Over dit hoofdstuk/artikel

Jan Paul Hinrichs

over Karel van het Reve


+
Jan Paul Hinrichs (1956) promoveerde in 1985.
1
H. Bonger, ‘Bruno Borisovič Becker’, Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1971-1972, Leiden, E.J. Brill, 1973, p. 80.
2
Karel van het Reve, Verbaast u dit, nuchtere lezer? Zevenentwintig limericks en een ballade, Amsterdam, C.J. Aarts, 1991, p. 10.
3
Karel van het Reve, Luisteraars!, Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1995, p. 154.
4
Karel van het Reve, Freud, Stalin en Dostojevski, Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1982, p. 120.
5
Ischa Meijer, ‘Uren met Karel van het Reve’, Haagse Post, 12 Januari 1980.
6
Het achtste hoofdstuk verscheen als voorpublicatie van de handelseditie onder de titel ‘Sovjet-annexatie der klassieken’ in Socialisme en Democratie 11 (1954), pp. 470-477.
7
Cees Willemsen, ‘Charles B. Timmer (1907-1991), de verholen romanticus’, Tirade 40 (1996), p. 231.
8
Karel van het Reve, Twee minuten stilte, Amsterdam, G.A. van Oorschot, 19602, p. 142.
9
Dit schrift en andere personalia uit het bezit van de erfgenamen van Karel van het Reve lagen op de tentoonstelling Onder communisten en dissidenten. Karel van het Reve (1921-1999) die op 26 augustus 1999 in de Leidse Universiteitsbibliotheek werd geopend. Zie Onno Havermans, ‘Een eerbetoon aan Karel Beton’, Leidsch Dagblad, 26.8.1999, p. 15.
10
Karel van het Reve, De ondergang van het morgenland, Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1990, p. 15.
11
Karel van het Reve, Goed en schoon in de sovjetcritiek. Beschouwingen over de aesthetica van het Sovjetrussische marxisme, Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1954, p. 104.
12
Zie noot 11, p. 106.
13
Karel van het Reve, Marius wil niet in Joegoslavie wonen, Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1970, pp. 66-68.
14
Simon Carmiggelt, De gedichten, Amsterdam, De Arbeiderspers, 1974, pp. 82-83.
15
In dit verband zijn ‘Derde Weggers’ als de hoogleraren Donkersloot, Wertheim en Presser genoemd door Frits Abrahams, in ‘Louche’, nrc Handelsblad, 21.4.1999, p. 28.
16
H.J. Pos, ‘Ideologie en wetenschap. Naar aanleiding van de wijziging in de verwerping der relativiteitstheorie door het Sovjetmarxisme’, De Groene Amsterdammer, 14.8.1954.
17
L. van der Land, ‘Goethe politiek betrouwbaar. Moskou annexeerde de klassieke schrijvers’, Het Parool, 15.7.1954.
18
Paul Rodenko, ‘Klassieken met een rode blos’, Haagsch Dagblad, 27.8.1955 (herdrukt in: Paul Rodenko, Verspreide kritieken [=Verzamelde essays en kritieken; 4], Amsterdam, Meulenhoff, 1992, pp. 332-335).
19
P. Geyl, ‘Sovjet-Russische literaruurbeschouwing’, Critisch Bulletin 22 (1955), p. 558.
20
Zie Fenna van den Burg, De Vrije Katheder 1945-1950: een platform van communisten en niet-communisten, Amsterdam, Van Gennep, 1983, pp. 221-229.
21
Ger Harmsen, ‘De filosofie van het sleutelgat’, Politiek en Cultuur 16 (1956), p. 233.
22
Zie noot 21, p. 236.
23
Zie noot 21, p. 234.
24
Zie noot 11, p. 141.
25
Zie noot 2, p. 9.