Laagwater
Gé Vaartjes
Duitse brieven van Droogstoppel
Begin mei 19?? ontving de koffiehandel Wetzlar & Co. in Keulen na lange tijd weer eens een brief van de firma Droogstoppel & Co. Het contact met Wetzlar was wat verflauwd en Droogstoppel trachtte tot nieuwe zaken te komen. Hij bood onder meer 64 balen Malang-koffie en 92 balen Santos-koffie aan, alle ‘rein von Geschmack’. De voorraad Java-koffie begon te slinken, schreef hij verder nog, waardoor de prijzen niet daalden.
De brief is in zorgvuldig Duits gesteld en verraadt in geen enkel opzicht de beroemde primitieve en tactloze instelling van de briefschrijver. Niettemin had zijn aanbod geen succes; Wetzlar & Co. liet per omgaande weten dat de firma nog genoeg koffievoorraad had.
Deze brief van Droogstoppel vloeide niet uit de pen van Multatuli – alleen al de datum van zijn epistel, ergens in de twintigste eeuw, maakt zo’n eventuele veronderstelling onmogelijk. Het schrijven is evenwel in druk verschenen – in een Duits boek vol voorbeeldbrieven voor de handelswereld: Übungsbuch zum Studium des Kaufmännischen Briefwechsels, geschreven door L.F. van Meeuwen en uitgegeven door G. Delwel in Wassenaar in 1912. Een tweede druk werd in 1922 ‘verbessert’ door dr. E.E.J. Messing, leraar aan de Handelshogeschool in Rotterdam.
Auteur Van Meeuwen moet niet alleen een behoorlijke ontwikkeling op literair en cultureel terrein gehad hebben, maar ook een stevige dosis humor. Hoe verzin je het anders om in een boek vol voorbeelden voor handelscorrespondentie Droogstoppel met gefingeerde Duitse firma’s over koffie te laten corresponderen? Wie het boek doorbladert – gedetailleerd lezen is veelgevraagd waar het om een uitgave als deze gaat – waant zich verdwaald in een curieuze wereld van koffie, tabak, sarongs, cacao én cultuur. Want niet alleen Droogstoppel figureert opvallend in de 154 pagina’s zakelijke brieven; de halve Max Havelaar ligt verstrooid door het boek. Sjaalman treedt op als ‘Prokurist’, die een zakelijke reis door Duitsland maakt en een ‘M’ als initiaal voor zijn voornaam draagt. Nog lang vóór de politiek-correcte ‘Max Havelaar-koffie’ te koop was, voert L.F. van Meeuwen een koffiefirma op onder de naam ‘Havelaar & De Vries’. Het koffiehuis Last & Co, Droogstoppels schoonouderlijk huis, is in het brievenboek een tabaksfirma geworden. Géén Max
Havelaar, maar wel Multatuli is een knipoog naar Woutertje Pieterse op bladzijde 153. Daar staat een in het Duits gestelde rouwcirculaire afgedrukt die, zwartgerand, het overlijden bericht van ‘M. Federwipp’, directeur van de ‘Manufakturwarenhandlung vorm. Lapps & Co.’
Ook buiten Multatuli is het leerboek rijk voorzien van literair-culturele verwijzingen. Componist Richard Strauss is gedegradeerd – of gepromoveerd? – tot eigenaar van een handelsonderneming. De Spaanse (toneel)schrijver en dichter Lope Félix de Vega Carpio is handelsman in Paramaribo. Ook schrijver Jakob Wassermann is in de handelswereld terechtgekomen, zij het met de initiaal ‘W’, en de Duitse auteurs Hermann Sudermann en Gustav Frenssen bekleden een belangrijke positie bij de Nationalbank A.G. in Barmen. Frenssens romanfiguur Jörn Uhl – uit de gelijknamige roman die in 1901 verscheen – schreef een zakelijke brief aan Droogstoppel, die in deze uitgave overigens zijn bekende Lauriergracht no. 37 verlaten heeft voor een niet nader genoemd adres in Rotterdam.
Van Meeuwens Übungsbuch lijkt een vroege voorloper van het principe dat tegenwoordig in het onderwijs heerst waar het om ‘saaie’ leerstof gaat: ‘opleuken’. Het is te hopen dat de gebruikers van zijn methode beschikten over een redelijk literair referentiekader, waardoor zij net zo om de grapjes die Van Meeuwen zich veroorloofde konden grinniken als schrijver dezes, die het boek, onderdeel van een nalatenschap, argeloos doorbladerde voor het bij ‘oud papier’ zou verdwijnen. Het staat nu in de boekenkast naast het rijtje Multatuli.