Over dit hoofdstuk/artikel

Anke van den Bremt

over Nescio


+
Anke van den Bremt (1976) behaalde vorig jaar haar licentiaat Germaanse talen aan de ku Leuven met een verhandeling over Nescio.
1
De citaten van Nescio met pagina-aanduiding tussen haakjes komen uit het Verzameld werk. Bezorgd door Lieneke Frerichs (1996).
2
F. Coenen aan Grönloh, 28-6-1915. Gepubliceerd in: Nescio. De uitvreter. Historisch- kritische uitgave met commentaar over de genese van verhaal en verhaalfiguur, verzorgd door L. Frerichs (1990), deel 2: Apparaat, p. 209.
3
In: E. Endt, ‘Herkenning en misverstand’. In: Tirade, jrg. 23 (1979), nr. 248/249, sept./okt., p. 408-409.
4
C. Bittremieux, ‘Nescio’. In: Dietsche Warande en Belfort, jrg. 106 (1961), nr. 8, augustus. Ook in: L. Frerichs (red.), Over Nescio. Beschouwingen en interviews (1982), p. 82.
5
R. Bindels, ‘Nescio. De man die iets miste’. In: vn Weekblad, bijvoegsel Vrij Nederland, nr. 22, 5 juni 1982, p. 4.
6
W.F. Hermans, ‘Nescio’s Nirwana’. In: W.F. Hermans, Boze brieven van Bijkaart (1977). Ook in Over Nescio, p. 118.
7
K. Fens, ‘Ogenblik en eeuwigheid’. In: K. Fens, De eigenzinnigheid van de lireratuur (1964). Ook in: Over Nescio, p. 93.
8
W.L.M.E. van Leeuwen, Avonden op Drienerwolde. Herinneringen en ontmoetingen (1966), p. 145.
9
Brief van 18 juli 1919. In: E. Endt, ‘Herkenning en misverstand’, p. 422.
10
R. Bindels, Over De uitvreter, Titaantjes en Dichtertje van Nescio (1982), p. 43.
11
Brief van 18 juli 1919. In: E. Endt, op. cit., p. 422.
12
Brief aan Agnes Maas-Van der Moer van 10 april 1919. In: E. Endt, op. cit., p. 408.
13
Anoniem (M. van Loggem), ‘Nescio geeft na 50 jaar weet werk uit handen. Nieuwe verhalen uit zijn aantekeningen’. In: Algemeen Dagblad, 7-1-1961. Ook in: Over Nescio, p. 256.
14
W.D.M. (W.A.M, de Moor), ‘Terborgh, Van Oudshoorn, Nescio en Alberts’. In: De Tijd, 18-9-1971. Ook in: Over Nescio, p. 114.
15
Hans Sleutelaar en Piet Calis, ‘hp-gesprek met dr. Willem Frederik Hermans.’ In: F.A. Janssen (samenstelling), Scheppend nihilisme, p. 45.
16
Zie noot 8.
17
J.D:M. (J. de Meester), ‘Nescio. Dichtertje, De Uitvreter, Titaantjes. Haarlem, J.H. de Bois’. In: De Gids, jrg. 82 (1918), deel 1, boek 2, juni. Ook in: Over Nescio, p. 18.
18
C. Bittremieux, ‘Nescio’. In: Dietsche Warande en Belfort, jrg. 106 (1961), nr. 8, augustus. Ook in: Over Nescio, p. 80.
19
C.J.E. Dinaux, ‘Nescio’. In: C.J.E. Dinaux, Herzien bestek (1974). Ook in: Over Nescio, p. 69.