Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs


1
Edwin Lucas, ??En daar was, tussen allemaal dingen die me niets zeiden, opeens… ja! Een man die echt op de grens van leven en dood bezig was?. Gestalten tegenover Achterberg? in: Jaarboek Gerrit Achterberg, jrg. 5 (2005), p. 59.
2
R.L.K. Fokkema, Het komplot der Vijftigers. Een literair-historische documentaire (Amsterdam 1979), p. 159.
3
Hugo Claus gaf Vinkenoog een ?vier en half op tien? voor zijn artikel, Hans Andreus vond dat Vinkenoog ?vage gevoelens en weerklanken? voor een ?heuse mening? deed doorgaan. Zie Hugo Claus en Simon Vinkenoog, Laat nooit deze brief aan iemand lezen. De briefwisseling tussen Hugo Claus en Simon Vinkenoog 1951-1956. Samenstelling, inleiding en aantekeningen Georges Wildemeersch (Amsterdam 2008), p. 247 en Hans Andreus en Simon Vinkenoog, Brieven 1950-1956. Inleiding, tekstverzorging en aantekeningen door Jan van der Vegt (Baarn 1989), p. 131.
4
De correspondentie Campert-Vinkenoog wordt bewaard in het Letterkundig Museum te Den Haag. Signatuur: V 06092 B 1 en: C 01463 B 1. Fokkema citeert uit twee brieven. Camperts brief van 14 januari 1954 dook pas in 2011 op en bevindt zich nu in een particuliere collectie. Niet gereproduceerd zijn hier de knipseltjes waarmee Campert zijn brieven tooide.
5
De door Vinkenoog doodverklaarde auteur zou in 1970 overlijden.
6
In juni 1953 had Bertus Aafjes in drie opeenvolgende artikelen in Elseviers Weekblad felle kritiek op de experimentele dichters geuit.
7
De briefkaart is niet bewaard gebleven.
8
In oktober 1953 was Lucebert de Po?zieprijs van de gemeente Amsterdam toegekend voor zijn bundel Apocrief. De prijsuitreiking zou in maart 1954 plaatsvinden.
9
In oktober 1950 hadden Gerrit Achterberg en zijn echtgenote Cathrien een ruime week bij Vinkenoog in Parijs gelogeerd. Eind 1951 volgde een tweede (bliksem)bezoek.
10
Over dit nooit verschenen boek tegen de in noot 5 genoemde publicaties is mij verder niets bekend.
11
Freddy Rutgers was op 20 februari 1952 met Campert getrouwd.
12
Vinkenoog doelt op de net verschenen dichtbundel Heren Zeventien (Amsterdam 1953).
13
De briefkaart is niet bewaard gebleven.
14
Deze opdracht van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zou uitmonden in het ?lang gedicht in delen? Het huis waarin ik woonde (Amsterdam 1955). Jo Cals was minister van 1952 tot 1963.
15
Huug Kaleis (pseudoniem van Henk Kalbfleisch) interviewde schrijvers voor De Typhoon, ?Dagblad voor de Zaanstreek?.
16
Leo Klatser, ?de dorpsidioot van de Vijftigers? (Elburg), was fotograaf, journalist en communist. Met zijn echtgenote Giny Oedekerk is hij nu nog bekend van hun vele foto’s van de Vijftigers. In Parijs hield hij zich voor de UN War Crimes Commission bezig met de opsporing van oorlogsmisdadigers. Schreef ook gedichten, onder het pseudoniem Leo Peters.