Alfred Schaffer
‘ik dacht aan jou op je eiland’
voor Remco
Alfred Schaffer (1973) is dichter en sinds 2011 verbonden aan de Universiteit van Stellenbosch in Zuid-Afrika. Hij debuteerde in 2000 bij Uitgeverij Thomas Rap met de dichtbundel Zijn opkomst in de voorstad. Zijn vijfde bundel, Schuim (2006), werd verkozen tot de beste poëziebundel van dat jaar en bekroond met de Hugues C. Pernathprijs. Kooi (2008) kreeg de Jan-Campertprijs en de Ida Gerhardt Poëzieprijs. Zijn laatste bundel is Mens Dier Ding (2014).
I
een asteroïde, zeg ter grootte van een huis.
een ruimtesteen die de aarde passeert
op relatief korte afstand, op een tiende van de aarde tot de maan.
een afstand die onmogelijk te dichten is.
en dus een stilstand betekent.
dit alles is ‘doortrokken van weemoed
en onbestemd verlangen’
en een stuk theatraler dan
een fraaie wolkenpartij, de eerste sneeuwvlokken
van het jaar, het koude geluid van blaffende honden in de zomernacht.
eindeloos zocht ik naar een plek
waar ik kon schuilen.
al was dat met het blote oog
niet waar te nemen.
II
Het is net zo als in al mijn voorstellingen, het is waarheid, ik zing, ik juich, ik ben gered.
A. Alberts
dit zogenaamde eiland, dat alsmaar verder afdrijft van het vasteland.
een lapje grond dat voortdurend kan kapseizen.
met zoveel kilometers oceaan
tussen hier en straks.
wie dacht dat de toekomst inschuifbaar was
heeft het gruwelijk mis: genadeloos viel ik in slaap
nu ben ik alle richting kwijt.
als deze wezenloze staat nog lang gaat duren
heb ik straks geen licht meer nodig
om mijn vergezichten droog te houden.
dan loop ik naar de kustlijn
en ga stevig aan het roer staan van de maanloze avond
die maar valt en
valt en
valt.
kwam ik van ver, wie zal het zeggen.
III
deze met inkt gevulde nacht.
als een piepkleine toekomst
waarin je van elk gerucht wel wakker kunt schrikken.
van lichtere naar diepere slaap
en weer terug, als in een walsje op een onhandig onderwaterritme –
in een mum van tijd zal ik een eigen leven leiden.
al is de kans groot dat ik gewoon ontwaak.
dat ik me de komende ochtend niet eens herinner!
liever sliep ik overal doorheen.
en geef mij eens ongelijk.