Over dit hoofdstuk/artikel

Mathijs Smit

over H.P. Berlage

over Herman Heijermans


+
Mathijs Smit (1969) is historicus en journalist.
1
Zie hierover mijn artikelen in Literatuur, jrg. 12 nr.5 (1995) (over Berlage-A. Verwey), en Literatuur, jrg. 13 nr. 2 (1996) (over Berlage-H. Roland Holst).
2
De toneelstukken van Berlage worden, evenals de correspondentie met Heisjerman, bewaard in het archief van het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam. De correspondentie tussen Berlage en Heijermans is volledig getypt en bestaat uit twintig tot dertig brieven. Van Berlages brieven zijn de carbon-doorslagen bewaard gebleven. In de briefcitaten in dit artikel is ‘y’ vervangen door ‘if’ en zijn typefouten verbeterd. De brieven aan Berlage zijn gericht aan zijn persoonlijk adres (Violenweg 14, Den Haag) en het adres van zijn architectenbureau (Casuariestraat 28, Den Haag). Het kantoor van Heijermans’ n.v. Toneelvereeniging was sinds september 1921 gevestigd op Binnen-Amstel 178, Amsterdam.
3
De eerste brief uit het archief is gedateerd 11 juli 1921.
4
Uit de briefwisseling blijkt niet welk toneelstuk de architect aan Heijermans voorlegde, maar in brieven aan andere toneelregisseurs wordt Het Nieuwe Leven besproken. Het lijkt dus aannemelijk dat ook Heijermans dit stuk onder ogen kreeg.
5
Berlage aan Heijermans, 18 juni 1922. ‘Hooggeachte Heer Heijermans, Naar aanleiding van ons onderhoud volt een lijstje van namen die geacht kunnen worden een zekere finantieele draagkracht te bezitten. Ik behoef U wel niet te zeggen dat van deze namen op de meest discrete wijze gebruik moet worden gemaakt en mijn naam daarbij ongenoemd moet blijven. Ik hoop van harte dat U althans eenig succes zult hebben. Met Hoogachting, H.P. Berlage.
Mr. F.S. van Nierop (Amsterdam), S.P. van Eeghen (Amsterdam), E.H. de Vries (den Haag), J.F.R. van de Wall (den Haag), Mr J.C. Witteveen (den Haag), W. Westerman (den Haag), Mr. Dr. J.P. van Tienhoven (den Haag), Mr. K.P. van den Mandele (Rotterdam), Mr. W. Mees (Rotterdam), Mr. Blijdenstein (Amsterdam), Mr. Dr. W.F. van Leeuwen (den Haag), G.L.M. van Es (Rotterdam J.B. van Heck (Enschede), J. van Hoboken Azn. (Rotterdam), Mr J.G.N de Hoop Scheffer (Amsterdam), H.G. Rehbock (Amsterdam).’
6
Hans Goedkoop, Geluk: het leven van Herman Heijermans (Amsterdam 1996).
7
Heijermans aan Berlage, 20 oktober 1922.
8
Berlage aan Heijermans, 17 januari 1923.
9
Berlage aan Heijermans, 5 september 1923.
10
Berlage aan Heijermans, 17 november 1923. Heijermans was in oktober uit Amsterdam vertrokken. Een oude vriend had hem, teen een lage huur, een woning in Zandvoort aangeboden.
11
Berlage aan Heijermans, 10 december 1923.
12
Eind september 1924 vroeg de Sociaal Democratische Arbeiders Partij Berlage in een circulaire bij te dragen aan een steunfonds voor Heijermans. Berlage antwoordde op 9 oktober dat hij voor dit doel weliswaar al 25 gulden had gegeven aan de schrijver Johan de Meester, maar de sdap hetzelfde bedrag zou sturen. Berlagearchief, Nederlands Architectuurinstituut, doos 1924.
13
Correspondentie met Frans Mijnssen, Berlagearchief, Nederlands Architectuurinstituut, doos 1927 en 1928. Beeldhouwer Joseph Mendes da Costa maakte het Heijermans-monument. Een latere versie van dit borstbeeld staat nu aan het Leidsebosje in Amsterdam.