Laagwater
Hein Aalders
Fijne collega’s
Schrijvers in Nederland hebben een vereniging die hun belangen behartigt. Dat is de Vereniging van Letterkundigen (VvL). In het jongste Bulletin van de VvL staat een eerbetoon aan de dichter J. Slauerhoff (1898-1936), die zeventig jaar geleden overleed. Maar is het wel een eerbetoon?
Men heeft een grappig sonnet van hem uitgekozen, waarin hij de draak stak met een tijdgenoot, de veel over China schrijvende arts en dichter Johan W. Schotman. Schotman kon slecht tegen kritiek, volgens Slauerhoff, want over elke kritiek correspondeerde hij eindeloos met de recensenten. Gevolg: ‘er gaat geen dag voorbij / Zonder een brief, een lange brief van Schotman.’ Slauerhoff ervoer het zelf ook eens, toen hij een boek van Schotman, het masker- en gebarenspel Lugh (1931), in de Nieuwe Arnhemsche Courant van 23 januari 1932 had besproken. In mei van datzelfde jaar stond het spotvers op Schotman, getiteld ‘Benard advies’, in Forum.
Erg grappig van de VvL om juist dat gedicht te plaatsen, maar het venijn zit in de staart. Onder het gedicht plaatst de redactie het volgende zinnetje: ‘Slauerhoff stierf op 4 oktober 1936 (precies 70 jaar geleden) zodat er over zijn werk geen rechten meer hoeven worden betaald.’ Nog afgezien van het feit dat Slauerhoff pas een dag later overleed, en dat het auteursrecht niet precies 70 jaar na de sterfdatum maar pas op 1 januari van het eerstvolgende jaar vervalt, is het toch wel opmerkelijk dat de redactie de belangrijkste reden voor de ‘herdenking’ ziet in het vervallen van de auteursrechten. Onduidelijk blijft het bovendien of men dit betreurt, toejuicht of met klem onder de aandacht van de leden wil brengen, in de trant van: pas op uw zaak, er komt een einde aan uw inkomsten!
In het overtypen van het gedicht zijn veertien fouten geslopen. Rekent men het overzetten in moderne spelling (waarom eigenlijk? Is het niet een vakblad voor schrijvers?) niet mee, dan blijven er nog acht fouten over. Acht typefouten in één gedicht! Eronder staat ‘J.J. Slauerhoff’, een naam waaronder Slauerhoff nooit gepubliceerd heeft. Blijkbaar is de kennis van de geboortenamen (Jan Jacob) zo wijdverbreid, dat hij wel altijd zal worden aangeduid met dubbele voorletters. Wie zag Bordewijk ooit aangeduid als F.J.W.C.K.E. Bordewijk, alleen maar omdat hij bij zijn geboorte de namen Ferdinand Johan Wilhelm Christiaan Karel Emil meekreeg?
Er staat nog één zin onder het gedicht die ik niet aanhaalde. Die begint zo: ‘Bovenstaand gedicht is het resultaat van een schriftelijke reactie van Slauerhoff op het werk van de dichter W.H. Schotman’. Ten eerste moet dat dus J.W., of beter nog Johan W. Schotman zijn. En dan, wat wordt er bedoeld met: het ‘gedicht is het resultaat van een schriftelijke reactie’? Het antwoord laat niet lang op zich wachten. De zin besluit met: ‘[bovenstaand gedicht] spreekt verder voor zich’. Ik denk dat die laatste woorden genadeloos terugslaan op de redactie van het Bulletin. Het spreekt inderdaad voor zich als een blad van en voor letterkundigen zo gemakzuchtig met het werk van de eigen collega’s en wat erover bekend is, omspringt. Het is dan maar te hopen dat de VvL in het behartigen van de materiële belangen van haar leden een grotere accuratesse aan de dag legt.
Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar is voornemens een keuze uit alle brieven van Slauerhoff uit te geven, een soort ‘leven in brieven’. In opdracht van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde zal met het oog op zo’n uitgave eerst een inventarisatie van alle brieven van Slauerhoff opgesteld worden. Hoewel de brieven zich voor het grootste deel in het Letterkundig Museum bevinden, en voor een minder groot deel in andere archieven, is het wenselijk zoveel mogelijk brieven boven water te krijgen. Nijgh & Van Ditmar en schrijver dezes zijn daarom geïnteresseerd in de verblijfplaats van alle mogelijke brieven die Slauerhoff schreef, met name die niet in de bekende archieven bewaard worden, maar bijvoorbeeld in privé-collecties berusten. Gelieve informatie die ons op het spoor van (mogelijk nog onbekende) epistels kan brengen, aan het redactieadres van De Parelduiker te richten.