Over dit hoofdstuk/artikel

H.J.A. Hofland


*
Toen ‘De wijze katers’ enkele jaren later opnieuw in druk verscheen (in Kettmanns bundel Het erf aan zee), reageerde E. du Perron, die net als Ter Braak ook was aangesproken, met een – niet al te best – tegengedicht. Zijn ‘Poezen en honden’, opgenomen in het tijdschrift Kritiek en Opbouw van 16 mei 1939, eindigt met de strofe:
‘Kruip, spring en kwispel trouw dus voor de bazen,
En dreig ons vlijtig, naar hun wens.
Hij, die de schorste keel krijgt van het razen,
Heet – bij de honden – Uebermensch.’

Over dit hoofdstuk/artikel

Nop Maas

over Marcellus Emants

over W. Gosler


30 juli 1882


+
Nop Maas (1949) promoveerde in 1988 op Marcellus Emants’ opvattingen over kunst en leven in de periode 1869-1877. Voorts verzorgde hij onder meer de uitgave van Emants’ Aantekeningen (1985), Voor mij blijft het leven een krankzinnigheid. Een portret [van Emants] in brieven (1995) en ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’. Brieven van Marcellus Emants aan Gonne Loman-van Uildriks 1904-1909 (z.j.).

Over dit hoofdstuk/artikel

Denise Citroen

over N.A. Donkersloot

over Thea Citroen


6 september 1940

13 februari 1942

8 juli 1942


+
Denise Citroen (1952) is verbonden aan de Survivors of the Shoah Foundation. Zij werkt aan een biografie van N.A. Donkersloot.
1
Thea Citroen voegt hier versregels uit twee verschillende gedichten van Anthonie Donker samen, te weten: ‘Kinderspel’ uit Grenzen (Arnhem 1928), p. 17, en ‘Wenn nur ein Traum das Leben ist’ uit Grenzen (Arnhem 1929), p. 44.
2
Anthonie Donker, Ter Zake. Beschouwingen over litteratuur en leven (Arnhem 1932).
3
Anthonie Donker, Fausten en Faunen. Beschouwingen over boeken en menschen (Amsterdam 1930).
4
Siegfried Citroen (1897-1951), juwelier te Den Haag, jongste broer van Thea’s vader Abraham Citroen.
5
Mogelijk een verwijzing naar: ‘Ach zij zijn kleinbehuisd en niet bij machte / Zich te bevrijden naar het open dal.’ Uit Donkers gedicht ‘De zielen’, in: De Stem, mei 1940, p. 485.
6
Thea schrijft deze regels, al dan niet opzettelijk, in de tegenwoordige tijd; in het origineel staat: ‘Geen pad dat ik aan mijn gedachten wees / Of het zocht plots weer naar U af te zwenken.’ Anthonie Donker, Onvoltooide symphonie (Arnhem 1938), p. 14.
7
Donker publiceerde in Elsevier’s Maandschrift van september 1940 de volgende gedichten: ‘Het duinpad’, ‘Het laatste recept van den dokter’, ‘De eenige’, ‘Een vlam’ en ‘Verblijfpas’. In het augustus-septembernummer van Criterium verscheen van Donker het gedicht ‘In memoriam H. Marsman’.
8
‘Zijn college-uren zijn Vrijdag van 10-12 en Woensdag van 1-4,’ schrijft Thea Citroen in haar dagboek op 25 september 1940.
9
Anthonie Donker, ‘Onsterfelijkheid’, in: Criterium, oktober 1940, p. 654.
10
‘Geluk-daar heb ik driftig naar gedongen, / Maar bracht den losprijs niet op van dat pand. / Toen heb ik feller er op aangedrongen. / Verschrikt vluchtten de droomen uit mijn hand.’ Anthonie Donker, ‘Voorloopig Bestek’, in: De Stem, februari 1941, p. 128.
11
Gerard den Brabander, ‘Klein lied voor de liefsten’, in: Gebroken lier (Den Haag 1937), p. 29. Thea haalt in haar dagboek alleen de laatste versregel aan.
12
De eerste bladzijde is door haarzelf later gedateerd als geschreven in 1937.
13
niod, Dossier Kunstenaarsverzet, doc. 11 395.
14
Versregel uit ‘De droom’, in: Grenzen (Arnhem 1929), p.37.
15
Dr. B.B. Stokvis (1906-1963). Hij was eerder werkzaam in Het Apeldoornsche Bosch.
16
J.C. van Schagen, Narrenwijsheid (Arnhem 1925).
17
Veel levensmiddelen waren al langere tijd op de bon, de groentewinkels waren zojuist verboden voor joden verklaard.
18
Citaat uit Narrenwijsheid, p. 7.
19
Verklaring van het Nederlandse Rode Kruis, afdeling J., dossier No. 142569, dd 7 oct. 1949.
20
Brief van De Militaire Commissaris In De Provincie Noord-Holland, dd 2 augustus 1945.
21
Aanvraagnummer D 06441 B2.
22
Clara Eggink, Het Schiereiland (Den Haag 1942).
23
Aanvraagnummer D 06441 H 1 (Aantekeningen uiteenlopend).

Over dit hoofdstuk/artikel

Jan Paul Hinrichs


Over dit hoofdstuk/artikel

Marco Entrop

over Gerard Reve


Over dit hoofdstuk/artikel

Frank Okker


Over dit hoofdstuk/artikel

Rob Delvigne

over P.H. Ritter


Over dit hoofdstuk/artikel

Frans Oerlemans

Peter Janzen

over Pet Tideman


+
Frans Oerlemans, neerlandicus, en Peter Janzen, historicus, schreven eerder in De Parelduiker over Jacques Perk, Willem Kloos, Charles van Deventer, Willem Paap, Arnold Ising jr. en H.C. Muller.
1
Gerrit Jan Hofker (1864-1945) schreef tussen 1889 en 1899 in De Nieuwe Gids onder het pseudoniem J. Delang. Hij maakte carrière binnen de ptt.
2
Willem Witsen (1860-1923), etser en schilder, was bevriend met alle Tachtigers, in het bijzonder met Willem Kloos en Jan Hofker.
3
Witsen-archief, kb, 75c51 11/9. Brief van Jan Hofker aan Willem Witsen, gedateerd ‘dinsdag’. Tideman noteert in zijn Dagboek (kb 134a2-3) bij 18-19 mei 1894 o.a.: ‘des nachts baker gehaald door Hein’.
4
Propria Cures, derde jrg., nr. 24 (23 maart 1892).
5
J.F. Ankersmit (1871-1942) studeerde vijf jaar medicijnen. Hij was van 1891 tot 1893 redacteur van pc. Na het opgeven van zijn studie maakte hij carrière als (socialistisch) journalist en was lange tijd hoofdredacteur van Het Volk.
6
Ankersmit-archief, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (iisg), 16. Brief van Pieter Tideman aan J.F. (Frits) Ankersmit, gedateerd 4 augustus 1891.
7
Archief van het Amsterdams Studenten Corps, Gemeentearchief Amsterdam, 1215, 115. Kladje gedateerd 27 september 1892, en Album der leden van het Amsterdamsch Studentencorps: ‘Pieter Tideman (lid nr. 1644), geboren 17 Juni 1871 medicijnen bedankt op 27 Sept. 1892’.
8
Jan Kalf (1873-1954) studeerde in deze periode te Amsterdam. Hij was later vooral actief ten behoeve van de monumentenzorg.
9
Witsen was, na zijn huwelijk op 4 mei 1893 met Betsy van Vloten, gaan wonen in de villa Zonneberg te Ede.
10
Witsen-archief, kb, 75c51 iii/182. Brief van Jan Hofker aan Willem Witsen, gedateerd 24 mei 1893.
11
Tideman-archief, kb, 134 a2. In dit archief bevindt zich o.a. een cahier getiteld Diarium (dagboek 17 juni 1893-29 januari 1895).
12
G.H. ’s -Gravesande, De geschiedenis van De Nieuwe Gids, Brieven en documenten (tweede druk, 1956), p. 456 e.v. ‘Batzebatje’ is de bijnaam die Tideman haar gaf.
13
Tideman-archief, kb, 134 a2/3. Tideman is dus die zomer in Amsterdam gebleven, ondanks het feit dat hij Hofker in mei meldde de stad uit te willen ‘om niet meer terug te keren’ (Witsen-archief, kb, 75c51 iii/182. Brief van Jan Hofker aan Willem Witsen, gedateerd 24 mei 1893). In de brief beschrijft Hofker ook de nieuwe behuizing van Kloos en gaat in op de ‘lieve invitatie’ van Betsy Witsen om naar Ede te komen op 12 juli. ‘Willem en Hein zijn er ook heel blij mee. Je zult dus drie menschen zien komen.’ Hubert Michaël, Willem Kloos. Zijn jeugd en zijn leven (1965), p. 362: ‘juli [1893]: logeert wederom met Boeken te Heerde’. Dit is later door iedereen als ‘juist’ overgenomen, maar er is geen enkel bewijs voor.
14
Idem, p. 36.
15
Tideman-archief kb, 134 a2-10. Brief van Willem Kloos aan Pieter Tideman, gedateerd 24 oktober 1893.
16
Tideman-archief, kb, 134 a2-15. Brief van Willem Kloos aan Pieter Tideman, gedateerd 13 januari 1894. Het adres van Witsen was Oosterpark 82 (sedert 1895), daarvoor Eerste Parkstraat 438.
17
Eduard Reeser, Alphons Diepenbrock. Brieven en Documenten, deel ii (1967), p. 146. Brief van Pet Tideman aan Alphons Diepenbrock, door Reeser gedateerd omstreeks 17 februari 1894. Wim is Willem Witsen, Gijs is Gijs van Tienhoven Jr. Versluys is de uitgever van o.a. De Nieuwe Gids. In deze brief verheerlijkt Tideman Nietzsche.
18
Idem, p.153. Brief van Pieter Tideman aan Alfons Diepenbrock, door Reeser gedateerd ‘omstr. 24 februari 1894’. Hein Boeken schrijft diezelfde dag aan Diepenbrock iets geheel anders: ‘Het gaat met Willem gelukkig nog al wat beter. Van de week is hij al weer uit geweest en vanmiddag gaan we bij Jan [Hofker] eten.’ (p. 153)
19
Idem, p.181. Deze omschrijving is afkomstig uit een brief van Willem Royaards aan Alphons Diepenbrock, gedateerd mei 1894.
20
Idem, p. 166. Brief van Pieter Tideman aan Alphons Diepenbrock, gedateerd 26 maart 1894. Voor Charles Vergeer, Willem Witsen en zijn vriendenkring. De Amsterdamse bohème van de jaren negentig (1985), p. 152, is deze brief het bewijs voor zijn stelling dat Boeken en Kloos vanaf de zevenentwintigste tegenover Tideman wonen – ‘bij de broer van Hein, de kunstschilder Dirk Boeken’. Hubert Michaël, Willem Kloos. Zijn jeugd zijn leven (1965), p. 362, over Kloos: in april verhuisd naar een ‘apart buitenver-blijf’ tegenover de woning van Tideman, woont daar bij de kunstschilder Dirk Boeken. Hendrik Jan (Hein) was de middelste van drie broers. Pieter Boeken was de oudste, geboren 27 juni 1854, en op 3 juli 1863 werd zijn jongere broer Vincent Hendrik te Amsterdam geboren. Verder waren er nog drie zusters. De broer en kunstschilder Dirk Boeken heeft nooit bestaan.
21
Witsen-archief, kb, 75c51 iii/195. Brief van Jan Hendrik Boeken aan Willem Witsen, gedateerd ‘14’. De bundel Verzen verschijnt in juli 1894. Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe, Het menschelijke Beeld van Willem Kloos (z.j.), p. 103, geeft hoog op van het wandelvermogen van haar man: ‘En toen hij later in Sloterdijk ging wonen, wandelde hij heen en terug naar Amsterdam, om daar te gaan eten.’ Niet altijd dus. Even verderop: ‘Naar Sloterdijk was hij verhuisd, samen met Hein Boeken, omdat hij daar, voor denzelfden prijs als voor een paar kamers in Amsterdam, een ruim buitenhuis huren kon, en omdat daar óók woonde, aan den overkant van de sloot, met vrouw en kind, de jeugdige Piet Tideman, die zich enthousiast interesseerde voor alle aangelegenheden van De Nieuw Gids.’
22
Kloos-archief, kb, 134a2-29. Brief van Willem Kloos aan Pieter Tideman, gedateerd 27 september 1894.
23
Eduard Reeser, Alphons Diepenbrock. Brieven en Documenten, deel ii (1967), p. 209. Brief van Pieter Tideman aan Alphons Diepenbrock, gedateerd 30 augustus 1894. In het Gemeentearchief Amsterdam, Bevolkingsregister Sloten, 5008,25, staat op blad 693 dat Kloos en Boeken zich op 7 mei hebben aangemeld bij de gemeente Sloten en op 9 mei zijn ingeschreven als ‘kunstschilder’. De ambtenaar had kennelijk wat moeite met het bepalen van de uitschrijfdatum, want daar is veel doorgehaald, bijvoorbeeeld ‘3 Sept. 94’. Uiteindelijk heet het: ‘Kloos met Bev. Kaart 12 nov. 1895 afgegeven naar Utrecht’, waar Kloos vanaf zaterdag 9 november opgenomen was in het krankzinnigengesticht.
24
Op 14 juli, in de periode van de ‘diefstal’, schreef Tideman aan Van Deyssel een brief waarin hij stelt ‘dat ik U tegenkomende U een vuistslag in het aangezicht zal geven’. Waarop Thijm hem een ‘malle jongen’ noemt en waarschuwt geen vinger naar hem uit te steken of hij zal hem geducht afrossen. Zie (ook voor het gedicht dat Tideman Thijm stuurde op 19 juli): Harry G.M. Prick, De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel (1971), p. 189 en 190 (noot 434).
25
Witsen-archief, kb, 75c51/19. Brief van Hein Boeken aan Willem Witsen, gedateerd 3 december 1894. Zie ook: Joost Nijsen, ‘Twee zulke goede namen. Willem Versluys en Annette Versluys-Poelman, de uitgevers van Tachtig’, in: Optima, cahier voor literatuur en boekwezen, zevende jrg., nr. 2 (1989), p. 127. Nijsen zegt dat Annette Versluys-Poelman min of meer optrad als redactiesecretaris in de laatste fase van De Nieuwe Gids.
26
Eduard Reeser, Alphons Diepenbrock. Brieven en Documenten, deel ii(1967), p. 218. Brief van Pieter Tideman aan Alphons Diepenbrock, door Reeser gedateerd oktober 1894. Eerst dacht Reeser aan februari, en oktober is inderdaad logischer, maar beter lijkt de maand november: na zijn ‘explosie’ tegenover Diepenbrock en Van Tienhoven.
27
Thans Lutmastraat.
28
G.H. ’s -Gravesande, De geschiedenis van De Nieuwe Gids, Brieven en documenten (tweede druk, 1956), p. 476. Brief van Pieter Tak aan Pieter Tideman, gedateerd 15 januari 1895.
29
Idem, p. 477. Brief van Pieter Tideman aan Pieter Tak, gedateerd 15 januari 1895.
30
Her boekje met de vijfentwintig stellingen bevindt zich in het Tideman-archief van het Letterkundig Museum (lm), T.314 p. In het boekje staat de stempel ‘Uit bibliotheek van Dr. Willem Kloos’. Tideman heeft het dus aan zijn oude vriend cadeau gedaan.
31
Witsen-archief, kb, 75c51 ii/77. Brief van Jan Hofker aan Willem Witsen, gedateerd maandag 11/4, jaartal ontbreekt.
32
Tideman-archief, lm, t.314 b1. Brief van Pieter Tideman aan Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe, gedateerd 27 mei 1919.
33
Boeken-archief, lm, b. 663 b1. Brief van Hein Boeken aan Willem Kloos, gedareerd 30 mei 1919. Van Eeden schrijft in zijn Dagboek (deel iv, p. 1755) bij 7 mei: ‘Vandaag las ik de huldiging van Kloos, die een jaargeld krijgt en een medaille van de koningin! Wel! Wel! Wel!’. En drie dagen later: ‘Gisteren schreef ik een stuk over de hulde aan Kloos, streng en ernstig, en ik voel dat het noodig en goed is. Ik word nu weer innerlijk gesteund.’ 21 mei: ‘Men noemt mijn optreeden teegen Kloos laaghartig. Maar ik weet dat het zoo niet is.’ 24 mei: ‘Er stond een verdeediging van Kloos in de bladen, teegen mijn artikel in de Groene. Ik antwoordde direct, ik voel dat nu als mijn plicht. Ik heb nu geen vrees dat mijn motieven onzuiver zouden zijn.’
34
Kloos-archief, lm, k.533 b1. Brief van Willem Kloos aan Hein Boeken, gedateerd 13 oktober 1933.
35
Boeken-archief, lm, b 663 h1, Herinneringen aan december 1894.

Over dit hoofdstuk/artikel

Frank Okker

over Mathieu Corman


+
Frank Okker (1951) publiceerde eerder in De Parelduiker over onder anderen Willem Walraven. Hij bereidt een biografie voor van Madelon Székely-Lulofs.
*
Veel gegevens over Mathieu Corman ontleende ik aan het uitvoerige artikel van Roget Tavernier, ‘Mathieu Corman: Boekhandelaar, globetrotter, reporter’ in het Vlaamse tijdschrift Kruispunt 40, nr. 181 (december 1999), p. 58-123.

Over dit hoofdstuk/artikel

H.J.A. Hofland