Over dit hoofdstuk/artikel

Arno van der Valk

over Gerard Reve


over Zuid-Afrika


+
Arno van der Valk (1970), neerlandicus, schreef eerder in De Parelduiker over W.F. Hermans. Voor deze artikelen ontving hij in 2002 de Van Goens Prijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
1
Twee daarvan gingen vooral over zijn werk en schrijverschap en blijven hier verder buiten beschouwing: ‘Vraaggesprek: Gerard Reve met P.E. Westra, julie 1984’, in: Standpunte 38 (1985), 1 [= 175] (feb), p. 44-50, en het radio-interview met Andreas Cornelius, uitgezonden door de sauk/sabc op dinsdag 24 augustus 1984.
2
In zijn jeugd las Reve vermoedelijk Aug. Niemann, Pieter Maritz. Lotgevallen van een Transvaalschen Boerenjongen (1932) en A. Littooy, De legende van het spookschip ‘De Vliegende Hollander’ en zijn kapitein Willem Vanderdecken uit Terneuzen (1933). Zie noot 193 in de door Nop Maas bezorgde Brieven aan Matroos Vosch (1997).
3
Reve schreef herhaaldelijk dat hij op zoek is naar een huis in Zuid-Afrika, maar vraagt geadresseerden niet over dit onderwerp terug te schrijven vanwege Joop.
4
Het bezoek, in gezelschap van Lucas Malan, aan het geboortehuis van Paul Kruger op zaterdag 2 juni staat beschreven in Brieven aan Matroos Vosch, p. 262. Kruger (1825-1904) was de Boerenleider tijdens de strijd voor de onafhankelijkehid van de Republiek van Zuid-Afrika.
5
Het interview met Prinsloo werd wel, onder de titel ‘Eksentrieke liefhebber van “kitsch”’, overgenomen door het Zuid-Afrikaanse dagblad Die Burger van 14 juni 1984, zij het gecensureerd. Zo verdwenen de passages over het wurgen van geïnterviewden, ‘de kultuurboikot’, ‘kommunisme’, christen-democraten en socialisten (‘net so swaksinnig’) en de ‘sadisties voorgestelde seksualiteit’.
6
‘Wie moet ons glo?’ in Beeld, 14 juni 1984, en ‘Geen pornografie in ossewa-land’ in Die Burger, 14 juni 1984.
7
Brieven aan Matroos Vosch, p. 261.
8
Volgens het interview met Westra is hij er tegen zijn wil ingerold, nadat hij in de wachtkamer bij de dokter een blad las van de culturele vereniging Nederland-Zuid-Afrika waaruit bleek dat hij de ‘Nederlandse onzin over Zuid-Afrika’ niet moest geloven.
9
Over dit bezoek aan de romanschrijver Etienne Leroux (1922-1989) schreef hij Koos Human op 5 juli 1984: ‘Dat verblijf bij Leroux is één van de indrukwekkendste ervaringen van mijn leven geweest […] Ik vond die tragiese allure van collega Leroux, van profeet die zich “tot de jongeren wil wenden” en dag en nacht tobt over God, de Dood en hoe het allemaal verder moet, erg mooi. Het is wel een spel en een rol, maar daarbij 100% echt.’
10
Etienne Britz, ‘Uithoeke: Met Reve in die wyke van die volk’, in Beeld, 10 april 2003.
11
In een e-mail aan mij, d.d. 27 februari 2003.
12
Brieven aan Matroos Vosch, p. 263-264.
13
Etienne Britz, ‘tv was mos destyds die saaie sensor’, in: Die Burger, 27 mei 1998.
14
Brief aan Lucas Malan van 22 juli 1984.
15
De dissidente Zuid-Afrikaanse historicus Floors A. van Jaarsveld werd persoonlijk geconfronteerd met het extreme gedachtegoed van de Afrikaner Weerstands-beweging. Zijn essay ‘Die ontmitologisering van die Afrikaner’ is te vinden in A.J. Coetzee (red.), Hulsels van kristal. Bundel aangebied aan Ernst van Heerden by geleentheid van sy vyf-en-sestigste verjaardag op 20 maart 1981 (1981).
16
Brief aan Lucas Malan van 22 juli 1984.
17
Hennie Cerfontein, ‘Gerard Reve roept over christelijke apartheid’, in Trouw, 3 juli 1984.
18
Trino Flothuis, ‘Leve het kapitalisme! Van het Reve provoceert rood Nederland’, in Haagse Post, 30 maart 1968.
19
Uitgezonden op 16 december 2003. Op 15 mei 1975 droeg Reve tijdens de Nacht van de Poëzie in Kortrijk het gedicht ‘Voor eigen erf’ voor. Enkele jaren daarvoor had hij in een brief aan Simon Carmiggelt, opgenomen in De taal der liefde (1972), geschreven: ‘Nu moeten we nog van die Surinaamse en Curaçaose & Antilliaanse troep af. Ik ben er erg voor, dat die prachtvolken zo gauw mogelijk geheel onafhankelijk worden, en ons niks meer kosten, zodat we ze allemaal met een zak vol spiegeltjes en kralen op de tjoeki tjoeki stoomboot kunnen zetten, enkele reis Takki Takki Oerwoud, meneer!’