Over dit hoofdstuk/artikel

Mathijs Smit


7 december 1898


1
Mathijs Smit, ‘“In deze Bouwkunst kan onze. Dichtkunst een zuster zien”. Het gemeenschappelijk werk van H.P. Berlage en Albert Verwey’, Literatuur. Tijdschrift over Nederlandse letterkunde, jg. 13 (1995) no. 5, en M. Smit, ‘“De gouden droom van groei tot de ware gemeenschap”. De gemeenschapskunst van H.P. Berlage en Henriëtte Roland Holst’, Literatuur, jg. 14 (1996) no. 2.
2
H.P. Berlage, ‘Over Architectuur’, Het Tweemaandelijksch Tijdschrift, jg 1, 6 (juli 1895) 417-427, aldaar 420.
3
Ibidem.
4
H.P. Berlage, ‘Dr. P.J.H. Cuypers’, De Kroniek, 16 mei 1897.
5
J.E. van der Pek, ‘De nieuwe Beurs’, Algemeen Handelsblad, 17 maart 1898. Zie ook J.E. van der Pek, ‘Aphorismen in het werk van H.P. Berlage’, in: Dr. H.P. Berlage en zijn werk (Rotterdam 1916).
6
H.P. Berlage, ‘Over Architectuur’, Het Tweemaandelijksch Tijdschrift, jg ii, 3 (januari 1896) 202-235, aldaar 223-233.
7
C.J. van der Peet en G. Steenmijer (red.), De Rijksbouwmeesters, twee eeuwen architecten van de Rijksgebouwendienst en zijn voorlopers (Rotterdam 1995).
8
Met de eerste wordt waarschijnlijk E. Breman bedoeld. De tweede is Willem Springer of een van zijn zoons J.L. Springer en J.B. Springer.
9
De Kroniek (1897), 249-251 (Jan Veth) en 259 (Jozef Israëls).
10
Deze opmerking bleek profetisch. De Beurs werd op 28 mei 1903 door de jonge koningin Wilhelmina geopend. Tijdens de openingsplechtigheid werd Berlage benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
11
Bedoeld wordt Victor de Stuers, de invloedrijke referendaris van de afdeling Kunsten en Wetenschappen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Cuypers was een belangrijke protégé van De Stuers.