Over dit hoofdstuk/artikel

El Bocho

Léon Hanssen

over Menno ter Braak

over Kurt Tucholsky


over Duitsland


1
Nele Boehme, Carolin Brühl, ‘Nicht mal eine Gedenktafel erinnert an den Satiriker. Für eine Begegnungsstätte mit dem Schriftsteller und Journalisten Kurt Tucholsky fehlt das Geld’. In: Berliner Morgenpost, 9 januari 2000. Heike Kowitz, ‘Peter Panter und Theobald Tiger. Wege durch Berlin – Auf der Suche nach Spuren Kurt Tucholskys’. In: Berliner Morgenpost, 24 februari 2001.
2
Origineel: Muiderberg, Krijn ter Braak, met dank voor de verstrekte informatie.
3
H.[enrik] S.[cholte], ‘K. Tucholsky: portret Harry Liedtke’ (‘Journaal’), Filmliga 3 (1929-1930) 7 (april), p. 99.
4
M.[enno] t.[er] B.[raak], ‘“Rassen” van Ferdinand Bruckner. Geestdriftig ontvangen première bij het Hotstadtooneel’. In: Het Vaderland, 19 maart 1934, avondblad c.
5
Deutschland, Deutschland über alles. Ein Bilderbuch von Kurt Tucholsky und vielen Fotografen. Montiert von John Heartfield. (Berlijn 1929), p. 44. Vergelijk ook Kurt Tucholsky, Deutschland, Deutschland über alles. Een satire met fotomontages van John Heartfield. Vertaald door Ernst van Altena (Amsterdam 1982), p. 44.
6
N.N., ‘Kurt Tucholsky † Een scherpe, satyrische geest heengegaan’. In: Het Vaderland, 6 januari 1936, avondblad. Het artikel is niet ingeplakt in de knipselboeken die Ant ter Braak-Faber, de echtgenote van de schrijver, destijds bijhield van de journalistieke productie van haar man (originelen: ‘s-Gravenhage, Letterkundig Museum). De knipselboeken maken echter geen aanspraak op volledigheid. Evenmin is het artikel opgenomen in: Menno ter Braak, Vaderlandarrikelen 1936 (www.dbnl.org/tekst/braa002vade05-01/colofon.php).
7
Arthur Schnitzler, Else (Fräulein Else). Vertaald door Alice van Nahuys (Amsterdam 1926), p. 113-114. Vergelijk Arthur Schnitzler, Fräulein Else. Novelle (Berlin/Wien/Leipzig 1924), p. 96-97: ‘Es wäre schrecklich, wenn ich das Veronal nicht mit hätte. Da müßte ich mich zum Fenster hinunterstürzen und dazu hätt’ ich doch nicht den Mut. Aber das Veronal, – man schläft langsam ein, wacht nicht mehr auf, keine Qual, kein Schmerz. Man legt sich ins Bett; in einem Zuge trinkt man es aus, träumt, und alles ist vorbei.’
8
Karel van het Reve, ‘Tucholsky’s weekblad tegen Hitler’, n.a.v. Kurt Tucholsky, Die Q-Tagebücher 1934-1935. Mary Gerold-Tucholsky, Gustav Huonker eds. (Reinbek bei Hamburg 1978). In: NRC Handelsblad, 26 mei 1978. Nagenoeg integraal opgenomen in de langere tekst: Karel van het Reve, ‘Tucholsky’, in: dez., Een dag uit het leven van de reuzenkoeskoes (Amsterdam 1979), p. 70-89; 83-89.
9
Vertaling: ‘Het bijgevoegde artikel van Ter Braak is een wonder. Godzijdank dat een neutraal iemand het zegt; ikzelf zou het niet hebben gedurfd. Daarin staat alles, wat ik je sinds jaren voorzing.’
10
Kurt Tucholsky, Gesamtausgabe. Texte und Briefe. Band 21: Briefe 1935. Antje Bonitz, Gustav Huonker (red.) (Reinbek bei Hamburg 1997), p. 55, 94, 551-552, 576-577.
11
Menno ter Braak, ‘Emigranten-Literatur’. In: Das neue Tage-Buch 2 (1934) 52 = 29 december 1934 (www.dbnl.org/tekst/braa002bijd12-01/braa002bijd12-01-0001.php); Menno ter Braak, ‘Zum Thema Emigranten-Literatur. Antwort an Andermann und Marcuse’. In: Das neue Tage-Buch, 3 (1935) 3 = 19 januari 1935 (www.dbnl.org/tekst/braa002bijd12-01/braa002bijd12-01-0002.php).
12
Ludwig Marcuse, Mein zwanzigstes Jahrhundert. Auf dem Weg zu einer Autobiographie (München 1960), p. 178-179.
13
Theobald Tiger [= Kurt Tucholsky], ‘Die weinenden Hohenzollern’. In: Die Weltbühne. Wochenschrift für Politik-Kunst-Wirtschaft 18 (1922), 20 (18 mei 1922), p. 513.
14
Kurt Tucholsky, ‘Wir Negativen’. In: Die Weltbühne. Wochenschrift für Politik- Kunst-Wirtschaft 15 (1919) 12 (13 maart 1919), p. 279-285.
15
Menno ter Braak, Mephistophelisch (Maastricht 1938), p. 7.
16
Richard von Soldenhoff (red.), Kurt Tucholsky 1890-1935. Ein Lebensbild (z.p. [Berlijn] 1985), p. 252. Léon Hanssen, Sterven als een polemist. Menno ter Braak 1930-1940 (z.p. [Amsterdam] 2001), p. 553.
17
Menno ter Braak (Berlijn) aan zijn ouders H.E.G. ter Braak en G.A. ter Braak-Huizinga (Eibergen), 2 februari 1927 (www.mennoterbraak.nl/tekst/braa002brie15-01/braa002brie15-01-0004.php).
18
Menno ter Braak (Berlijn) aan D.A.M. Binnendijk (Amsterdam), 22 februari 1927 (www.mennoterbraak.nl/tekst/braa002brie09-01/braa002brie09-01-0096.php).
19
Menno ter Braak (1902-1940). Leben und Werk eines Querdenkers. Aus dem Niederländischen von Marlene Müller-Haas (Münster, New York, München, Berlijn 2011).
20
Vergelijk Fritz J. Raddatz, Revolte und Melancholie. Essays 3. Texte zur Litteraturtheorie (Reinbek bei Hamburg 1990).