Laagwater
Marco Entrop
Drie en dertig
De literatuur over de schilder, schrijver, dichter en architect Theo van Doesburg (1883-1931) neemt onderhand aardig wat ruimte in op de boekenplank. En dan heb ik het alleen nog maar over de in boekvorm verschenen publicaties. De bibliografie in de onlangs uitgekomen Oeuvrecatalogus vermeldt ook nog eens enige honderden artikelen over hem, allemaal keurig chronologisch gerangschikt. Kortom, aan belangstelling voor het leven en werk van Van Doesburg heeft het, zeker de afgelopen jaren, niet ontbroken.
De eerste, geheel aan Van Doesburg gewijde publicatie verscheen eind 1968, ter gelegenheid van een overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Van Abbemuseum in Eindhoven. Deze catalogus was jarenlang een veel geraadpleegde bron binnen de Van Doesburg-kunde, en bovendien lange tijd de enige die ruimschoots biografische informatie bevatte. Maar hij was ook de bron van een vergissing, die, doordat sommige auteurs haar klakkeloos overschreven (en andere haar weer van hen), een eigen leven is gaan leiden. Het gaat weliswaar om een detail, maar ook weer niet om een onbetekenend detail: zijn geboortedatum. Over Van Doesburg mag dan inmiddels nog zo veel bekend zijn, met die datum blijft men hannesen, zelfs in zeer recente publicaties.
‘Theo van Doesburg,’ schrijft Jean Leering in de inleiding van de Eindhovense catalogus, ‘werd op 3 augustus 1883 geboren te Utrecht.’ Een onnauwkeurigheid, een slip of the pen of een ordinaire zetfour? In werkelijkheid kwam de kunstenaar op 30 augustus 1883 ter wereld, bijna vier weken later. Bij de herdruk van deze inleiding, in de ‘documentaire’ die Evert van Straaten in 1983 samenstelde op basis van materiaal uit Van Doesburgs nalatenschap, is deze fout stilzwijgend verbeterd. Maar toen had een aantal Van Doesburg-vorsers zich al vergaloppeerd. Met voorop K. Schippers, in zijn boek Holland Dada (1974). In de bibliografie is de gewraakte tentoonstellingscatalogus opgenomen, waaraan hij het gegeven ongetwijfeld heeft ontleend. Ook iemand als Carel Blotkamp, toch een kenner bij uitstek van De Stijl, gaat niet vrijuit. In het door hem geschreven profiel van Van Doesburg in De beginjaren van De Stijl, 1917-1922 vermeldt hij de verkeerde geboortedatum. Deze studie verscheen in 1982, beleefde zelfs een paar herdrukken en werd vertaald in het Engels en het Italiaans. Toch is die datum nooit gecorrigeerd. Nog in 1997 presteerden Siem Bakker en Emy
Thorissen het, in De dichter Theo van Doesburg / I.K. Bonset 1883-1931, de plank opnieuw mis te slaan. Kennelijk hebben zij De beginjaren van De Stijl er op nageslagen – die titel wordt althans in de bibliografie genoemd – en de daar gevonden datum misschien nog geverifieerd aan de hand van Holland Dada – eveneens opgenomen in de lijst van geraadpleegde werken -, terwijl zij toch ook genoeg literatuur onder ogen hebben gehad die wel de juiste datum geeft.
In dit Van Doesburg-jaar, waarin aan hem een grote overzichtstentoonstelling was gewijd in Utrecht en Otterlo en elders enkele kleinere exposities te zien waren, en er bovendien lezingen, manifestaties en een symposium zijn gehouden en diverse uitgaven het licht zagen, gaat het toch weer mis.
K. Schippers bracht medio mei een ‘tweede, geheel herziene druk’ uit van Holland Dada. Publicitair en commercieel beschouwd een welgekozen tijdstip. Schippers beweert zijn boek flink onder handen te hebben genomen. Het is in elk geval vijfenvijftig pagina’s dikker. Dertig bladzijden van deze toevoeging vormen een nieuw hoofdstuk, waarin hij onder meer de drie krantenstukken heeft ondergebracht die hij in 1995 in nrc Handelsblad publiceerde over zijn verblijf in het Van Doesburg-huis in Meudon – artikelen die helemaal niets met Holland Dada uitstaande hebben. Nieuw is ook (de keuze uit) Van Doesburgs correspondentie met Tristan Tzara en een ‘niet eerder opgenomen brief aan Francis Picabia’. Die laatste brief stond – in vertaling – al in 1996 in het eerste nummer van De Parelduiker; een selectie uit de briefwisseling met Tzara publiceerde Mare Dachy reeds in 1992. Schippers doet net alsof die correspondentie pas kortgeleden is ontdekt, door hemzelf wellicht. Wie een beetje thuis is in de Van Doesburg-literatuur, weet dat die brieven al veel langer bekend zijn en ook dat er over is geschreven en – soms in extenso – uit is geciteerd. Bij Schippers komen die artikelen dan ook niet voor in de bibliografie.
Voor deze heruitgave van Holland Dada heeft Schippers de bibliografie uitgebreid en geactualiseerd. Opmerkelijk is echter dat de meest recente publicatie die hierin is opgenomen, dateert van 1997 – het boekje van Bakker en Thorissen! Het zal toch niet zo zijn dat Schippers’ boek drie jaar bij de uitgever op de plank heeft gelegen? Holland Dada is een lui boek. De auteur heeft niet de moeite genomen zijn werk grondig te herzien. In het hoofdstuk over H.N. Werkman bijvoorbeeld heeft hij in sommige zinnen wat veranderd en een enkele alinea herschreven, maar nergens presenteert hij nieuwe feiten. En dat terwijl in het Werkman-jaar 1995 een aantal interessante publicaties over de Groningse drukker is verschenen. In de bibliografie zijn ze niet te vinden. Aan de literatuur over Werkman heeft Schippers niets toegevoegd – alles stond er al in de eerste uitgave van zijn boek. De grootste verandering in dit hoofdstuk betreft de afstand tussen Groningen en Drachten. Bedroeg die in 1974 veertig kilometer, tegenwoordig schijnt die nog maar dertig kilometer te zijn. Als het om getallen gaat, is Schippers kennelijk een Pietje Precies.
Op bladzijde 48 staat, net als in de eerste druk van Holland Dada, dat Theo van Doesburg in Utrecht werd geboren op 3 augustus 1883. Sommigen leren het nooit.