Jan Maniewski
In memoriam Ida De Ridder
(24 september 1918 – 4 september 2009)
Ida De Ridder, jongste dochter van Willem Elsschot (Alfons De Ridder), overleed op 4 september 2009 op bijna 91-jarige leeftijd. Zij was een groot kenner van Elsschots werk, maar moest wel concluderen: ‘Mijn vader was een moeilijke, gesloten en zwijgzame man. Elsschot is eigenlijk een vreemde voor mij.’ In 1994 debuteerde ze met Willem Elsschot, mijn vader, later gevolgd door Willem Elsschot en de piano en Fine. Levenslang met Willem Elsschot. Haar stijl werd wel vergeleken met die van haar vader. Dankzij haar volhardende inzet is het archief van Willem Elsschot in de collectie van het Letterenhuis te Antwerpen opgenomen.
Op verzoek van De Parelduiker schreef Jan Maniewski, oudste kleinkind van Elsschot op wie het boek Tsjip geïnspireerd is, zijn herinneringen aan zijn tante Ida. In haar boek Fine noemt Ida hem ‘het koningskind’. Zijn komst vervulde haar met trots en blijdschap. Ze was toen veertien jaar. ‘Wat een genot grote zus [Adèle] te helpen en tussendoor dat heerlijke kindje te mogen verschonen, knuffelen, een badje geven, toekijken hoe hij de moederborst leegzuigt, en hem eenmaal per dag een fruithapje voeren. Dat grote Jan [broer Jan] in zijn witte pak steeds meer afglijdt naar vrienden deert me niet meer. Hij is sinds lang voor mij verloren en ik heb er kleine Jan voor in de plaats gekregen. De ochtenden brachten Rudi [Lek] en ik door aan het strand, met het koningskind tussen ons in. Soms werd ik aangesproken met madame. Heerlijk. Wij vormden een echt gezinnetje.’ [Redactie]
De kinderen van Fine en Alfons De Ridder werden vrijzinnig en ruimdenkend opgevoed. Van de zes kinderen vielen de drie dochters op door hun sterke persoonlijkheid. Ida, de jongste, was de revolutionair. Vóór haar huwelijk schreef Willem Elsschot aan zijn schoonzoon Georges Kelner: ‘Het is vreemd. Ik slaag er niet in me Ida als getrouwde vrouw voor te stellen, noch Ida die zich onderwerpt aan de formaliteiten van het huwelijk. Ik zie haar wel op de barricade, in het gevang maar niet als mevrouw Dequeecker op de 2de verdieping van een of ander huis in de goede stad Gent. En toch…’
Een profetisch schrijven, het huwelijk heeft geen stand gehouden en Ida heeft haar vijf kinderen praktisch alleen moeten opvoeden.
Later, toen de kinderen groot waren, ging ze veel op reis. Met een oude camionette trok ze naar India, Afghanistan, Sri Lanka en Nepal. Zo doorkruiste ze Oost-Europa, Turkije, Iran en Pakistan met tussendoor een bezoek aan Isfahan en Persepolis.
Ze was al zeventig toen ze driemaal gedurende zes maanden met rugzak en vergezeld door haar zoon door India trok. Ze reisden gewoon met de lokale bussen en treinen. In de treinstations werd op de grond geslapen tot de volgende trein aankwam.
In Afrika reed ze door Marokko, Egypte en Soedan naar de Kilimanjaro. Ook heeft ze deelgenomen aan een autorally met aankomst in Noord-Afrika, die ze met haar partner in een Mitsubishi gewonnen heeft.
Ze kende het Verzameld Werk van Willem Elsschot uitvoerig, ze had een goede pen en schreef over haar vader en over haar moeder. Als feministe beschreef ze met geestdrift de rol van Fine in het gezin en de plaats van de echtgenote naast de artiest. Steeds was zij bereid belangstellenden, onderzoekers en journalisten te woord te staan. Zij was erelid van het Willem Elsschot Genootschap.
Samen hebben we ervoor gezorgd dat zowel het literair als het zakelijk archief terecht zouden komen in het amvc Letterenhuis om daar voor iedereen toegankelijk te blijven, geheel naar wens van Willem Elsschot.
Om dit te bereiken, kan ik getuigen dat Ida De Ridder geen ‘gemakkelijk tante’ was. Tot het einde, zij zou bijna 91 jaar worden, heeft ze met de resterende energie gestreden om dit doel te bereiken. Haar lichaam ging achteruit, niet haar geest. Het overlijden van twee van haar dochters en het overlijden van Jef Van Elst (een verre neef) ondermijnden haar moraal. Ze had geen belangstelling meer voor klassieke muziek, waar ze anders dol op was. Ze kon niet meer lezen of schrijven. Ze werd met de dag meer en meer hulpbehoevend, hetgeen helemaal niet strookte
met haar zin voor onafhankelijkheid. Tante Ida was van mening dat zij alleen het recht had te beslissen hoe lang haar lijdensweg zou duren. Dit was volgens haar niet de zaak van priesters, kardinalen, politici of artsen. Zo besliste ze op 4 september waardig uit het leven te stappen. Aan deze beslissing mocht ruchtbaarheid gegeven worden. Zo stond ze een laatste keer op de barricade.
Dag tante Ida.