Laagwater
Louis Houët
De weduwe van B. Traven
Booming business was de Latijns-Amerikaanse literatuur in de jaren zeventig van de vorige eeuw: Márquez, Fuentes, Mario Vargas Llosa, Alejo Carpentier, Octavio Paz, Adolfo Bioy Casares, Julio Cortázar, Jorge Luis Borges, een meer dan uitgebreide reeks vond toentertijd zijn weg naar Nederlandse uitgevers en vertalers. Het revolutionaire elan van dat continent paste goed bij de ‘avontuurlijke’ geest die toen in West-Europa rondwaarde. De geheimzinnige B. Traven werd ook tot die bent van Latijns-Amerikaanse schrijvers gerekend. De identiteit van deze vermoedelijke Duitser stond niet vast; diverse artikelen in kranten en tijdschriften werden aan hem gewijd, zonder afdoend antwoord.
Als hij ter sprake kwam, werd nogal eens abusievelijk de voornaam Ben gebruikt. Onjuist. B. Traven wilde geen voornaam, hij wilde geen identiteit.
Het raadsel is nog steeds niet helemaal opgelost, getuige het artikel ‘Utopie in de jungle. Zoektocht naar de geheimzinnige B. Traven’ van Martin Smit in de vorige Parelduiker. We lijken wel steeds dichter bij de oplossing te komen. Dat het Ret Marut geweest zou zijn is steeds waarschijnlijker. Temeer daar zijn weduwe, señora Elena Luján, na zijn dood in 1969, zoals Smit schrijft, bekend maakte dat het om die Duitse revolutionair ging. Kennelijk mocht zij dat pas na zijn overlijden zeggen.
Tegen mij beweerde zij in 1977 iets anders. Ik was bij haar op bezoek in Mexico-Stad voor een reeks radioprogramma’s over de Latijns-Amerikaanse letterkunde. Zij ontving mij in een smaakvol ingerichte kamer die vol stond met de boeken van haar man, in vele talen. Alle uitgaven, ook vertalingen, stonden in boekenkasten gerangschikt.
Natuurlijk vroeg ik haar naar de identiteit van haar man. Tot mijn verbazing zei ze dat ze die niet kende! Uiterst curieus voor een echtgenote. Ze twijfelde er soms aan of hij zelf wel wist wie hij was. Zijn uiterst Duits-degelijke manier om niet van een persoon met voor- en achternaam afhankelijk te zijn, was zelfs tegenover haar gelukt; het had hem, dacht zij, in zo’n intense mate beziggehouden, dat hij ook zelf het spoor bijster was geraakt. Misschien had Elena Luján de moed opgegeven en zich in zekere zin solidair verklaard met haar man door het ook niet meer te weten.
Hun huwelijks- en gezinsleven was nogal verrassend en zeker niet saai te noemen.
B. Traven verdween soms voor een langere periode, zonder zijn vrouw vooraf daarover in te lichten. Achteraf kreeg zij soms te horen waar hij had uitgehangen.
Eén keer kwam hij na zo’n verdwijntruc terug en stonk verschrikkelijk. Als uitleg kreeg zij te horen dat hij met de Franse surrealist en theatermaker Antonin Artaud op bezoek was geweest bij een Mexicaanse indianenstam: de Taharumara’s. Van Artaud was bekend dat hij zich nooit of nauwelijks waste. Zijn hoorspel Pour en finir avec le jugement de dieu uit 1947 is voor een groot deel gebaseerd op het verblijf bij die indianen. De auteur kreeg last van Franse censuur, het spel mocht niet worden uitgezonden, hoewel het in opdracht van de radio was gemaakt met beroemde acteurs en actrices als Roger Blin, Maria Casarès en Paule Thévenin. Artaud speelde zelf ook mee. De kro zond het uit in 1978, in de oorspronkelijke taal, eerder dan de later tot inzicht gekomen Radio France.
Tegen het einde van mijn bezoek verraste Elena Luján mij met een boekje dat haar zeer dierbaar was, een sprookje voor kinderen, een indiaans scheppingsverhaal hertaald in het Engels: The Creation of the Sun and the Moon (New York 1958) met illustraties van Alberto Beitrán. De uitgave was nog voorbereid door B. Traven, die op 26 maart 1969 is gestorven. Deze hertaling en vrije bewerking is misschien niet zijn bekendste werk, maar volgens Elena Luján behoort het wel tot een van zijn mooiste.
Ze heeft gelijk.