Over dit hoofdstuk/artikel

Hein Aalders

over A.A. Balkema


over Zuid-Afrika


1
Lisette Lewin die in Het clandestiene boek 1940-1945 (Amsterdam 1983) een hoofdstuk aan de Vijf Ponden Pers wijdde (p. 187-198), schrijft dat De Bezige Bij met 64 clandestiene titels en Stols met 60 de belangrijkste clandestiene uitgevers tijdens de oorlog waren, gevolgd door Balkema (met 50) en De Blauwe Schuit (40). Recent hebben Sjoerd van Faassen en Salma Chen dat aantal van Stols ontkracht in Inktpatronen (Amsterdam 2006, p. 251-292, met name 267-270). Stols’ naoorlogse opschepperij over zijn grote aandeel in het clandestiene drukwerk (hij had het zelf over ± zeventig titels) stellen zij naar beneden bij tot dertig stuks, omdat hij zich aan de 24 Franse uitgaven ‘in het algemeen geen buil kon vallen’. Dat is nog maar de vraag. Balkema heeft onder meer met zijn Franse en Engelse uitgaven in de Vijf Ponden Pers zijn anti-Duitse reputatie opgebouwd. Met die maat gemeten slinkt ook Balkema’s clandestiene lijst aanzienlijk.
2
Het clandestiene boek, p. 190.
3
Idem, p. 192.
4
Brieven van H.N. Werkman 1940-1945, bezorgd door J. Martinet (Amsterdam/Antwerpen 1995) Derde druk (eerste druk 1968), p. 150.
5
Dr. Richter Roegholt, De geschiedenis van De Bezige Bij 1942-1972 (Amsterdam 1972), p. 44-45.
6
Lewin in Het clandestiene boek, p. 197-198.
7
Voor de geschiedenis van dit huis zie onder meer A.W. Boele van Hensbroek, Het Huis aan de Drie Grachten te Amsterdam (Amsterdam 1910).
8
Wim Hazeu, Achterberg (Amsterdam 1988), p. 395. Hazeu citeert naar Hans van Straten, in Achterbergkroniek 7, november 1985.
9
Over wie de geestelijk vader van de Vijf Ponden Pers genoemd kan worden, bestaat nog altijd geen eensluidendheid. Zoals gebruikelijk in dit soort zaken ontbreekt bewijsmateriaal om het gelijk van deze of gene te kunnen aantonen. Hellinga kwam in 1969 in het geweer tegen het feit dat Dirk de Jong in zijn standaardwerk Het vrije boek in onvrije tijd. Bibliografie van illegale en clandestiene bellettrie (Leiden 1958), Balkema als eigenaar van de Vijf Ponden Pers had betiteld. In een lange brief eist hij het recht op de Vijf Ponden Pers te hebben bedacht en betreurt hij het dat Balkema, nadat hij aan het eind van de oorlog op de Veluwe moest onderduiken, de serie in z’n eentje voortzette (Het clandestiene boek, p. 192).
10
Deze tekst van Jac. van Looy zou pas in juni 1943 als zesde deel van de Vijf Ponden Pers verschijnen.
11
Deze tekst van Rimbaud verscheen inderdaad in november 1942 als eerste uitgave van de Vijf Ponden Pers.
12
De genoemde boekjes waar Van Krimpen aan werkt, de Rubáiyát van Omar Khayyam (uitgegeven in twaalf exemplaren, na de oorlog herdrukt), Les OEuvres de Françoys Villon en Blakes Selected poems, waren geen uitgaven van de Vijf Ponden Pers. De twee laatste verschenen pas na de oorlog.
13
Catharina J. Senn, Van Krimpens derde vrouw. Zijn tweede vrouw, Catharina E.H. ten Houte de Lange (‘Tootje’), was in 1937 gestorven. Daarvoor was Van Krimpen met Nini Brunt (moeder van Huib van Krimpen) getrouwd, van wie hij scheidde. Hierdoor was Greshoff oorspronkelijk zijn zwager door diens huwelijk met Aty Brunt.
14
De vertaling van Vergilius’ Georgica, die Gerhardt in de hongerwinter maakte, werd pas in 1949, door De Bezige Bij, uitgegeven.
15
Zie voor het begin van de vriendschap tussen Adriaan Morriën en Fred Batten het artikel van Rob Molin in De Parelduiker 7 (2002) no. 3, p. 2-23.
16
De latere hoogleraar kunstgeschiedenis Hans (L.C.) Jaffé (1915-1984), die als hoofdconservator van het Stedelijk Museum lange tijd nauw met Sandberg zou samenwerken.
17
Het clandestiene boek, p. 203.
18
Idem, p. 205.
19
Charles van Blommestein, een der oprichters van De Bezige Bij.
20
Het clandestiene boek, p. 204.
21
De informatie in deze alinea ontleende ik aan het artikel van Koos Human over A.A. Balkema, verschenen in de bundel They shaped our century. The most influential South Africans of the twentieth century (Cape Town / Pretoria / Johannesburg 1999), p. 442-445.
22
Aangehaald door Reinjan Mulder in nrc Handelsblad van 27 september 1996.