Sein post
Giorgio Faggin
Een kortstondige passie
Vicenza
– De verfijnde Milanese uitgeverijIperborea is gespecialiseerd in Scandinavische literatuur en daarnaast ook in Nederlandstalige fictie. Uit de catalogus van zomer 2001 kan men opmaken dat haar fonds bestaat uit een honderdtal titels, waaronder twaalf romans vertaald uit het Nederlands. Nummer 26 is Formaggio olandese [Kaas] van Willem Elsschot en nummer 32 is Fuoco fatuo [Het dwaallicht] van dezelfde auteur.
Kaas werd door mij vertaald toen ik in Triëst neerlandistiek doceerde. Het ging om een suggestie van mijn toenmalige collega en vriend Jan Louter. Tot dan toe had ik alleen kunsthistorische opstellen uit het Nederlands vertaald. Toen mijn vertaling van Kaas af was, moest ik uiteraard aan een uitgever gaan denken. Een andere Nederlandse vriend, de neerlandicus Charles van Leeuwen, heeft mij daarbij enthousiast geholpen. Hij stuurde mijn kopij aan mevr. Emilia Lodigiani van Iperborea, die voor het verhaal van Elsschot viel. Mijn vertaling werd gepubliceerd in 1992. De inleidende tekst is van de hand van Charles van Leeuwen. Wat de titel betreft, was ik toen van mening dat de letterlijke vertaling Formaggio te brutaal zou klinken in Italiaanse oren, zodat ik Formaggio olandese voorstelde. Dat was naïef en onverantwoord van mij, vind ik nu, bijna tien jaar later. Hoe het ook zij, Formaggio olandese was een succes. Het kreeg verscheidene besprekingen, vooral in dagbladen. Na enige jaren was het boek uitverkocht. De tweede
druk is dit jaar, 2001, verschenen. Als curiosum wil ik eraan herinneren dat het boek een kleine rol speelde in een reclamecampagne voor Nederlandse kaas: het werd namelijk in Bologna op 17 juni 1992 mede gepresenteerd door het Nederlands Zuivelbureau te Milaan.
In 1993 verscheen bij Iperborea Fuoco fatuo, letterlijke vertaling van Het dwaalicht. De vertaler ervan was de Vlaamse italianiste Monique Jacqmain. Eigenlijk was dit de tweede editie van haar vertaling. Fuoco fatuo zag het levenslicht in Siena in 1975. De tekst van Iperborea is ingrijpend veranderd in de richting van een grotere soberheid en getrouwheid ten opzichte van de oorspronkelijke novelle. Monique Jacqmain werd hierin bijgestaan door een onbekende medewerker, die op studentikoze wijze in de vertaling wordt aangeduid als ‘Maria Van Dam’. De vrij uitvoerige inleiding staat wel alleen op naam van mevr. Jacqmain.
Een ontgoocheling is het derde verhaal van Elsschot dat in het Italiaans werd overgezet. De vlotte vertaling, door Nelleke Morina-Oostveen, werd merkwaardigerwijs uitgegeven in Luxemburg (La grande disillusione, Euro Editor, 1982), zodat dit boekje in Italië zo goed als onbekend is gebleven. De knappe ‘nota critica’ aan het slot van de bundel werd geschreven door Bert Decorte. Het ligt al jaren in de planning van Iperborea een Italiaanse vertaling van Een ontgoocheling uit te geven, zoals onder meer blijkt uit het lijstje ‘Volumi in preparazione’, opgenomen in de genoemde catalogus van de Milanese uitgeverij. Daar wordt de Nederlandse titel van het verhaal van Elsschot overigens eenvoudigweg vertaald als Disillusione, dus met weglating van het onbepaald lidwoord.
Na Een ontgoocheling zal Iperborea, naar ik hoop, ook Tsjip (op zijn Italiaans: Cip) in vertaling uitbrengen. Tijdens mijn kortstondige Elsschot-passie vertaalde ik namelijk ook deze novelle. Dat gebeurde in 1993. In hetzelfde jaar stelde ik mijn kopij ter beschikking van Iperborea. Mevr. Lodigiani liet mij weten dat zij de vertelling kostelijk vond en dat zij van plan was die uit te geven in het begin van het eerstvolgende decennium. Tsjip zal dus vermoedelijk binnen afzienbare tijd in het Italiaans gaan tsjilpen.