januari 1934. Coll. Letterenhuis, R5845/B2.
7
Maurice Roelants aan Raymond Brulez, Brussel 16 augustus 1932. Coll. erven Brulez.
8
Raymond Brulez, ?Auscultatie van den daemon.? In: Forum, mei 1934, p. 484-457.
9
Raymond Brulez, ?De dromer als essayist.? In: Nieuw Vlaams Tijdschrift, juli 1949, p. 128-129; opgenomen in de bundel Diogeentjes (Hasselt 1962), p. 59-62.
10
Robert Proust aan Lucien Brulez (autograaf met los blaadje waarop de briefschrijver een plattegrond van Illiers heeft geschetst); ongedateerd. Coll. erven Brulez.
11
Brief van 28 november 1936; geciteerd in: Michaela Giesing, Das Raubauge in der Stadt. Beckett liest Hamburg (M?nchen 2007), p. 44.
12
Raymond Brulez, ?E. du Perron ou le dernier des individualistes. De smalle mens.? In: Cassandre, 16 februari 1935, p. 5.
13
E. du Perron aan Raymond Brulez, Parijs 19 februari 1935. Coll. erven Brulez.
14
De Franse filosoof en chroniqueur Julien Benda, auteur van het ophefmakende essay La trahison des clercs (1927) over de dubieuze rol van intellectuelen in de Franse politiek.
15
Raymond Brulez, ?Biographies romantis?es. De dolle dictator, door A. Helman – Het land van herkomst, door E. du Perron.? In: Cassandre, 22 februari 1936, p. 9-10. ?Na al zijn teleurstellingen heeft onze auteur dat wijze principe aangenomen om trouw te blijven aan zichzelf, aan zijn innerlijke natuur en aan leven alsof men het reusachtige v??r zich heeft; leven met nieuwsgierigheid en hoop, maar ook met voldoende pessimisme om zich er onmiddellijk bij neer te leggen wanneer alles wat ons leven mogelijk maakt komt te verdwijnen.?
16
Drie korte fragmenten van de brief en van de betreffende passage uit de kroniek werden in facsimile opgenomen in E. du Perron. Schrijversprentenboek (Amsterdam 1969), p. 33.
17
?In onze vorige kroniek, gewijd aan Land van Herkomst van du Perron, hebben wij bepaalde personages ?ge?dentificeerd?. De auteur verzoekt ons niettemin te vermelden dat deze ?identificaties? niet als strikt algebra?sche vergelijkingen mogen gelden en dat er, in het bijzonder bij het personage van H?verl? (Malraux), aanzienlijke feitelijke verschillen bestaan.?
18
E. du Perron aan Raymond Brulez, Parijs 4 april 1936. Coll. Letterenhuis, B917/B2.
19
Menno ter Braak aan Jan Greshoff, Den Haag 20 april 1936. Briefwisseling tussen Menno ter Braak en J. Greshoff 1926-1940, www.mennoterbraak.nl.
20
Het stuk over Ter Braak: Raymond Brulez, ?M. ter Braak ou le politicien sans parti. Politicus zonder partij.? In: Cassandre, 15 juni 1935, p. 5.
21
Jan Greshoff aan Raymond Brulez, Sestri Levante, ongedateerd (ca. juni 1935). Coll. erven Brulez.
22
?Het contact tusschen Hollandsche en Vlaamsche litteratuur. Een onderhoud met Raymond Brulez.? In: Het Vaderland, 21 maart 1936.
23
Raymond Brulez, ?Else B?hler, Duitsch dienstmeisje, door S. Vestdijk.? In: De Groene Amsterdammer, 21 maart 1936, p. 8, en in Cassandre van dezelfde datum.
24
Raymond Brulez, ?Vestdijk ou la revanche de l’artiste. Terug tot Ina Damman, door S. Vestdijk – De dood betrapt, door S. Vestdijk – De oubliette, door S. Vestdijk.? In: Cassandre, 7 september 1935, p. 5.
25
?Intermittences du coeur?: titel van het eerste hoofdstuk van Sodome et Gomorrhe II (1922), het vierde deel van A la recherche du temps perdu van Marcel Proust.
26
Simon Vestdijk aan Raymond Brulez, Bilthoven 26 maart 1936. Coll. erven Brulez.
27
Maurice Roelants, Roman van het tijdschrift Forum of: Liaisons dangereuses (Brussel 1965), p. 64.
28
?Het verschil van mening over de zedelijke normering, dat tot de opheffing van het tijdschrift zou leiden, viel aldus niet samen met de Noord-Zuid grens, zoals dit in de geschiedschrijving over Forum telkens wordt beweerd.? Lut Missinne, Kunst en leven, een wankel evenwicht. Ethiek en esthetiek: prozaopvattingen in Vlaamse tijdschriften en weekbladen tijdens het interbellum (1927-1940) (Leuven- Amersfoort 1994), p. 275-276.
29
E. du Perron aan Menno ter Braak, Parijs 16 juli 1935. Briefwisseling tussen Menno ter Braak en E. du Perron 1930-1940 (herziene editie), www.mennoterbraak.nl.
30
Jan Greshoff aan Menno ter Braak, Sestri Levante 20 juli 1935. Briefwisseling tussen Menno ter Braak en J. Greshoff 1926-1940, www.mennoterbraak.nl.
31
Raymond Brulez, ?De schone tijd van Forum.? In: Elsevier, 4 juli 1965.
32
Raymond Brulez aan Marnix Gijsen, Sint-Michiels 10 januari 1935. Coll. Letterenhuis G994/B2. ?Costerlijke Ethica?: van Dirk Coster. De Toren van Lynkeus (Brugge- Utrecht 1969), p. 83: ?Van de novelle De Maagdensprong werd het slot geschrapt, terwijl de ?erotiek? van De Klok geen genade vond bij de Vlaamse redacteurs.? ?De klok? verscheen in februari 1936 in De Vlaamse Gids.
33
Marnix Gijsen, ?Raymond Brulez. Andr? Terval of Inleiding tot een leven van gelijkmoedigheid?. In: Dietsche Warande & Belfort, september 1930, p. 718-726; opgenomen in Verzameld werk, deel 5 (Amsterdam / ‘s-Gravenhage 1977), p. 747-759.
34
Marnix Gijsen aan Raymond Brulez, New York 21 november 1945. Coll. erven Brulez.

Zie verder van Raymond Brulez: ?Ten tijde van Forum. Vier belangrijke Jaren in de Ontwikkeling van de Nederlandse Letteren?, in: Het Laatste Nieuws, 14 februari 1963; en ?Ter Braak en Du Perron. Een Blik achter de Schermen,? in: Het Laatste Nieuws, 7 oktober 1965. De Forum-bijdragen van Brulez zijn beschikbaar in elektronische edities op www.dbnl.org.

Over dit hoofdstuk/artikel

titels


auteurs


1
Jean Baudoux (pseudoniem van Jan Schepens), ?Lettres n?erlandaises.? In: Mercure de France, februari-maart 1936, p. 205-206. ?Raymond Brulez, een zeer Latijns klinkende naam, is een bewonderenswaardig kenner van de Franse literatuur en, zoals hij excelleert in literaire en filosofische fantaisies, ontpopt hij zich als een briljante in alle opzichten Franse geest, voor wie Proust, Stendhal en Voltaire geen geheimen meer hebben.?
2
Elsevier’s Geillustreerd Maandschrift 43 (1933) 85 (januari-juli), p. 204.
3
Raymond Brulez, Sheherazade, of Literatuur als losprijs, Steenlandt (Kortrijk 1932): voorpublicatie van het titelverhaal in Forum, september 1932, p. 586-601. Heruitgaven van de bundel bij de Nederlandsche Boekhandel (Antwerpen 1946 en 1955) en Houtekiet (Antwerpen 1999 en 2015). In de uitgave van 2015 werd in het verhaal ?De opstand der voetnota’s? een zinsnede hersteld die in de tweede druk en de daarop gebaseerde derde en vierde druk ontbreekt.
4
Bart Vervaeck, ?Wereldmuziek. Sheherazade van Raymond Brulez.? In: Revolver 33 (2006/2007) 2 (september 2006), p. 38.
5
Alice van Nahuys (N.V. Em. Querido’s Uitg. Mij) aan Raymond Brulez, Amsterdam 15 december 1936. Coll. erven Brulez.
6
Raymond Brulez aan Maurice Roelants, Sint-Michiels 11 januari 1934. Coll. Letterenhuis, R5845/B2.
7
Maurice Roelants aan Raymond Brulez, Brussel 16 augustus 1932. Coll. erven Brulez.
8
Raymond Brulez, ?Auscultatie van den daemon.? In: Forum, mei 1934, p. 484-457.
9
Raymond Brulez, ?De dromer als essayist.? In: Nieuw Vlaams Tijdschrift, juli 1949, p. 128-129; opgenomen in de bundel Diogeentjes (Hasselt 1962), p. 59-62.
10
Robert Proust aan Lucien Brulez (autograaf met los blaadje waarop de briefschrijver een plattegrond van Illiers heeft geschetst); ongedateerd. Coll. erven Brulez.
11
Brief van 28 november 1936; geciteerd in: Michaela Giesing, Das Raubauge in der Stadt. Beckett liest Hamburg (M?nchen 2007), p. 44.
12
Raymond Brulez, ?E. du Perron ou le dernier des individualistes. De smalle mens.? In: Cassandre, 16 februari 1935, p. 5.
13
E. du Perron aan Raymond Brulez, Parijs 19 februari 1935. Coll. erven Brulez.
14
De Franse filosoof en chroniqueur Julien Benda, auteur van het ophefmakende essay La trahison des clercs (1927) over de dubieuze rol van intellectuelen in de Franse politiek.
15
Raymond Brulez, ?Biographies romantis?es. De dolle dictator, door A. Helman – Het land van herkomst, door E. du Perron.? In: Cassandre, 22 februari 1936, p. 9-10. ?Na al zijn teleurstellingen heeft onze auteur dat wijze principe aangenomen om trouw te blijven aan zichzelf, aan zijn innerlijke natuur en aan leven alsof men het reusachtige v??r zich heeft; leven met nieuwsgierigheid en hoop, maar ook met voldoende pessimisme om zich er onmiddellijk bij neer te leggen wanneer alles wat ons leven mogelijk maakt komt te verdwijnen.?
16
Drie korte fragmenten van de brief en van de betreffende passage uit de kroniek werden in facsimile opgenomen in E. du Perron. Schrijversprentenboek (Amsterdam 1969), p. 33.
17
?In onze vorige kroniek, gewijd aan Land van Herkomst van du Perron, hebben wij bepaalde personages ?ge?dentificeerd?. De auteur verzoekt ons niettemin te vermelden dat deze ?identificaties? niet als strikt algebra?sche vergelijkingen mogen gelden en dat er, in het bijzonder bij het personage van H?verl? (Malraux), aanzienlijke feitelijke verschillen bestaan.?
18
E. du Perron aan Raymond Brulez, Parijs 4 april 1936. Coll. Letterenhuis, B917/B2.
19
Menno ter Braak aan Jan Greshoff, Den Haag 20 april 1936. Briefwisseling tussen Menno ter Braak en J. Greshoff 1926-1940, www.mennoterbraak.nl.
20
Het stuk over Ter Braak: Raymond Brulez, ?M. ter Braak ou le politicien sans parti. Politicus zonder partij.? In: Cassandre, 15 juni 1935, p. 5.
21
Jan Greshoff aan Raymond Brulez, Sestri Levante, ongedateerd (ca. juni 1935). Coll. erven Brulez.
22
?Het contact tusschen Hollandsche en Vlaamsche litteratuur. Een onderhoud met Raymond Brulez.? In: Het Vaderland, 21 maart 1936.
23
Raymond Brulez, ?Else B?hler, Duitsch dienstmeisje, door S. Vestdijk.? In: De Groene Amsterdammer, 21 maart 1936, p. 8, en in Cassandre van dezelfde datum.
24
Raymond Brulez, ?Vestdijk ou la revanche de l’artiste. Terug tot Ina Damman, door S. Vestdijk – De dood betrapt, door S. Vestdijk – De oubliette, door S. Vestdijk.? In: Cassandre, 7 september 1935, p. 5.
25
?Intermittences du coeur?: titel van het eerste hoofdstuk van Sodome et Gomorrhe II (1922), het vierde deel van A la recherche du temps perdu van Marcel Proust.
26
Simon Vestdijk aan Raymond Brulez, Bilthoven 26 maart 1936. Coll. erven Brulez.
27
Maurice Roelants, Roman van het tijdschrift Forum of: Liaisons dangereuses (Brussel 1965), p. 64.
28
?Het verschil van mening over de zedelijke normering, dat tot de opheffing van het tijdschrift zou leiden, viel aldus niet samen met de Noord-Zuid grens, zoals dit in de geschiedschrijving over Forum telkens wordt beweerd.? Lut Missinne, Kunst en leven, een wankel evenwicht. Ethiek en esthetiek: prozaopvattingen in Vlaamse tijdschriften en weekbladen tijdens het interbellum (1927-1940) (Leuven- Amersfoort 1994), p. 275-276.
29
E. du Perron aan Menno ter Braak, Parijs 16 juli 1935. Briefwisseling tussen Menno ter Braak en E. du Perron 1930-1940 (herziene editie), www.mennoterbraak.nl.
30
Jan Greshoff aan Menno ter Braak, Sestri Levante 20 juli 1935. Briefwisseling tussen Menno ter Braak en J. Greshoff 1926-1940, www.mennoterbraak.nl.
31
Raymond Brulez, ?De schone tijd van Forum.? In: Elsevier, 4 juli 1965.
32
Raymond Brulez aan Marnix Gijsen, Sint-Michiels 10 januari 1935. Coll. Letterenhuis G994/B2. ?Costerlijke Ethica?: van Dirk Coster. De Toren van Lynkeus (Brugge- Utrecht 1969), p. 83: ?Van de novelle De Maagdensprong werd het slot geschrapt, terwijl de ?erotiek? van De Klok geen genade vond bij de Vlaamse redacteurs.? ?De klok? verscheen in februari 1936 in De Vlaamse Gids.
33
Marnix Gijsen, ?Raymond Brulez. Andr? Terval of Inleiding tot een leven van gelijkmoedigheid?. In: Dietsche Warande & Belfort, september 1930, p. 718-726; opgenomen in Verzameld werk, deel 5 (Amsterdam / ‘s-Gravenhage 1977), p. 747-759.
34
Marnix Gijsen aan Raymond Brulez, New York 21 november 1945. Coll. erven Brulez.

Zie verder van Raymond Brulez: ?Ten tijde van Forum. Vier belangrijke Jaren in de Ontwikkeling van de Nederlandse Letteren?, in: Het Laatste Nieuws, 14 februari 1963; en ?Ter Braak en Du Perron. Een Blik achter de Schermen,? in: Het Laatste Nieuws, 7 oktober 1965. De Forum-bijdragen van Brulez zijn beschikbaar in elektronische edities op www.dbnl.org.

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


Over dit hoofdstuk/artikel

titels


auteurs


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


landen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


1
Victor E. van Vriesland, ?Persoonlijke herinneringen?, De Gids 129e jrg. (1966) nr. 7/8, p.171-173. Deze vriendschap zal zonder twijfel worden belicht door Jo Otten-biograaf Rob Groenewegen die de biografie van Van Vriesland voorbereidt voor uitgeverij Atlas Contact.
2
Bloems levensgezellin Clara Eggink (1906-1991) merkte eens tegenover schrijver dezes op, dat het haar verbaasde hoe weinig de jongere generaties schrijvers elkaar thuis en in literaire kring ontmoetten.
3
Verteld aan schrijver dezes, ten huize van Van Vriesland, 1968.
4
Zie noot 1.
5
Zoals het echtpaar vertelde tijdens het nos-televisieprogramma over Van Vriesland, De Onvergetelijken, 1971.
6
Zie noot 1.
7
J.C. Bloem, Gedichten. Historisch-kritische uitgave, verzorgd door A.L. S?temann en H.T.M. van Vliet. Deel I.Teksten, Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, Amsterdam/Oxford/New York, 1979, p. 228.
8
Bijvoorbeeld: J.C. Bloem, Verzamelde gedichten, Amsterdam, Athenaeum – Polak & Van Gennep, 8e, opnieuw herziene druk, 1981, p. 216.
9
J.C. Bloem, Gedichten. Historisch-kritische uitgave, verzorgd door A.L. S?temann en H.T.M. van Vliet. Deel 2. Apparaat en commentaar, Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, Amsterdam/Oxford/New York, 1979, p. 218-220.
10
Idem.
11
Jan Campert, Verzamelde gedichten 1922-1943 (ed. G.H. ‘s-Gravesande), ‘s-Gravenhage, A.A.M. Stols, 1947, p. 185.
12
Idem, p. 184.
13
Uitgegeven door Stols in de bekende, destijds door Hoornik geredigeerde Helikon-reeks (1941, jrg. 11, nr. 15). Overigens kan Bloem de gedichten ook hebben leren kennen toen Clara Eggink met nieuwe echtgenoot Jan Campert bij Bloem en zoon Wim introk.
14
Zie noot 9.
15
Idem.

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


1
Het gedicht stond voor het eerst in Maandblad Groningen, 7 (1924), no. 2. De bijbehorende muziek is van Eddy de Jonge, uitgevoerd door T?rf, op de cd Op roemte (Groningen 2001).
2
Jan Boer (1899-1983) groeide op in het wierdedorpje Rottum en het niet meer bestaande Delthuizen. Zijn werk – overwegend verhalende toegankelijke po?zie – verscheen vanaf 1922 in het tijdschrift Maandblad Groningen. Willem de M?rode noemde hem ?Het zingend hart van Groningen?.
3
Uit: Roemte en voart (Groningen 1954).
4
Aafke Steenhuis, Stemmen van Groninger dijken (Amsterdam 2004⁵), p. 63.
5
Wouter Godijn werd met Hoe ik een beroemde Nederlander werd (Amsterdam 2013) genomineerd voor de ako – literatuurprijs.
6
Auke Hulst, Kinderen van het ruige land (Amsterdam 2014⁹), p. 28.
7
Idem, pag 57-58.
8
Idem, pag 27-28.
9
Henk Jan Smit (1947) groeide als kruidenierszoon op in een gereformeerd milieu in Oostwold. Toen hij vijftien was verhuisden zijn ouders naar Veendam. Hij publiceerde onder meer Winkelboekje (1984), Mementen (1994) en Tiggelwaark (1999).
10
Tiggelwaark.
11
Uit Jan Glas, De vangers van zummer (Groningen 2004).
12
Cees Hofsteenge, De Ploeg 1918-1941 De hoogtijdagen (Groningen 1993).
13
Nanne Tepper, De eeuwige jachtvelden (Amsterdam 1998⁵), p. 258.
14
Herman Sandman, Arcadia der Po?ten. Het literaire leven in Groningen 1945-2005 (Groningen 2008).
15
Wenst is Gronings voor heimwee.
16
Uit Twijstried (Buitenpost 1980).
17
Pieter Keuning schreef onder het pseudoniem Peter van Alsingha vooral christelijke po?zie. Hij koos in 1925 voor het bedrijfsleven en werd mededirecteur van uitgeverij Bosch en Keuning in Baarn.
18
Bill Mensema (Delfzijl 1960) was leadzanger van de door hemzelf opgerichte band Crimes of Nature, stond als ene helft van het duo Bob & Bill in poppodium Vera in het voorprogramma van Allen Ginsberg en schreef romans als Doem Dada (2008), Fietsen met Bob Dylan (2009), Captain Liefie (2011) en Rock 7 (2013). Voor het verhaal ?Pink Floyd? zie http://dezwartemannen.blogspot.nl/2012/04/decorum.html.
19
Cornelis Onno Jellema (1936-2003) studeerde theologie in Amsterdam, Duits in Utrecht en werd wetenschappelijk medewerker Duitse letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij schreef kritieken over Duitse literatuur in NRC Handelsblad en debuteerde in 1961 in De Gids. Hij brak in 1981 door met de bundel De schaar van het vergeten.
20
C.O. Jellema, Door eenen spiegel (Amsterdam 1984).
21
Bert Schierbeek, Weerwerk (Amsterdam 1977).
22
Kinderen van het ruige land, p. 28.
23
Stichting Beeldlijn, De zoon van de levende stad (Groningen 2004).
24
Het gedicht is opgenomen in Twijstried, maar stond volgens Henk Scholte in 1965 in de Winschoter Courant. De precieze datum is niet bekend. Aanleiding was dat de Noordelijke Economische Technische Organisatie ( neto) zich in de ogen van Van Wattum liet inpakken door de nam.

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


1
Zie Sandra van Voorst, ?En dat Duitse boek? Het internationale fonds van Uitgeverij G.A. van Oorschot 1945-1987?, in ZL 4 (2005) 2, p. 168-189.
2
Alle vijfbrieven komen uit de door de auteurs samengestelde selectie Meine Heimat bin ich selbst (Dumont, Keulen 2010). E?n, de brief aan Jan Greshoff, wordt hier voor het eerst in de oorspronkelijke, Nederlandse versie gepubliceerd. De originele brieven bevinden zich in de collectie Albert Vigoleis Thelen in het Letterkundig Museum in Den Haag.
3
Op de website www.mennoterbraak.nl zijn 16 brieven van Thelen aan Ter Braak en 35 brieven van Ter Braak aan Thelen te lezen.
1
Het telegram ?lig op sterven, zwingli? (zie de ?Proloog? van Het Eiland) was de aanstoot tot Thelens ?lotgevallen op het eiland?. Zie de inleiding. Beatrices broer heette in werkelijkheid Peter Herbert Zwingli Bruckner (1907-1944). Hij stierf in Santa F? de Bogot? aan de ziekte van Charcot.
2
Albert Theophil Bruckner (1904-1985), broer van Beatrice, paleograaf, professor in de geschiedenis der Middeleeuwen in Bazel.
3
Beatrices moeder Anna Maria Bruckner (geb. 1877) stierf op 18 augustus 1931 in Bazel, kort voor haar vierenvijftigste verjaardag.
4
Grabock of Grabok – roman die Van Vriesland nooit realiseerde.
5
In Constant van Wessems bloemlezing Twintig Noorden Zuid-Nederlandsche verhalen (1930) verscheen een fragment uit het eerste hoofdstuk: ?Eerste opvlucht en terugval? (p. 222-234).
6
Thelen was in april of mei 1931 naar Amsterdam verhuisd.
7
Het ?positieve bericht? luidt dat de heer Everard Bouws, die over vele contacten met uitgeverijen in Duitsland beschikt, zich voor Van Vriesland wil inzetten.
8
Deze nb -toevoeging in handschrift. ?anbellen? is een woordgrapje van Thelen. Het Duitse ?bellen? betekent: blaffen.
9
In de originele brief ?Irrungen und Wirrungen?, een verwijzing naar Irrungen, Wirrungen van Theodor Fontane. De Nederlandse vertaling heet Dolingen, dwalingen.
10
Appartement in de Calle de Solidad (Straat der eenzaamheid), waar Thelen en Beatrice met Zwingli en zijn minnares samenwoonden totdat ze ruzie kregen.
11
Baljaren = ravotten en verwijst tegelijk naar de naam van de eilandengroep waartoe Mallorca behoort: de Balearen.
12
Een filmproject waarover Thelen in Het Eiland spreekt. Volgens Thelens verklaring werkte Van Vriesland aan een draaiboek voor zijn toenmalige geliefde, een niet ge?dentificeerde Duitse toneelspeelster. Thelen beschrijft hoe het project ten slotte mislukt door het faillissement van de filmmaatschappij.
13
Maria del Pilar Sanchez. Don Pedro is Zwingli. Deze brief toont in menig opzicht aan hoe nauw Thelen zich in Het Eiland aan het werkelijke gebeuren heeft gehouden.
14
Dit meisje verschijnt als Julietta in Het Eiland.
15
Pension Catalana in de Calle Apuntadores. Dit is het pension Del Conde in Het Eiland. Vgl. de brief van 9 oktober 1931.
16
Zie hiervoor noot 3.
17
In het tijdschrift Die Literatur verschenen vanaf 1931 drie ?Nederlandse brieven? over Nederlandse literatuur van de hand van Thelen.
18
Thelen schreef onder het pseudoniem Leopold Fabrizius tussen 1934 en 1940 literatuurrecensies voor Het Vaderland (zie de inleiding). Zie daartoe ook: Albert Vigoleis Thelen, Die Literatur in der Fremde. Uit het Nederlands vertaald en geredigeerd door Erhard Louven (1996).
19
Van de Moezel met op het etiket een wijnboer die een stelende jongen een pak slaag op zijn blote billen geeft. Daarom: Nackt-arsch.
20
Het is niet duidelijk om welke recensie het hierbij gaat. De eerstvolgende gepubliceerde bespreking van Fabrizius is volgens deze brief Alfred D?blins roman Pardon wird nicht gegeben die bij uitgeverij Querido verscheen.
21
Harry Graf Kessler (1868-1937) was een Duitse diplomaat, kunstverzamelaar, mecenas, essayist en publicist. Zijn boek Gesichter und Zeiten verscheen in 1935 bij uitgeverij S. Fischer in Berlijn. Thelen was op Mallorca werkzaam als Kesslers secretaris. Zie Het Eiland, hoofdstuk 25.
22
Kessler heeft moeite gedaan om het verschijnen van zijn boek in Duitsland niet in gevaar te brengen. In september 1935 werd het zonder opgaaf van redenen verboden – mogelijk werd Kessler door spionnen op Mallorca verraden en aangegeven, misschien was tevens een ongeautoriseerde nadruk in de emigrantenpers (Pariser Tageblatt) van een deel van de voorafdruk aanleiding tot het verbod. Desondanks mocht het literaire tijdschrift Neue Rundschau dat bij uitgeverij S. Fischer uitkwam fragmenten van het geplande volgende deel publiceren. Licentie-uitgaven verschenen bij Faber & Faber evenals bij Plon.
23
Anton Adriaan Mussert (1894-1946), oprichter en voorman van de nsb.
24
Mogelijkerwijs gaat het om de roman H?nengr?ber ohne H?nen, waarover Thelen in Het Eiland vertelt (o.a. in hoofdstuk 16).
25
Van 20 tot 25 mei 1935 vond het dertiende internationale pen -congres in Barcelona plaats. Het congres sloot af met een excursie naar Mallorca.
26
Deze getypte brief is in het Nederlands gesteld en wordt hier op de hoofdletters na – Thelen gebruikte alleen kleine letters – in de spelling van Vigoleis overgenomen.
27
Arthur van Rantwijk (1910-1993), redacteur van Groot Nederland, secretaris van Jan Greshoff.
28
Menno ter Braak en Edgar du Perron. Ter Braak pleegde zelfmoord. Een halve dag eerder stierf Du Perron aan een hartaanval.
29
Annie Paap was de vrouw van de Utrechtse muziekrecensent en componist Wouter Paap.
30
Marsmans jeugdvriend Arthur Lehning.
31
In de C?te d’Or, 80 km ten noordoosten van Bordeaux.
32
?ngelo C?sar.
33
Zuid-Afrika.
34
Om naar Zuid-Afrika te emigreren.
35
Een plaatsje 10 km ten oosten van Bordeaux.
36
In juli 1940 werd Vichy gedurende de Tweede Wereldoorlog de zetel van het Franse Vichy-regime onder generaal Henri Philippe P?tain.
37
In de Haute-Savoie, ten oosten van Gen?ve, waar Marsman met Thelen in 1939 aan de vertaling van Teixeira de Pascoaes had gewerkt.
38
Lees: weet.
39
G.H. ‘s-Gravesande, pseudoniem van G.H. Pannekoek, redacteur kunst van Het Vaderland.
40
Misschien Nini Brunt, de vrouw van typograaf Jan van Krimpen en de zus van Greshoffs vrouw Aty.
41
Ant was de vrouw van Ter Braak, Bep de echtgenote van Du Perron.
42
De Napoleon-biografie van Teixeira de Pascoaes. Thelen voltooide die vertaling, die in 1950 bij Meulenhoff uitkwam onder de titel Napoleon. Spiegel van de antichrist.
43
Denkelijk Jan Greshoff zelf.
44
In een brief van 2 maart 1940 (zie de website van mennoterbraak.nl).
45
Wat de verslechterde verstandhouding tussen Ter Braak en Marsman betreft: die ging terug op een kortstondige liefdesrelatie tussen Marsmans vrouw Rien en Ter Braaks Duitse vriend, de typograaf Helmut Salden in 1937. ?Rien war nun einmal so geil wie Schifferscheisse? als er een adonis in de buurt was, zou Thelen hebben gezegd (Jaap Goedegebuure, Zee berg rivier. Het leven van H. Marsman, 1999, p. 402, noot 126).

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


1
Duitse Kroniek, jg. 37, nr. 3-4, blz. 13.
2
Sinds mei 2013 hebben we zelfs de beschikking over een nieuw verzorgde dundrukuitgave van Thelens roman door uitgeverij Het Tweede Gezicht in Den Haag, met een nawoord van vertaler Wil Boesten, plus inhoudsopgave en register van Bouman.
3
Albert Vigoleis Thelen, Die Literatur in der Fremde. Literaturkritiken. Herausgegeben, aus dem Niederl?ndischen ?bersetzt und mit einem Vorwort von Erhard Louven. Weidle, Bonn 1996. Het voorwoord is zeer informatief.