Themanummer: VERBODEN
Marco Entrop, Rendez-vous op ’t Tulpplein. Een verboden liefdesgeschiedenis
Nederland kon in de wederopbouw geen ondermijnende krachten gebruiken. Een steen des aanstoots was de pornografie. De schrijver Jan Brandts zag zich als een van de eersten geslachtofferd. Zijn in 1947 verschenen roman over de oprechte liefde tussen twee jonge mensen werd in beslag genomen, omdat ze het met elkaar deden.
Bert Sliggers, ‘Gretig gleden zijn handen over haar weelderige borsten’. De verboden realistische romans van Hugo Beersman
Hoewel er in 1914 al een Rijksbureau was dat de handel in ‘ontuchtige uitgaven’ moest tegengaan, duurde het nog tot 1930 voordat de rotte appels binnen de lectuur en literatuur grootscheeps werden opgespoord. Zo kon het gebeuren dat boeken die aan het begin van die eeuw zonder bemoeienis van de politie werden verhandeld en gelezen opeens in beslag werden genomen en de eigenaren bekeurd. Uitgever Jan Hilbingh Mulder, die een boekwinkel in de Amsterdamse Cornelis Schuytstraat dreef en boeken van Hugo Beersman uitgaf, werd door Justitie streng aangepakt.
Marco Daane, Osso? Oh, zo! Een Schotse tuinman, een Duits struikelblok en Franse houthakkers
Boeken en kunstwerken kunnen om uiteenlopende redenen verboden vruchten worden. Wegens hun scabreuze karakter natuurlijk – zie elders in dit nummer. Of om politiek ongewenste c.q. verwerpelijk geachte elementen, vooral antisemitische of nazistische. In de westerse cultuur komt dat eigenlijk niet eens zo vaak voor, maar is niet Hitlers eigen Mein Kampf formeel nog altijd verboden? Ook de Schotse kunstenaar Ian Hamilton Finlay ondervond in 1988 in Frankrijk hoe gevoelig dit thema is. Enkele Nederlanders en Vlamingen werden eveneens door de affaire beroerd.
Hein Aalders, Een ‘ploertig stuk’ en de openbare orde. De wereldpremière van Slauerhoffs Jan Pietersz. Coen
Uitvoeringen van Slauerhoffs toneelstuk Jan Pietersz. Coen (1931) stuitten keer op keer op bezwaren bij vooral burgemeesters, die opvoering ofwel verboden ofwel sterk ontrieden met een beroep op de openbare orde. Het stuk zou door zijn kritische kijk op de Hollandse koloniaal de Nederlandse politiek ten aanzien van Indonesië en Nieuw-Guinea kunnen verstoren. Uiteindelijk werd Slauerhoffs Jan Pietersz. Coen pas voor het eerst opgevoerd in 1961, door een Amsterdams studentengezelschap, maar slechts eenmalig en tijdens een besloten bijeenkomst.
Hans Olink, Berliner Beobachter: Theun de Vries in de DDR
Jan Paul Hinrichs, Schoon & haaks (over Joeri Olesja, Fritzi Harmsen van Beek, Frans Erens en J.M.A. Biesheuvel)
Paul Arnoldussen, De Laatste Pagina: Hubert van Herreweghen (1920-2016)