Over dit hoofdstuk/artikel

Ronny Boogaart

Eric de Rooij

over Hans Warren

over Jan Wolkers


+
Ronny Boogaart (1968) en Eric de Rooij (1965), die een website over leven en werk van Hans Warren beheren, publiceerden eerder over Warren in De Parelduiker. Van hun hand is Hart van mijn land ik ben terug. Een literaire wandeling door het Zeeland van Hans Warren (2007).
1
Hans Warren, Geheim dagboek 1942-1944, p. 72. (Geheim dagboek verder afgekort tot GD.)
2
Hans Warren, GD 1993-1995, p. 114-115.
3
Alle brieven waaruit geciteerd wordt, bevinden zich in de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg.
4
Het gesprek met Eric en Annemarie Wolkers vond plaats in hun fotostudio in Enkhuizen, op zondag 13 januari 2008.
5
GD 1942-1944, p. 137.
6
Pas als ze met Wolkers in 1950 van Leiden naar Amsterdam verhuist, zal ze zich Maria gaan noemen.
7
Brief van Maria de Roo aan Hans Warren, ongedateerd, maar door Warren op 17 mei 1972 ontvangen (GD 1971-1972, p. 95 e.v.)
8
Citaten uit het typoscript van Om het behoud der eenzaamheid, dat zich bevindt in de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg. Zie over de geschiedenis en inhoud van de nooit gepubliceerde roman verder: Mario Molegraaf, ‘De map van mijn erflater’, in: De Tweede Ronde 28 (lente 2007), p. 78-92.
9
Om het behoud der eenzaamheid, p. 52.
10
Warren en De Roo noemen hem in hun correspondentie ook wel ‘Nieuwtje’. Warren herkent hem ook in een passage uit Een roos van vlees (1ste druk, 1963): ‘Toen was ze zeventien, denkt Daniël. Er is een foto van haar uit die tijd, waarop ze er gelukkig en zorgeloos uitziet. Naast haar staat een jongen met een donker brutaal gezicht. Zijn hand ligt als een lach om haar schouder. Wat was ik jaloers op die jongen. Zo had ik haar niet gekend, zo gelukkig. Zo heb ik haar nooit kunnen laten kijken.’ (p. 91-92)
11
GD 1963-1970, p. 38.
12
Een roos van vlees, p. 92.
13
GD 1942-1944, p. 115. Na de affaire met de Duitse soldaat heeft Maria nog een korte verhouding met een ondergedoken student en met de latere acteur Sacco van der Made. In 2000 vertelt Jan Wolkers in een interview: ‘Het gekke is dat die vrouw altijd beroemde mannen heeft gehad zonder dat ze wist dat het zou gebeuren. Op de hbs in Goes had ze een verhouding met Hans Warren. Later ging ze met De Munck, de keeper, de zwarte panter.’ (Volkskrant Magazine, 14 oktober 2000)
14
GD 1942-1944, p. 109.
15
Emile Brugman en Martin Ros (red.), Ik herinner mij, Amsterdam, De Arbeiderspers [z.j.], p. 167.
16
GD 1942-1944, p. 187.
17
Deze passage ontbreekt in de eerste drukken van GD 1945-1948 (1e druk 1982). In 1986 vindt Warren deze dagboekaantekening terug en in latere drukken is de passage wel opgenomen, en eveneens in de gebonden uitgave GD 1942-1948 (1987) en in de bloemlezing Om het behoud der eenzaamheid (2001, p. 47).
18
Een roos van vlees, p. 8.
19
Jan Wolkers, Ach, Wim, wat is een vrouw? Brieven aan een jeugdvriend, Amsterdam, De Bezige Bij, 2005, p. 70.
20
GD 1945-1948, p. 117.
21
Jan Wolkers in zijn laatste interview (de Volkskrant, 16 februari 2008). Wolkers’ herinnering aan Warrens Nachtvogels klopt niet helemaal: het verhaal van Hosking en de uil wordt er wel in beschreven (p. 112), maar een foto van het incident ontbreekt.
22
GD 1949-1951, p. 174.
23
Dit is het antwoord op de vraag die we ons eerder, in De Parelduiker 2007, no. 3, stelden, namelijk wie de buste voorstelde die op een foto van Warrens werkkamer uit de jaren vijftig in het volle licht stond.
24
Chamotte is vuurvast materiaal van gebakken leem.
25
Om het behoud der eenzaamheid, p. 99.
26
Idem, p. 183.
27
Ibidem.
28
Ibidem.
29
Wolkers maakte meer beelden met als thema ‘moeder met kind’ waarvoor Maria de Roo model stond. Dat geldt in elk geval voor ‘moeder met kind en zonnehoed’ in Het Plantsoen in Leiden, onthuld in 1958.
30
Ernst Jan Rozendaal, ‘Een slap handje is zichtbaar. Jan Wolkers.’ In: BN/De Stem, 24 januari 2003.
31
Hans Warren bespreekt het boek in de Provinciale Zeeuwse Courant van 30 november 1963. Hij noemt het boek ‘te vroeg gepubliceerd’ en vindt dat de personages weinig uit de verf komen. Over de hoofdpersoon Daniël schrijft hij: ‘We kunnen voor die schimmige man, die zoveel verprutst heeft en nog steeds zo onvolwassen lijkt, onvoldoende interesse opbrengen.’ Bijna als een hommage aan zijn oude jeugdliefde roemt hij wel de brieven van Sonja in het boek als ‘de meest levensechte passages’. In de stijl van deze brieven herkent hij Maria terug. Hij schrijft dan ook in zijn dagboek dat Wolkers voor Een roos van vlees waarschijnlijk de originele brieven van Maria heeft gebruikt (GD 1963-1970, p. 38). Overigens lijkt Warren met zijn opmerking over het ‘onvolwassen’ romanpersonage Daniël, Wolkers een beetje terug te plagen. Warren had zichzelf namelijk min of meer herkend in een van de personages in het boek, over wie Wolkers schrijft: ‘De jongen waar ze van hield liep naar het raam als er een troep Duitse soldaten door de straat kwam. Toen ik met haar getrouwd was kwam hij nog wel eens aan met geverfde lippen. Hij liet foto’s zien van een oosterse prins met een tulband op. Toen ik tegen hem zei dat het mij een gewone blauwpit leek ging hij weg zonder gedag te zeggen. Hij kwam daarna nooit meer aan.’ (Een roos van vlees, p. 93.)
32
Een roos van vlees, p. 13-14.
33
Idem, p. 79-80. In een interview, afgenomen door Ernst Jan Rozendaal (‘Een slap handje is zichtbaar. Jan Wolkers’, in: BN/De Stem, 24 januari 2003), beweert Wolkers overigens dat hij Maria juist kort na de watersnood naar Goes heeft gebracht.
34
Een roos van vlees, p. 80.
35
Jan Wolkers, Dagboek 1969, Amsterdam, 2006, p. 59.
36
Idem, p. 53.
37
Idem, p. 59.
38
In een interview met Steffie Kouters in de Volkskrant van 22 december 2007 zegt Karina Wolkers: ‘Jan ging daar elke dag op bezoek. Hij haalde zijn jongste zoontje van school en bracht het naar zijn moeder toe – de oudste was al het huis uit. Elke dag dronk hij daar thee… Dat weet niemand. Jan bemoeide zich dagelijks met zijn andere kinderen.’
39
Jan Wolkers, Dagboek 1974, Amsterdam, 2005, p. 44.
40
Jan Wolkers, Dagboek 1976, Amsterdam, 2007, p. 23.
41
Jan Wolkers, Dagboek 1974, Amsterdam, 2005, p. 44.
42
Om het behoud der eenzaamheid, p. 57-58.
43
Idem, p. 53.
44
Hans Warren, Verzamelde gedichten, (Amsterdam 2002), p. 503.