Over dit hoofdstuk/artikel

Frank Okker

over M.H. Székely-Lulofs


+
Frank Okker (1951) schreef eerder in De Parelduiker over Willem Walraven, Andreï Makine en Mathieu Corman. Hij bereidt een biografie van Madelon Székely-Lulofs voor.
1
Bijvoorbeeld in M.H. Székely-Lulofs, De hongertocht (Amsterdam 1936), p. 62.
2
Niet to verwarren met de Merapi tussen Djokjakarta en Soerakarta op Java.
3
M.H. Székely-Lulofs, ‘Een verhaal uit een privé doofpot’. In: Weet je nog wel. (Amsterdam 1957), p 134
4
Uit haar jeugdherinneringen ontstaat de indruk dat Madelon Lulofs op dat moment nog in Indie was Controleur J. Bastiaans werd echter op 23 juni 1908 vermoord, terwijl Claas Lulofs al op 30 mei met zijn gezin aan boord van s s. Ophir naar Europa was vertrokken Waarschijnlijk heeft Madelon het verhaal over de moord op de tweeentwintigjarige controleur van haar ouders gehoord en speelde het geheugen haar parten toen ze veertig jaar later over deze gebeurtenissen schreef. Voor de belastingopstanden in West-Sumatra, zie de rubriek Nederlandsch-Indie van de Sumatra-Bode, mei-juni 1908
5
Dit blijkt uit een brief van de nationalist Abdoel Moeis aan zijn nicht Chailan van 28 januari 1954 (lm)
6
M.H. Székely-Lulofs, ‘Het demasqué van mijn vermogensaanwas’ In: Elseviers Weekblad, 3 januari 1953
7
Als H.J. van Nijnatten-Doffegnies
8
Archief Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’ (Nationaal Archief).
9
Herman Langeveld, Dit leven van krachtig handelen. Hendrikus Colijn 1869-1944. I (tweede dr Amsterdam 1998), p 180-189
10
M H Székely-Lulofs, ‘In de schaduw van haar man’. Elseviers Weekblad voor de vrouw, 7 maart 1953
11
Eén voorbeeld uit vele, Saar Lulofs in een brief van 6 mei 1946 aan Madelon. ‘Ik heb parels in mijn ooren!! 6 shilling!!’
12
Brieven van Van Limburg Stirum aan Pleyte, 27 mei en 14 juni 1917 (na) H J A. Raedt van Oldenbarnevelt, ‘In memoriam C Lulofs’ In Koloniaal Tijdschrift, jrg 11, no. 2 (maart 1922), p 145-151 Elsbeth Locher-Scholten, Ethiek in fragmenten (Utrecht 1981), p 55-117
13
Brief van H. Colijn aan Lulofs, 21 augustus 1917 (Archief H Colijn, Vrije Universiteit) ‘Over het ontslag van C Lulofs’ In De Indische Gids, jrg 39 (1917), p 148-171
14
Lulofs aan H J. A Raedt van Oldenbarnevelt, 11 december 1920 (lm)
15
M H Székely-Lulofs, ‘Dag zonder eind’ In De Groene Amsterdammer, 24 april 1948
16
Een familielid van Lulofs opperde dat de resident en Hubrecht Russische roulette hadden gespeeld, doch ophanging, zoals anderen mij vertelden, is waarschijnlijker De woorden van Lulofs zijn afkomstig uit een brief van zijn vader aan Raedt van Oldenbarnevelt, 29 maart 1922 (lm)