Over dit hoofdstuk/artikel

Gerben Wynia

over Gerard Reve


+
Gerben Wynia (1958) is docent Nederlands, uitgever (Flanor), publicist en bezorger van het werk van C.O. Jellema.
1
Gerard Reve, Verzameld werk vi (Amsterdam/Antwerpen 2001), p. 670.
2
Gerard Reve, Archief Reve 1931-1960 (Baarn 1981), p. 241-242. Deze brief is ten onrechte gedateerd ‘Donderdag, 20 juli 1936’. De 20ste juli was in 1936 geen donderdag, maar in 1939 wel. Bovendien was dat de zomer van het herexamen op het gymnasium, waarvan in de brief sprake is (met dank aan Nop Maas).
3
Dick Slootweg & Paul Witteman, Hoei boei! (Baarn 1980), p. 76.
4
Zie over Wouter Wagener, alias Maurits Duivenis het artikel van Igor Cornelissen in De Parelduiker 2006/5.
5
Onno Blom & Wouter Schermer, Lang Leve Gerard Reve (Heiloo/Eindhoven), p. 24-25.
6
Deze en volgende citaten uit het vierde hoofdstuk: Gerard Reve, Verzameld werk i (Amsterdam/Antwerpen 1998), p. 132-137.
7
Voor informatie over Lau Mazirel zie onder meer: Jan Rogier, ‘Lau Mazirel 1907-1974. De vrouw die niet achterom mocht kijken’, in: Emma Brunt (samenstelling en inleiding), Mevrouw, ik groet u. Necrologieën van vrouwen (Amsterdam/Brussel 1987), p. 87-91.
8
Gerard Reve, De Avonden (Amsterdam 2001), manuscript versie 1, p. 67 (= p. 7).
9
Gerard Reve, Verzameld werk i, p. 350.
10
Gerard Reve, Verzameld werk iii (Amsterdam/Antwerpen 1999), p. 483.
11
Interview van John Bakkenhoven met Reve, opgenomen in: Gerard Reve, In gesprek (Baarn 1983), p. 197.
12
Gerard Reve, Verzameld werk i, p. 350.
13
O.c., p. 352.
14
O.c., p. 355.
15
O.c., p. 350.
16
O.c., p. 349.
17
Nol Gregoor, De jongen die Werther Nieland werd (Utrecht 1983), p. 40.
18
Gerard Reve, Verzameld werk i, p. 10.
19
Zie: Tom Rooduijn, ‘“Er is waarlijk geen keus”. Gerard Reve’s vormingsjaren’, als inleiding in: Gerard Reve, Terugkeer (Schoorl 1999). In de inleiding praat Rooduijn met Stien Amende. Een citaat: ‘Gerard vormde destijds samen met twee joodse jongens een vriendenclubje: Jim Leu en Robbie Hartog. Gedrieën kwamen de jongens geregeld bij haar (Stien Amende) langs; dan voerden ze lange gesprekken over filosofische onderwerpen, er werd geëmotioneerd gepraat over de opmars van de Duitsers, maar er werd ook veel gelachen.’ (p. 30)
20
Gerard Reve, Verzameld werk vi, p. 543.
21
Gerard Reve, Archief Reve 1931-1960, p. 248.
22
Tom Rooduijn, Revelaties. Gerard Reve over zijn Werk & Leven (Schoorl 2002), p. 144.
23
In de roman laat Reve zijn tocht naar Robert Hartog plaatsvinden in de zomer van 1943. Dit is echter strijdig met de datering van de eerder geciteerde brief aan zijn vader.
24
O.c., p. 145.