Over dit hoofdstuk/artikel

Mirjam de Veth

over André Gide


+
Mirjam de Veth is vertaalster en publiciste. De binnenkort te verschijnen vertalingen van een keuze uit Gides Journal (Het innerlijk blauw, De Arbeiderspers, in de reeks Privé-domein) en Si le grain ne meurt (Niet als de anderen; Atlas, in de reeks Schrijvers van de Twintigste Eeuw) zijn van haar hand.

Over dit hoofdstuk/artikel

over André Gide


Over dit hoofdstuk/artikel

over André Gide


Over dit hoofdstuk/artikel

Nico Keuning

over Jeroen Brouwers


Over dit hoofdstuk/artikel

Nico Keuning

over Jeroen Brouwers


Over dit hoofdstuk/artikel

Frans Oerlemans

Peter Janzen

over Jan Veth


+
Frans Oerlemans, neerlandicus, en Peter Janzen, historicus, publiceerden eerder in De Parelduiker portretten van diverse Tachtigers, onder wie Willem Kloos en laatstelijk Hein Boeken.
1
Wordt aldaar bewaard onder signatuur: J.P. Veth: 273. Ook in microfiche aanwezig. Het boekje is gering van omvang: 8 bladzijden van elk 11.5 cm. × 19.5 cm. De eerste drie en een halve bladzijde zijn met potlood beschreven en later met inkt overgetrokken; de rest van het boekje is uitsluitend met inkt beschreven.
2
Brieven en kaartjes uit mei 1884 over deze ‘zaak’ in het Verwey-archieff (XLIB 15879 e.v.), Universiteitsbibliotheek Amsterdam (uba). Tevens in het Vetharchief, Stadsarchief Dordrecht (sda): ‘Beste Jan,’ schrijft mevrouw Jolles-Singels op maandagmorgen mei 1884, ‘Zooals ik dacht kan ik je helpen. Kom morgenavond driehonderd gulden bij mij halen en laat Kloos zelf de quitantie bewaren en in de volgende Mei het geld van zijn schuldenaar ontvangen en aan U of mij teruggeven, dan is alles voor alle partijen op het makkelijkst geschikt […].’ Mevrouw Jolles is evenals Veth afkomstig uit Dordrecht.
3
Briefkaartje van Willem Kloos aan Jan Veth, 23 juli 1884, Veth-archief 101’47, Rijksprentenkabinet (rpk) Amsterdam. Ook in: Hubert Michaël, ‘Willem Kloos temidden van de Doorenbossen’, De Nieuwe Taalgids 54 (1961), p. 145. Kloos vraagt Veth op dat kaartje tevens hem Karl Simrock, Die Edda (1851) te sturen (zie n. 39).
4
Brieven van Willem Doorenbos aan Albert Verwey, 17 juni 1884, Verwey-archief XLIB 2982, en 3 juli 1884, Verwey-archief XLIB 2984.
5
Brief van Verwey aan Kloos, 27 juli 1884, Verwey-archief XLIB 7355.
6
Kaartje van Kloos aan Verwey, dagstempel Brussel 5 augustus 1884, Verwey-archief XLIB 7356.
7
Brief van Verwey aan Frederik van Eeden, 8 augustus 1884, Verwey-archief XLIB 3462. Bock en Faro zijn Belgische bieren.
8
Brief van Arnold Ising aan Franc van der Goes, 9 augustus 1884, Van der Goes-archief, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis Amsterdam, 817. Boitsfort: zie noot 29.
9
J. Huizinga, Leven en werk van Jan Veth (Haarlem 1927), p. 3.
10
Clara en Cor (Cornelia) zijn twee zusters van Veth. Op Hulkesteyn (Hulkestein), een villapark tussen Arnhem en Oosterbeek, woont in 1884/1885 prof. P.J. Veth, een oom van Jan. Chris Onnen is een vriendin van de familie. Gerda van Wallis: in De Gids van augustus 1884 (p. 185-212) was gepubliceerd ‘Gerda. Vrij bewerkte Noordsche Saga’, door A.S.C. Wallis (1857-1925), een pseudoniem van Adèle von Antal-Opzoomer.
11
H.A. van Trigt (Dordrecht 1829-Heilo 1899), jhr. M.B.F. Dittlinger (Breda 1864-Den Haag 1942): beiden schilders, Van Trigt vooral van historiestukken.
12
Brief van Jan Veth aan Anna Dirks, 7 augustus 1884, Veth-archief 545/738, sad (1317, 1187, 1085).
13
Brief van Kloos aan Veth, 7 augustus 1884, Veth-archief 101/48, rpk. Sebastiaan en Homunculus: pseudoniemen van respectievelijk Kloos en Verwey. Ook in: Hubert Michaël, ‘Willem Kloos temidden van de Doorenbossen’, De Nieuwe Taalgids 54 (1961), p. 145.
14
Kobus: Jacobus Martinus Doorenbos (1866-1907). Martha: Martha Maria Doorenbos (1861-1894).
15
Bois de Cambre: het Terkamerenbos bij Brussel. Dubois: het goed bekend staande restaurant Jean Dubois in de rue de la Bourse (vlak bij de Grote Markt).
16
Nieuwe Amsterdamsche Courant / Algemeen Handelsblad, dinsdag 12 augustus 1884, avondblad.
17
Brief van Gerardus Huibert Veth aan zijn zoon Jan, 13 augustus 1884, Veth-archief 545/601, sad.
18
Museé Royal: het Musée royal de peinture et de sculpture (tegenwoordig Koninklijke Musea voor Schone Kunsten).
19
Porte Royal: ook wel Place Royale of Koningsplein.
20
Brief van Veth aan Willem Witsen, 13 augustus 1884, Witsen-archief 75C 51k2, Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. Ook in: Hubert Michaël, ‘Willem Kloos temidden van de Doorenbossen’, De Nieuwe Taalgids 54 (1961), p. 146.
21
Brief van Veth aan Anna Dirks, 12 augustus 1884, Veth-archief 545/738, sad (1317, 1187, 1085).
22
Brief van Veth aan Witsen, 13 augustus 1884, Witsen-archief 75C 51k2. Ook in: Hubert Michaël, ‘Willem Kloos temidden van de Doorenbossen’, De Nieuwe Taalgids 54 (1961), p. 146; en in P. Kralt, ‘De vrouwen, de vriend en de verborgen god. Willem Kloos zomer 1884-winter 1885’, Maatstaf 43 (1986) 1 (januari), p. 23. Met beide Coba’s doelt Veth op Coba Witsen en haar bij de Witsens inwonende vriendin Coba Muller (1844-1918), later C. Tholen-Muller. De zuster van Willem Witsen heeft eigenlijk als roepnaam Cobi Witsen (1851-1930), later J.H.E. Amtzenius-Witsen. Medeia: Hein Boeken beschreef in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van zaterdag 4 mei 1929 een bezoek aan Kloos, waarbij hij ook Witsen ontmoette. ‘Kloos en Witsen lazen tezamen in het Grieksch […] de Medea van Euripides: Witsen wilde toen schilderen of was reeds bezig met het maken van een schilderij, voorstellend Medea met haar twee kinderen. Dat schilderij heb ik nooit gezien. Of het ooit voltooid is weet ik niet, noch of het nog bestaat.’
23
Verwey maakte een conceptbrief die hij niet verstuurde. In: P. Kralt, ‘De vrouwen, de vriend en de verborgen god. Willem Kloos zomer 1884-winter 1885’, Maatstaf 43 (1986) 1 (januari), p. 23.
24
J.C. Zimmerman (1828-1888): letterkundige en bankier te Amsterdam, liberaal, redacteur van De Gids, uitgever van werken van de door hem bewonderde Potgieter. Schreef onder het pseudoniem Bernard Koster jr. Zimmerman was voorzitter van de Commissie van toezicht van de Rijksacademie. Muller: Gerard Gustaaf Muller (1861-1929), schilder, klasgenoot van Jan Veth. Broer van H.C. Muller, een van de oprichters van Flanor. Gerard Muller was eveneens lid van Flanor, net als zijn andere broer Hugo. Gerard Muller is ook voorzitter van Sint Lucas geweest. Onder zijn voorzitterschap werd op 2 februari 1884 in Maison Stroucken aan de Marnixstraat het grote Sint Lucasfeest gevierd. Frederik van Eeden schreef voor dit feest, op verzoek van voorzitter G.G. Muller, het blijspel Frans Hals, waarin onder anderen Jacobus van Looy, Jan Veth, Coba Muller, Anna Dirks en Willem Witsen optraden. Spoedig hierna treden Van Looy, Veth en Witsen uit Sint Lucas.
25
Porte Louise, ook place Louise of Louizaplein. Cornelis Doorenbos: Cornelis Theodorus, Den Haag 1863-[onbekend].
26
Kaartje van Albert Verwey aan zijn broer Chris, 15 augustus 1884, Verwey-archief XLIB 15252.
27
Brief van Verwey aan Frederik van Eeden, 15 augustus 1884, Verwey-archief XLIB 3463.
28
Mea Nijland-Verwey, Kunstenaarslevens. De briefwisseling van Albert Verwey met Alphons Diepenbrock, Herman Gorter, R.N. Roland Holst, Henriette van der Schalk en J.Th. Toorop (Assen 1959), p. 136. Brief van Albert Verwey aan Chris Verwey, 24 november 1895.
29
Boitsfort (Bosvoorde), ‘oerbos’ bij Groenendael tussen het Terkamerenbos en het Zoniënwoud. La joie de vivre van Emile Zola (1840-1902), verschenen in maart 1884, werd reeds op 23 maart door Van Deyssel in De Amsterdammer besproken onder de titel De vreugde van te leven. Kort daarna verscheen bij F.C. Bührmann te Amsterdam een anonieme vertaling in twee delen, getiteld De vreugde te leven. Men. Keasberry: Edgar Keasberry, trouwt op 24 maart 1883 met Antoinette Doorenbos. Edwin Keasberry, zijn broer, was een kostganger van de familie Doorenbos toen deze nog in de P.C. Hooftstraat woonde. Over Juffr. De Jong ontbreken verdere gegevens.
30
Mientje: Wilhelmina Doorenbos (1864-1937). Charles van Deventer, met familie op vakantie in het Ardense Esneux, was als jeugdvriend van Perk gevraagd mee te gaan naar La Roche.
31
Oliver Goldsmith (1728-1774), The vicar of Wakefield (1766).
32
Station du Luxembourg: nu station Leopoldswijk.
33
Esneux, waar Charles van Deventer die zomer verbleef, ligt ten zuiden van Luik op een smalle landtong in de Ourthe. Stroomopwaarts ligt La Roche. Aan Frederik van Eeden schreef hij erover: ‘Het Belgische landschap is zeer bekoorlijk, doch het verwondert mij niet meer dat de belgen hun land zo weinig schilderen. De kleuren zijn niet treffend, de natuur werkt niet voor de kleuren. Er is een […] combinatie van bergen, boomen en water, doch het warme […] van onze weiden en waters ontbreekt. België is een goed land voor teekeningen en vooral voor deographien [?] die zoo schilderachtig zijn […]. In de omstreken van Esneux heb ik plekjes gevonden, die mij van Breughel beter deden verstaan […].’ Brief van Van Deventer aan Van Eeden, 28 augustus 1884, Van Eeden-archief XXIV C17, uba.
34
Emile Zola (1840-1902), Documents littéraires (1881).
35
J. Huizinga, Leven en werk van Jan Veth (Haarlem 1927), p. 13.
36
Brief van Jan Veth aan Anna Dirks, gedateerd 23 augustus 1884, Veth-archief 545/738 (1317, 1187, 1085). De volgende dag vervolgt hij zijn brief en post hem te Brussel.
37
Marloie en Melreux zijn nog steeds de plaatsen waar een reiziger naar La Roche achtereenvolgens op trein en bus overstapt, zoals in 1884 op de postwagen. Strobbe: niet te verwarren met de taverne De la Régence van eigenaar Strobbe, gelegen aan de place Royale / het Koningsplein.
38
Doorenbos gaat met mejuffrouw Swarth naar het 19e Nederlandsch Taalcongres te Brugge, van 24 tot 27 augustus.
39
Edda: Karl Simrock, Die Edda (1851) (zie ook noot 3).
40
Brief van Verwey aan Mientje Doorenbos, 11 september 1884, in: Maurits Uyldert, De jeugd van een dichter (Amsterdam 1948), p. 113.
41
Kladje zonder datum, waarschijnlijk brief aan Mientje Doorenbos uit zeer waarschijnlijk september 1884, Verwey-archief XLIB 7625.
42
Brief van Kloos aan Verwey, [waarschijnlijk eerste helft] november 1884, in: Hubert Michaël, ‘Willem Kloos temidden van de Doorenbossen’, De Nieuwe Taalgids 54 (1961), p. 148, en Verwey-archief XLIB 7369.
43
Brief van Veth aan Anna Dirks, 29 augustus 1884, Veth-archief 545/738, sad (1317, 1187, 1085).
44
Irene M. de Groot e.a., Willem Witsen. 1860-1923. Schilderijen tekeningen prenten foto’s (Bussum 2003), p. 23. Witsen had dat voornemen al op de dag voor zijn vertrek naar België, op 18 augustus 1884, aan een onbekende correspondent laten weten. Voor het vertrek van Veth van de Academie (mei 1885): Fusien Bijl de Vroe, Jan Veth 1864-1925. Chroniqueur van een bewogen tijdperk (Amsterdam / Brussel 1987), p. 15.
45
Brief van Witsen aan Veth, 3 december 1884, Veth-archief 545/1498, sad.
46
Brief van Kloos aan Veth, 27 maart 1885, Veth-archief 101/50, rpk.
47
Brief van Verwey aan Veth, mei 1885, Verwey-archief XLIC 297.
48
Gemeentearchief ‘s-Gravenhage, bevolkingsregister, trouwregisters.
49
Henriëtte Roland Holst-Van der Schalk, Het vuur brandde voort. Levensherinneringen (Amsterdam / Antwerpen 1949), p. 92.
50
Elsbeth Etty, Liefde is heel het leven niet. Henriëtte Roland Holst 1869-1952 (Meppel 1997), p. 94.

Over dit hoofdstuk/artikel

Petra Couvée

over Boris Pasternak


+
Petra Couvée is slaviste. Zij vertaalde onder anderen Nikolaj Gogol, Marina Tsvetajeva en Vladimir Nabokov uit het Russisch en eerder dit jaar gedichten van Boris Pasternaks onder de titel Peredelkino.

Over dit hoofdstuk/artikel

Marco Entrop


+
Marco Entrop (1956) is redacteur van De Parelduiker. Hij publiceerde eerder over Theo van Doesburg, Mondriaan en theaterhistorische onderwerpen.

Over dit hoofdstuk/artikel

Joris van Casteren

over Joost Zwagerman