Over dit hoofdstuk/artikel

Frans Crone

over C.C.S. Crone

brief aan P.H. Ritter

brief van C.C.S. Crone

brief aan C.C.S. Crone

brief van Ab Visser

brief aan Ab Visser

brief van C.C.S. Crone

brief aan C.C.S. Crone

brief van Jan Engelman


22 augustus 1948

8 november 1948

16 augustus 1949

augustus 1950


1
Op welk boek hier wordt gedoeld is niet duidelijk. Brief juli 1947.
2
Barend de Goede, ‘Op de grens van twee werelden’. In: Ad Interim 9/10 (sept.-oct) 1948, p. 113 e.v.
3
Bron: brief van Corinne Odinga-de Wit aan Frans Crone, 19 september 2000.
4
Corinne de Wit, op dat moment de geliefde van Lucebert.
5
Klooster van de Zusters Franciscanessen in Heemskerk, waar Lucebert werkte aan een (inmiddels overgeschilderde) muurschildering.
6
Bedoeld wordt Crones tweede dochter Joanna Maria Constantia, geboren op 18 augustus 1947.
7
Aantekening 1225.
8
Aantekening 1530.
9
Aantekening 1464.
10
Aantekening 1274.
11
Aantekening 1265.
12
Aantekening 1467.
13
Aantekening 1512.
14
Nescio, Natuurdagboek (Amsterdam 1996), p. 246.
15
Volgens Hazeu (1988) was Achterberg een geregelde bezoeker van de wak-bijeenkomsten. De twee in De Korenbeurs opgenomen gedichten van Achterberg waren ‘Treinnimf’ en ‘Het meisje en de trom’.
16
Deze spreekbeurt werd in juli 1949 gehouden en was getiteld ‘Over literaire buitelingen’. In de inleiding van dit praatje maakt Crone dankbaar gebruik van het voorwoord bij zijn bloemlezing De vroolijke dichtkunst. Humor en ironie uit de Nederlandsche poëzie (1938).
17
Zie de bibliofiele uitgave van de briefwisseling tussen Ritter en Crone over Utrecht, getiteld Onze fatale geboortestad (Utrecht 1985).
18
Afgezien van Ritters reactive op deze brief en het meegezonden knipsel uit De Tijd van 17 juli 1948, is van deze correspondentie niets teruggevonden, noch in het Ritter-archief noch in de nalatenschap van Crone.
19
De bedoelde ontmoeting vond plaats op initiatief van Ritter. Barend de Goede (1915-1995) was een wederzijdse bekende van Crone en Ritter. De Goede was, evenals Crone, medewerker van het literaire tijdschrift Ad Interim, terwijl zij allebei actief waren in de Werkgemeenschap wan Arnhemse Kunstenaars (wak).
20
Aannemelijk is dat Crone dit overdrachtelijk bedoelde: hotel-restaurant De Witte Holevoet, dat nog steeds bestaat, was oorspronkelijk een herberg die als begin- en eindpunt diende voor de postkoets tussen Arnhem en Utrecht.
21
Ab Visser, Het Klooster van Sint Jurriaan. Pauwhofherinneringen (Utrecht/Antwerpen 1974), p. 109.
22
Het Hollandsch Weekblad, 6 april 1940.
23
Gedoeld wordt op café Bakker aan Den Deyl op loopafstand van De Pauwhof, dat door Ab Visser in gezelschap van menige gast van De Pauwhof werd bezocht.
24
De Zuid-Afrikaanse dichter (en hoogleraar letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam) N.P. van Wyk Louw en zijn vrouw Truida.
25
De architect en hoogleraar bouwkunde aan de TH Delft ir. J. van den Broek en zijn vrouw.
26
De van oorsprong Britse echtgenote van Hans van der Kallen, beter bekend als de crime-schrijver Havank.
27
Johan van der Woude, ‘Onder Hollandse luchten. C.C.S. Crone’s “Schuiftrompet”’, in: Vrij Nederland, 29 juli 1950.
28
De ‘sierlijke aankondiging’ werd door Crone ontworpen. Hij maakte onder meer gebruik van een schetsblad van Lucebert uit 1946. Zie in dit verband ook Peter Hofman, Lichtschikkend en zingend: de jonge Lucebert (Amsterdam 2004), p. 112.
29
In de oorspronkelijke tekst op het bidprentje staat ‘eeuwig levensfeest’. In Engelmans Verzamelde gedichten (Amsterdam 1972) werd dit – al dan niet met opzet – veranderd in ‘eeuwig lentefeest’, waarmee de subtiele verwijzing naar Crones novella Her feestelijke leven verloren ging.