Over dit hoofdstuk/artikel

Maurits Verhoeff

Marco Entrop

over Bob de Mets


+
Marco Entrop (1956) en Maurits Verhoeff (1966) publiceerden eerder in De Parelduiker over Mijn eigen tijdschrift van Wilhelm Loeb.
1
Dossier Jan Demets. Processtukken Zender Brussel (inv. nr. 968b/47, carton 250 b-1949), Militair Gerechtshof, Paleis van Justitie, Brussel.
2
Bob de Mets, Asfalt. Poéste érotique, uitgeverij Renova, Rotterdam 1924. Datzelfde jaar verscheen een van zetfouten ontdane, tweede druk.
3
Jean Demets, 1926. Met twee lino’s van A. Gonzales della Pastore, Jack Krul, Den Haag 1926.
4
Zowel het Haags Gemeentearchief als de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag is in het bezit van de nummers 1 en 4 van Het Woord. Van nummer 2 beschikt de kb alleen over een fotokopie. Een exemplaar van nummer 3 bevindt zich in het Herwarth Waldenarchief in de Staatsbibliothek zu Berlin.
5
S. Bakker, Het literaire tijdschrift Het Woord 1945-1949, Amsterdam 1987, p. 634.
6
B. de Mets, ‘Hallucinatie’, in: G. Komrij, De Nederlandse poezie van de negentiende en twintigste eeuw in duizend en enige gedichten, tiende hetziene en vermeerderde druk, Amsterdam 1996, p. 494.
7
De gegevens over Demets in Nederland werden door ons gedestilleerd uit de bevolkingsregisters en adresboeken in de gemeentearchieven van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam.
8
Van Jan de Vries hebben wij geen persoonsgegevens kunnen achterhalen.
9
Opmerkelijk in dit verband is dat Valentijn van Uytvanck, in Groot Nederland van februari 1926, al een duidelijke overeenkomst signaleerde tussen De Driehoek en het eerste nummer van Het Woord. Nadat hij De Driehoek zeer negatief had besproken, schreef Van Uytvanck: ‘[Het Woord] is een soortgelijk in Holland verschijnend blad, de redaktie is meer doordrongen van de sociale wantoestanden der Kunst en het gedrukte is typogtafisch nog iets “beeldender”. “Het Woord” heeft echter sterker pretenties op het litteraire.’
10
Naast het tijdschrift gaf de redactie de reeks Cahiers van De Driehoek uit, speciaal bedoeld voor werk van medewerkers. De titels die Demets ter recensie ontving waren: Claudia door Duco Perkens (4 juli 1925) en De trust der vaderlandsliefde door Paul van Ostaijen (30 juli 1925). Later volgden nog: Een tussen vijf door Perkens ( 12 november 1925), Enzovoort door Gaston Burssens (4 oktober 1926) en Om den Dood door Roel Houwink (4 oktober 1926). In augustus 1925 ontving Demets de eerste vier nummers van De Driehoek. In september kreeg Het Woord bovendien vijf exemplaren van de nummers 2, 3 en 4 in commissie. Beide kasboeken worden bewaard in het administratief archief van De Driehoek, Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwepen (amvc).
11
Bob de Mets, ‘π’, in: De Driehoek, september 1925. Peeters heeft op zijn beurt aan Het Woord zullen meewerken. In de brief die Demets hem op 15 juni 1926 schreef, is sprake van enkele lino’s uit 1925 die Peeters voor publicatie in Het Woord ter beschikking had gesteld (amvc, archief J. Peeters, inv. nr. p 272639/b2).
12
Brief van B. de Mets aan D. Perkens, d.d. 17 januari 1926 (amvc, archief J. Peeters, inv. nr. p 3455/B2). Welke persoonlijke tragedies Demets waren overkomen, bleef onvermeld. In 1925 stond hij in het bevolkingsregister van Den Haag ingeschreven als directeur van een reclamebureau. Mogelijk was hij daarmee in de fmanciële problemen geraakt.
13
Jacobus ‘Jack’ Krul (1896-1964) publiceerde gedichten in Stroomingen (1918), Morks Magazijn (1919) en Het Getij (1920 en 1921). Hij was medewerker van het anti-militaristische tijdschrift De wapens neder en actief in de iamv, de Internationale Anti-Militaristische Vereeniging. In 1924 vertaalde hij Het verhaal van den onbekenden soldaat van Gigi Damiani en De Godspest van John Most. Met dank aan mevrouw A.V. Krul (Den Haag), die ons inzage verleende in haar vaders literaire nalatenschap.
14
Zo blijkt uit een brief van C.A. Willink aan J. Peeters, d.d. 25 augustus 1925 (amvc, archief J. Peeters, inv. nr. w721/b1). Van Willink was in De Driehoek (mei 1925) een houtsnede opgenomen.
15
I. Subotić, ‘Het tijdschrift ‘Zenit’ en de verschijning van het konstruktivisme’, in: W. Kotte (red.), Joegoslavisch konstruktivisme, 1921-1981, z.p.z.j. [Uttecht 1983], p. 12-19.
16
Brief van J. Krul aan J. Peeters, d.d. 19 juli 1926 (amvc, archief J. Peeters, inv. nr. p 272639/b2). Het betreft de dichters Gaston Burssens en Michel Seuphor en de beeldend kunstenaars Victor Servranckx, Jan van der Zee, Hubert Dubois, Máttis Teutsch, Jos. Leonard, Karel Maes, Felix de Boeck en Antonio Fornari. Op Seuphor en De Boeck na hadden zij allen meegewerkt aan De Driehoek, en behalve Teutsch en Van der Zee eveneens aan Het Overzicht.
17
Brief van B. de Mets aan D. Perkens, op. cit. (noot 12).
18
Brief van J. Demets aan J. Peeters, d.d. 15 juni 1926 (amvc, archief J. Peeters, inv. nr. p 272639/b2).
19
De Hongaarse beeldend kunstenaar en architect Lajos von Ebneth (1902-1982) had zich in 1924 in Nederland gevestigd. In de zomer van 1926 betrok hij een woning op de Zandvoortschelaan 12 te Kijkduin, om de hoek bij Demers die woonde op de Katwijkschelaan 10. Het direct aan zee gelegen huis van Von Ebneth was een centrum van de internationale avant-garde. Hij ontving er onder anderen Schwitters, László Moholy-Nagy en Hannah Höch en de Stijl-kunstenaars Huszár, Oud, Wils, Van der Leck en Rietveld. Zie: M. Knol (red.), Kurt Schwitters in Nederland. Merz, De Stijl & Holland Dada, Zwolle 1997. Het is niet uitgesloten dat Demets Schwitters heeft ontmoet toen deze tijdens de zomervakantie van 1926 bij Von Ebneth logeerde.
20
Henrik Scholte zorgde voor verdere verspreiding van dit doodsbericht door er in zijn rubriek ‘De poëzie van de maand’ in Nederland van 6 augustus 1926 een opmerking over te maken.
21
E. du Perron, Brieven 1, Amsterdam 1977, p. 98 en 100.
22
Du Perron drukte het verhaal alsnog in zijn geheel af in het eerste nummer van Avontuur (februari 1928), het tijdschrift dat hij samen met Van Ostaijen redigeerde, en bundelde het in Nutteloos verzet (1929).
23
A. Gonzales della Pastore was het pseudoniem van Alex Pierre Joseph van de Driessche (1890-1945), geboren in Brussel-Elsene en in 1916 naar Nederland gevlucht. Hij studeerde korte tijd aan de kunstacademie in Parijs. Informatie afkomstig van zijn zoon Carlos van de Driessche (Den Haag), in een telefoongesprek met M. Verhoeff op 6 februari 1997. Van de Driessche illustreerde 1926 (zie noot 3). Hendrik Pieter Faber (1900-1972) kwam in 1924 vanuit Groningen naar Den Haag. Behalve als kunstschilder was hij actief als reclameontwerper, onder meer voor de firma Droste.
24
I.K. Bonset, ‘Van de beeldende letteren’, in: De Stijl, jg. 7 (serie xiii 1926), nr. 73/74, p. 2-3. Van Doesburg maakte melding van het verschijnen van dit nummer op de briefkaart die zijn vrouw Nelly op 17 juni 1926 aan Hannah Höch schreef. Gepubliceerd in: R. Burmeister en E. Fürlus (red.), Hannah Hoch Ein Lebenscollage. Archiv-Edition, Band II (1921-1945), tweede deel, Berlijn 1995, p. 2 59.
25
In het Van Doesburg-archief (Schenking Van Moorsel), dat berust bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag, bevinden zich geen brieven van Demets. Het enige blijk van contact is de vermelding van het tweede nummer van Het Woord in de rubriek ‘Toegezonden tijdschriften en boeken’ in De Stijl, jg. 7(serie xiii 1926-1927), nr. 75/76, p. 47-48.
26
Du Perron, op. cit. (noot 21), p. 96.
27
In het Werkman-archief (Stedelijk Museum, Amsterdam) bevinden zich getypte afschriften van twee brieven (d.d. 11 oktober 1926 en d.d. 9 november 1926) van Demets en één brief (d.d. 9 november 1926) van Krul aan Werkman.
28
Du Perron, op. cit. (noot 21), p. 108.
29
J. Demets, Experimenten, Rotterdam 1930 (amvc, collectie J. Demets, inv.nr. d32742). De opdracht luidt: ‘Aan E. du Perron / met mijne zeer / groote bewondering / voor zijn werk / Jean Demets / 16.12.30.’
30
Zoals blijkt uit de brief die Demets vanuit Merksem op 23 september 1940 schreef aan de Vlaamse nationalist August Borms, waarin hij aangaf met hem te willen praten over ‘mogelijk herstel in mijn positie van 1914’. Dossier Demets, op. cit. (noot 1).
31
Brief van R. Bulthuis aan H. van Straten, d.d. 22 april 1996. Zie ook: R. Bulthuis, De dagen na donderdag. Een Haagse roman uit de jaren dertig, Den Haag 1975, p. 137-139.
32
Gegevens ontleend aan Dossier Demets, op. cit. (noot 1), aan H. Elen, ‘Jan Demets’, in: Het Liller Heem, jg. 6, nr. 4, oktober 1988, p. 169-178 en aan Trouw van 20 mei 1947, p. 2.