Over dit hoofdstuk/artikel

Wim Ellenbroek

over Trinus Riemersma


Cor Hoekstra


Over dit hoofdstuk/artikel

Els Snick

over Joseph Roth


Over dit hoofdstuk/artikel

Wim Huijser

over A.W. Engelen


over Valburg


1
Herman van Apeltern, De grot van Fosto (Groningen 1840), p. 14.
2
Brief van ‘Crisje’, 1812 (De Mellard).
3
Mr. H. van A., Herinneringen van vroeger en later leeftijd en aan gedenkwaardige land- en tijdgenoten (Tiel 1884), p. 10.
4
W. van Poll, mr. A.W. Engelen. Eene levensschets (Tiel 1894), p. 13.
5
Idem, p. 23.
6
Mr. A.W. Engelen, ‘Vijfde kusjen’. In: Kusjens (Groningen 1830), p. 15.
7
Mr. A.W. Engelen, Wandelingen door Gelderland en aangrenzende Noord-Brabandsche, Limburgsche en Pruisische gewesten (Groningen 1847), p. 1.
8
Herman van Apeltern, De grot van Fosto (Groningen 1840), p. 6.
9
Mr. A.W. Engelen, Algemeene geschiedenis (1836-1845).
10
Cornelis ten Hoet Jz. (1796-1832), Het Geldersch lustoord of beschrijving van de stad Nijmegen (1825).
11
Lopen met Van Lennep. Dagboek van zijn voetreis door Nederland. Bezorgd door Geert Mak en Marita Mathijsen (Zwolle 2000).
12
Dik van der Meulen, Het bedwongen bos. Nederlanders & hun natuur (Amsterdam 2009), p. 74.
13
Geïllustreerd door P.A. Schipperus.
14
De tekst is digitaal te lezen op http://dbnl.org/tekst/enge012uitg01-01/downloads.php.
15
Jan en Marjorie de Hartog, De vlucht (Baarn 1999), p. 39.
10
Marlies van Dijk-Publiekshuysen, Yvonne van de Logt-van Noordenburg en Willy Verhoeven (red.), Valburg. Een beeld van een dorp (Valburg 1993), p. 61.

Over dit hoofdstuk/artikel

Jan Paul Hinrichs

over I.A. Bunin

over Joseph Brodsky


Jevgeni Boekovetski


over Oekraïne


Over dit hoofdstuk/artikel

Mario Molegraaf

over A. van Collem


Bernard van Vlijmen

D.H. Melk


Over dit hoofdstuk/artikel

Caroline Rehorst-de Westenholz

over Louis Couperus


Over dit hoofdstuk/artikel

Marco Entrop

over Hans Andreus


1
Tenzij anders vermeld, zijn de gegevens omtrent het leven en werk van Andreus ontleend aan: Jan van der Vegt, Hans Andreus. Biografie (Baarn 1995). Volgens de woningkaart van het perceel Herengracht 292 (Stadsarchief Amsterdam) woonde Vinkenoog sinds 4 januari 1957 op dit adres. Vreemd genoeg komt de naam van Van der Zant/Andreus niet op deze kaart voor.
2
Nieuwe Leidsche Courant van zaterdag 9 februari 1957, p. 3. De bijeenkomsten van 11 en 25 februari vonden plaats in de aula van het R.K. Lyceum, die van 18 februari werd gehouden in de grote gildezaal van Museum De Lakenhal.
3
Nol Gregoor, ‘Ontmoetingen met de dichter Hans Andreus’, in: Het Boek van Nu, jrg. 11 (1957-1958), nr. 8 (april 1958), p. 149-151.
4
Volgens de woningkaart van Herengracht 561 (Stadsarchief Amsterdam) woonde Andreus hier van 2 april tot 23 september 1958.
5
Gregoor, op. cit. (noot 3), p. 150.
6
H.H. [= Harmen G. Honnef], ‘Interview met Hans Andreus’, in: Socius. Maandblad voor Leidse gymnasiasten, jrg. 27, nr. 6 (mei 1957), p. 7-10. Met dank aan Robert Gaarlandt, die de redactie van De Parelduiker attendeerde op dit interview en het nummer van Socius uit zijn collectie beschikbaar stelde.
7
Gegevens over Socius, de totstandkoming van en de betrokkenen bij het interview met Hans Andreus zijn afkomstig van Harmen G. Honnef (Brasschaat) in twee uitvoerige e-mails aan de auteur, d.d. 1 en 4 aprill 2011.
8
Waarschijnlijk ontmoetten de gymnasiasten hier Ilse Niesje Monsanto (1937-1989), dochter van een Surinaamse vader en Nederlandse moeder. Zij was destijds de vriendin van Vinkenoog. Met haar trouwde Vinkenoog op 9 mei 1958, de dag dat ze officieel bij hem introk op Herengracht 292. Vinkenoog en Monsanto scheidden in 1964.
9
Andreus ontleende zijn pseudoniem aan IJda Andrea (1923-2009), een medeleerling uit een hogere klas van de Amsterdamse Toneelschool. Vanaf september 1945 volgde Andreus er de opleiding tot acteur, maar hij strandde na het tweede jaar.
10
In opdracht van de KRO schreef Andreus het hoorspel De koning die te lui was om vroeg op staan, dat onder regie van Willem Tollenaar op vrijdagavond 31 mei 1957 werd uitgezonden op Hilversum I.
11
Op 6 augustus 1955 verscheen van Andreus voor het eerst een kinderverhaal in de zaterdagbijlage van Het Parool: ‘Het huisje dat uit wandelen ging’.
12
Ook Andrea Domburg (1923-1997) zou de Toneelschool niet afmaken. In 1946 sloot zij zich aan bij Theater Plezier van Floris Meslier, van welk cabaretgezelschap destijds ook Toon Hermans deel uitmaakte. Anno 1957 was Domburg een bekende toneelactrice, verbonden aan het Nieuw Nederlands Toneelgezelschap.
13
Andreus debuteerde in november 1947 in het maandblad Centaur met het gedicht ‘Sonnet’.
14
De film Een ter dood veroordeelde ontsnapt (Un condamné à mort s’est échappé) van Robert Bresson draaide vanaf vrijdag 1 maart 1957 in de Amsterdamse bioscopen Calypso en Flora.
15
In 1956 voerde Andreus in samenwerking met de journalist Constant (‘Boy’) Wallagh reclameopdrachten uit.

Over dit hoofdstuk/artikel

Rob Delvigne

over Jacob Israël de Haan


Felix Vallotton


1
Het verhaal ‘Le tribunal au chauffoir’ in de bundel Le cycle patibulaire.
2
Verzamelde gedichten 1, 1952, p. 326-327.
3
Mededelingen Frederik van Eeden-genootschap xiv, januari 1954, p. 92.
4
Vrijdag 29 maart 1912.
5
Frederik van Eeden, Dagboek. Deel iii, 1971, p. 1237.
6
Afgebeeld in Uitgelezen boeken xiii/2, 17 sept. 2009, p. 31; door De Haan met andere persoonlijke bescheiden aan ene H. Keller geschonken en geveild bij Van Huffel in Utrecht op 14 febr. 1966.
7
Bibliotheca Rosenthaliana; geveild bij Van Huffel 1966.
8
In een voetnoot bij een artikel in het Tijdschrift voor Strafrecht uit 1917.
9
Zie H.T.M. van Vliet, Versierde verhalen. De oorspronkelijke boekbaden van Louis Couperus’ werk (1884-1925) (Amsterdam 2000), p. 341-343; afb. 11 op p. 346.
10
LLD – Doctor of Laws; de brief is, inliggend in een exemplaar van Het portret van Dorian Gray van 1911, bewaard gebleven in de William Andrews Clark Memorial Library van de University of California in Los Angeles.
11
De brief is ingeplakt in het exemplaar van Pathologieën voor Douglas, in 1923 door een verzamelaar verworven en bewaard in The Robert Ross Memorial Collection van de Bodleian Library in Oxford.
12
Vriendelijke mededeling van Caspar Wintermans.
13
‘Jacob Israël de Haan en de kring van Oscar Wilde’. In: Levende Talen, april 1957, p. 182-183.
14
Evenals de brieven van P.C. Boutens aan Robert Ross uit 1912, door Marco Goud gepubliceerd in De Parelduiker 3 (1998) 1 (april) als ‘onlangs opgedoken in de W.A. Clark Memorial Library’.
15
Verzamelde gedichten 1, p. 328-331.
16
Van Eeden, Dagboek, 25 september 1913.

Over dit hoofdstuk/artikel

Ludy Giebels

over Jacob Israël de Haan


1
De Agoedat Israel was de internationale organisatie van orthodoxe joden voor wie naleving van alle Mozaïsche wetten imperatief was. Zij was in Kattowitz opgericht in 1912 en probeerde in navolging van de Zionistische Wereldorganisatie in Palestina haar eigen koloniën te stichten.
2
Voor de Palestijnse jaren van De Haan zie Ludy Giebels, ‘Een driehoeksverhouding in Amman: de ontmoetingen van Frederick Kisch en Jacob Israël de Haan met Hoessein, koning van de Hedjaz, in januari 1924’. In: Studia Rosenthaliana xiii (1979), p. 194-219;id., ‘Jacob Israël de Haan in Palestina’ i-iii. In: Studia Rosenthalianaxiv (1980), p. 44-78; xv (1981), p. 111-142 en 188-233; en id., Inleiding in Jacob Israël de Haan. Correspondent in Palestina 1919-1924. Ingeleid en geannoteerd door Ludy Giebels (1981).
3
Voor de behandeling van de nalatenschap zie Nationaal Archief Den Haag (nah) Consulaat Jaffa/Tel Aviv inv.nrs 2 en 3; Ministerie van Buitenlandse Zaken: B-dossiers, 1871-1940, 2.05.38, inv.nr 1434. inv.nr 578.
4
Inv.nr. 89.
5
Inv.nr 89; zie Ludy Giebels, Inventaris van het archief Jacob Israël de Haan in de Bibliotheca Rosenthaliana, Universiteit van Amsterdam (1994); zie voor de nalatenschap ook de inleiding.
6
Zie Ha’aretz 21 en 24 febr. 1960 (Hebr.).
7
Zie voor hem Wikipedta. In Jaap Meijer, De zoon van een gazzen. Het leven van Jacob Israël de Haan 1881-1924 (Amsterdam 1967), p. 329-332 een verslag, onder pseudoniem, van de moord. Tehomi heeft in de jaren negentig nog een interview gegeven over zijn aandeel in de moord, dat is opgenomen in de documentaire van Emile Fallaux, Het eind dat niemand keren kan (1991).
8
‘Na den verjaardag’. In: Algemeen Handelsblad 24 nov. 1922 A., p. 17. Gedat. Jeruzalem 10 nov. (internet, Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren [dbnl]).
9
Johanna van Maarseveen aan Mosche Wallach 12 sept. i924(cza [Central Zioniost Archives] archief Wallach doos 17).
10
Norman Bentwich aan Mosche Wallach (cza id).
11
Frederick Kisch aan Leonard Stein 19-5 1924 (cza Z4/1445 viii).
12
Frederick Kisch dagboek, manuscript (cza S25/583). Hierin meer over De Haan dan in de in 1938 gepubliceerde versie Palesttne diary.
13
Frederick Kisch aan Chaim Weizmann, president van de Zionist World Organisation 9 juli 1924 (Weizmann Archives Rechoboth).
14
Johan Nederbragt, Jeruzalem, indien ik u vergete… (1953). Mededeling André Roosen.
15
De lijsten en kopieën ervan in cza, archief Wallach doos 17, en nah archief consulaat Jaffa/Tel Aviv inv.nr. 11. Zij zijn afgedrukt in Ludy Giebels, Inventaris van het archief Jacob Israël de Haan, 37-41.
16
In het feuilleton ‘Dat kleine witte huisje’, 18 nov. 1920 A., p. 6. Gedat. Jeruzalem 28 okt. (internet dbnl) vertelt De Haan hoe hij het witte tuinhuisje betrekt en hoe hij winkelt voor de inrichting.
17
De Haan aan [Juda Vleeschhouwer] 16 maart 1920. Center for Research on Dutch Jewry Jeruzalem Dr. Jacob Israël de Haan (doos I.O.a.). Van Hamel, Simons, Fruins wetboeken, van Aletrino criminele antropologie, van De Roos criminele etiologie; ook de aantekenschriften die hij in Nederland had achtergelaten moeten toen zijn verzonden. Zij zijn terug te vinden in het archief in de Rosenthaliana.
18
Catalogus veiling van 17-26 nov. 1930, p. 61.
19
Dit moet zijn ‘crime’: mededeling van Chawa Dinner in Jeruzalem, die mij ook aanvullende informatie over Tidhar gaf.
20
Annie Landau aan Ronald Storrs, gouverneur van Jeruzalem, 18 nov. 1924 (Storrs Papers, Pembroke College Cambridge).
21
Zie Archief De Haan inv.nr. 73. Zo werden in 1924 nog zes artikelen gepubliceerd in De Amsterdammer, 7 in Het Vaderland en 1 in De Vrouw en haar Huis. Wellicht nog meer in Indische bladen.
22
Voor beide leningen zie nah archief consulaat Jaffa/Tel Aviv. inv.nr 2; het archief van het consulaat Jeruzalem uit deze tijd is verloren gegaan, maar een transcriptie van de correspondentie tussen Eisenstadt en Tidhar zat daarin en is in mijn bezit. Hierin wordt een bedrag van £Eg 300 genoemd, maar dat kan een fout zijn geweest: in het archief van Wallach (cza doos 17) is een aanwijzing dat het ging om £Eg 30 en dit lijkt, gezien het doel van de lening en de financiële draagkracht van De Haan, plausibeler.
23
De mooie, luie Adil, die zo’n belangrijke maar tegenstrijdige rol speelde als ‘Adil effendi’ in De Haans kwatrijnen en feuilletons, is een hoofdstuk apart in zijn leven, waarover ik in een ander artikel over De Haans Arabische betrekkingen meer zal vertellen.
24
nah archief ministerie van Buitenlandse Zaken: Adossiers, 1815-1940, 2.05.03 Belangenbehartiging van Nederlanders in het buitenland, inv.nr 1629.
25
‘In de nieuwe woning’, Algemeen Handelsblad 15 jan. 1921 O., p. 5-6. Gedat. Jeruzalem 24 dec. (internet dbnl).
26
Who’s who Israel (1952); Jewish Virtual Library (internet); hier ook zijn Encyclopedia of the founders and builders of Israel (Hebr.).
27
De brief van Tidhar zat in het archief van het consulaat Jeruzalem (zie noot 22), David Tidhar aan M. Eisenstadt 31 aug. 1924. Waarschijnlijk was de brief van Tidhar in het Hebreeuws.
28
Hotevim we-hata im he-Erez Yisrael (1924), waarvan de Engelse vertaling van de hand van Julian L. Meltzer in hetzelfde jaar uitkwam. Dat zou ook het verbod van het mandaatbestuur kunnen verklaren: misschien was de Hebreeuwse versie aan de aandacht van de autoriteiten ontsnapt.
29
Zie het feuilleton ‘25’ in Algemeen Handelsblad 13 juni 1923 A., p. 13. Gedat. Jeruzalem 25 mei (internet dbnl).
30
Yakov M. Rabkin, In naam van de Thora. De gesduedenis van de antizionistische joden (2006), p. 169, 205. Tidhar gaf zijn verklaring in een radio-interview. In zijn memoires geeft hij een andere versie (mededeling Chawa Dinner, Jeruzalem).
31
Voor haar bitterheid, zie haar brief aan Siegfried van Vriesland 23 juli 1924 (cza Archief Van Vriesland A114 inv.nr. 136); de brief aan De Haan van 13 juni 1924 in Archief De Haan inv.nr. 5
32
Mededeling van wijlen prof. mr. Isaak Kisch, diens zoon.
33
Het jaartal moet een vergissing zijn, omdat de Hebreeuwse versie in 1924 uit kwam.
34
Zie voor hem Wikipedia.
35
Ludy Giebels, Inventaris, inleiding, 14.
16
‘Wij rijden uit’, 25 maart 1920 A., p. 9-10 Gedat. Jeruzalem februari (internet dbnl).