Hans van Straten Aanhalingen
Twee keer in mijn leven heb ik, nog wel op uitnodiging, een bijeenkomst bezocht van schrijvers van citaten. De eerste keer gebeurde dat in Amsterdam in 1981, in de grote zaal van Krasnapolsky. Gastheer was de uitgever Peter Loeb, aanleiding de verschijning van het Groot Literair Citatenboek van Nederlandse en Vlaamse auteurs uit de 19e en 20e eeuw, samengesteld door Gerd de Ley.
Een geanimeerde bijeenkomst. Opmerkelijk was de verschijning van Fritzi Harmsen van Beek met haar broer Heintje, bekend geworden doordat hij de vaderlijke erfenis erdoor had gejaagd in een tempo dat de uitvreter ver achter zich liet. Eén citaat van Fritzi uit het boek: ‘Bediende is een verkeerd gehanteerd woord: degene die bediend wordt, is het, de andere is slechts dienaar.’ (Kus of ik schrijf, Amsterdam 1975).
Bediend werden wij in ruime mate, maar ondanks de luisterrijke presentatie bleek het boek onverkoopbaar. Wie het ter hand nam, merkte onmiddellijk dat er iets niet klopte. Anders dan de titel beloofde, was het boek namelijk helemaal niet groot, het telde niet meer dan 205 pagina’s. Jaren heeft het in de ramsj gelegen, tot Jan de Slegte het niet meer kon aanzien en de stapels verwees naar de papierversnipperaar.
De tweede bijeenkomst voltrok zich negen jaar later in een monumentaal bankgebouw aan de Meir te Antwerpen. Weer ging het om een productie van Gerd de Ley, maar ditmaal had hij heel wat meer te bieden. Zijn Modern Citatenboek bevatte meer dan 10.000 citaten en definities. Overigens was het een bijgewerkte herdruk van het Standaard Modern Citatenboek uit 1973.
De samenkomst had heel wat meer allure dan die in Amsterdam. De openingsrede werd uitgesproken door Mark Eyskens, de Belgische minister van buitenlandse zaken, die zelf met vier citaten in het boek was vertegenwoordigd. Daarna begaf hij zich zonder problemen onder de Vlaamse citatenschrijvers, die in drommen waren komen opzetten.
Toch miste ik er een. Bij het bladeren in dat eerste Citatenboek streepte ik soms een uitspraak aan die mij beviel. Het viel mij op dat ik daarbij vaak dezelfde auteur tegenkwam: Georges van Acker. Die naam zei mij niets, maar hij was een aforist en een echte. Ik schreef hem een brief en kreeg er een terug. Tot mijn verrassing bleek Georges van Acker al jaren bestuurslid te zijn van de Communistische Partij België. Een aforist in de politiek, dat had ik nooit geraden.
Een van zijn bundels is zelfs in Franse vertaling verschenen, bij een Parijse uitgever. Hoeveel Nederlandse collega’s is dat overkomen? Multatuli, jawel, in 1893 is in de Mercure de France een keuze uit zijn aforismen opgenomen (‘Paraboles’), maar verder?
Onlangs stuurde hij mij een nieuw bundeltje. Ik citeer een paar uitspraken:
• | Een revolutionair kan nooit voor een uniform kiezen. |
• | Gehoorzaamheid eist men van een hond. Niet van een mens. |
• | Sommige leiders willen de mensen zo gelukkig zien, dat zij er oorlog voor voeren. |
• | Ruanda: beide strijdende partijen zijn het er over eens om niet opzettelijk te schieten op gorilla’s. Op mensen mag natuurlijk. |
Naakte woorden. Paradox Pers, Antwerpen, f 22,- / Bfr 395.