Over dit hoofdstuk/artikel

Frank Okker

over Multatuli

over G.P. Rouffaer


+
Frank Okker (1951) schreef eerder in De Parelduiker over Willem Walraven, Andrei Makine, Mathieu Corman en Madelon Székely-Lulofs, wier biografie, Tumult, hij in 2008 publiceerde.
1
Voor de biografische feiten maakte ik gebruik van Nederland’s Patriciaat (1931-1932) (Den Haag z.j. [1932]), p. 224-242; N.J. Krom, ‘Herdenking van dr. G.P. Rouffaer’, in: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde, deel 84 (1928), p. 163-299 en van het levensbericht van D. Buur bij de inventaris van de collectie Rouffaer van het kitlv. Met dank aan Jan van Rosmalen.
2
Brief van Rouffaer aan E.C. Ekker, 10 november 1878, coll. kitlv.
3
Brieven aan E.C. Ekker, 1 september 1881, 11 juni 1883 en 7 april 1884, coll. kitlv.
4
Brief aan E.C. Ekker, 12 juli 1883, coll. kitlv.
5
Multatuli, Volledige werken xxii, Amsterdam 1991, 579-581. K. ter Laan’s Multatuli Encyclopedie (Den Haag 1995), p. 400. Met dank aan Reinder Storm.
6
Multatuli, Volledige werken xxii, 637.
7
Brief aan E.C. Ekker, 3 april 1885.
8
Ron de Vas, Nederlandse clippers (z. pl. 2003). Reisaantekeningen Rouffaer, coll. kitlv.
9
N.J. Krom, ‘Herdenking van dr. G.P. Rouffaer’, p. 193-194.
10
Reisaantekeningen Rouffaer en diens ‘Brokstukken voor een in der tijd 1886-’90 beraamd boek over Multatuli’, coll. kitlv. R. Nieuwenhuys, ‘Rouffaer en Multatuli’, in: Tussen twee vaderlanden (Amsterdam 1967), p. 207-225.