Gerben Wynia
Een papieren zak vol lucifersdoosjes
In een column in NRC Handelsblad van 21 februari 2003, getiteld ‘Cultuurgoed lucifer’, wees H.J.A. Hofland bezorgd op ‘de langzame verdwijning’ van een van ‘de mooiste, bruikbaarste, tegelijkertijd gewoonste voorwerpen die de mens het grootste deel van zijn leven vergezelden’: het lucifersdoosje. Hij citeert Carnaval der burgers van Menno ter Braak waarin de aanblik van een lucifersdoosje een cruciale rol speelt en in het verlengde daarvan wijst hij erop dat W.F. Hermans deze passage ‘als een van de lichtpunten in Ter Braaks Verzameld Werk’ beschouwde. Tevens verwijst hij naar een dan net verschenen roman van Nicholson Baker, A Box of Matches, waarin, net als bij Ter Braak, het zien van een lucifersdoosje ‘existentiële overwegingen’ oproept. In het vervolg van zijn column probeert hij de intensiteit van deze aanblik te verklaren.
Toen ik deze column indertijd las, dacht ik: wat jammer dat Hofland de wonderschone novelle Leuk dat je nog even langs bent geweest (1993) van Henk Romijn Meijer blijkbaar niet kent. Ik heb hem toen een brief geschreven om hem op deze tekst te attenderen maar die is door de nrc nooit geplaatst.
Leuk dat je nog even langs bent geweest is het verhaal van het laatste levensjaar van een 85-jarige vrouw verteld door haar dochter. In het slothoofdstuk – haar moeder is dan overleden – daalt de dochter af in de kelder van de flat waar haar moeder haar laatste levensdagen sleet. In het berghok snuffelt ze wat rond tussen de nagelaten spulletjes en vindt dan iets wat haar hart ineen doet krimpen:
Een verzameling klassieke lucifers licht uit vervlogen dagen, warmte en licht van moeilijke tijden die moeilijker tijden beloofden, want niemand geloofde destijds nog in een einde aan alle narigheid. […] Pluto lucifers, Molen lucifers, Gong lucifers, Sprookjes lucifers, Drie Palmen, lucifers die zich The Victoria noemden (‘Impregnated Safety Matches – dampproof’) en waarop een Romeinse zegewagen stond afgebeeld, getrokken door vier vurige paarden gemend door een gevleugelde figuur (Hermes, boodschapper der goden?). […] Het drong tot me door dat ik op een verzameling van na de oorlog gestuit was. […] Mijn moeder was aan het hamsteren verslingerd geraakt, ze had een verzameling aangelegd vanuit het idee je kunt toch nooit weten. Lucifers vervaardigd door de Allumettière Bruxelles (made in Belgium). Prijzenbeschikking 1947 16 cent (ge-
middelde inhoud 55 lucifers per doosje). Ook de Vico sprookjeslucifers waarop ik onder andere de Gelaarsde Kat en Sneeuwwitje herkende stamden uit 1947! Ik stond versteld. De bevrijding, het wilde feest en mijn moeder die een voorraad lucifers insloeg. ‘Een gewaarschuwd mens telt voor twee.’ […] Ik gloeide inwendig bij het zien van deze puntgave pakken. […] De Three Palms Safety Matches waren gemaakt in Italië! […] In de betonnen kelder bestudeerde ik het gezin van de drie palmen, moeder palm, vader palm enzovoort. Ik was verdrietig geworden, ik onderging het knagen van het verlies. Ik deed de verzameling in een papieren zak die ik in de bergruimte had gevonden: zo zou geen mens kunnen zien wat ik naar buiten droeg. Geen mens zou het kunnen weten. Geen mens die kon weten dat het
pakken waren van een onschatbare waarde die vanaf dat moment onherroepelijk van mij zouden zijn.
Zo richt Henk Romijn Meijer in de vorm van een verzameling lucifersdoosjes een klein monument op ter nagedachtenis aan een overleden moeder. Was haar dochter een paar dagen later gekomen, dan was alles opgeruimd en weggegooid en tegelijk daarmee het door die lucifersdozen opgeroepen beeld dat zij nu koestert als een kostbare schat: dat van haar hamsterende moeder – in die lang geleden aangelegde verzameling leeft zij voort.