[2000 / 3&4]
Bij dit nummer
De schrijver, dichter en essayist Maurice Gilliams – wiens honderdste geboortedag dit jaar herdacht wordt met enkele tentoonstellingen en manifestaties in Vlaanderen – kwam ter wereld op het breukvlak van twee eeuwen. Hij leek, als mens en als kunstenaar, een late negentiende-eeuwer, opgesloten in zichzelf, op zoek naar de verloren tijd. Maar zijn boeken – met onvergetelijke titels als Oefentocht in het luchtledige, Elias of het gevecht met de nachtegalen en Gloria of een huwelijk op Elseneur – worden tegenwoordig beschouwd als hoogtepunten van het Vlaams-Nederlandse modernisme. Als gelauwerd maar desondanks verscholen auteur heeft Gilliams een leven lang, compromisloos en onvoldaan, de verwezenlijking nagestreefd van zijn hoge artistieke ideaal, dat hij zelf eens omschreef als ‘een soort pathetiek van de intelligentie’. Bij zijn overlijden, in 1982, bleek dat leven nog te kort te zijn geweest om zijn niet al te omvangrijke oeuvre te kunnen voltooien.
Het verscheurde bestaan van Maurice Gilliams wordt in dit dubbelnummer van De Parelduiker – voor de eerste maal zo uitvoerig – beschreven door de neerlandica Annette Portegies, als opmaat tot een biografie. In aansluiting hierop wijst de Gentse literatuurhoogleraar Anne Marie Musschoot op de bijzondere plaats die het werk van Gilliams in de Vlaams-Nederlandse letterkunde inneemt. Daarna haalt Laurens van Krevelen, uitgever in ruste, herinneringen op aan de levenslange Meulenhoff-auteur Gilliams en legt publicist Wim Hazeu uit waarom hij niet de biografie van Gilliams zal schrijven. Leen van Dijck, conservator van het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, schenkt inzicht in Gilliams’ literaire nalatenschap, die bewaard wordt in diens geboortestad Antwerpen. Verder wordt aan de tot op heden geheel onbekend gebleven rol van Gilliams als recensent recht gedaan door tekstwetenschapper Yves van der Fraenen. Vervolgens gaat Martien J.G. de Jong, emeritus hoogleraar en groot Gilliams-geleerde, in op de lotgevallen van de eerste uitgave van Gilliams’ beroemdste boek, Elias of het gevecht met de nachtegalen. En ten slotte is het woord aan twee bewogen lezers, Ben van Melick en Hans Kleiss, die elk in een eigen bijdrage eer bewijzen aan een van de grootste en meest introverte kunstenaars uit ons taalgebied.
De redactie dankt allen die door het verlenen van medewerking of toestemming dit nummer tot stand hielpen brengen. We zijn Annette Portegies en Leen van Dijck speciaal erkentelijk voor het afstaan van het merendeel der afbeeldingen. Onze dank geldt eveneens de Stichting Vita Brevis, voor haar financiële gebaar. Het nummer is, tot slot, opgedragen aan Ko van Leest, boekverkoper te Amsterdam, voor zijn uitzonderlijke toewijding aan het werk van Maurice Gilliams.
De redactie