Over dit hoofdstuk/artikel

R. Breugelmans

over F. Bordewijk


1
Zie [J.T. Anema,] ‘Mr F. Bordewijk, advocaat en romancier’, in: Schaap & Partners. Honderd jaar een bijzonder kantoor [Rotterdam 2002], p. 49-59, en ibid., p. 42-44. Daarnaast gaf hij van 1914 tot 1917 staatshuishoudkunde en handelsrecht aan de Middelbare Handelsschool met 2-jarige cursus in Den Haag.
2
Alle gegevens over G. Vormer zijn ontleend aan M.J. Visser, De Haagse boekhandel (Den Haag [1963]2), p. 50-51.
3
Toevalligerwijs (?) werd in deze jaargang op p. 64 D.J. van der Ven, Het wondere leven der paddestoelen (Amsterdam [1915]) besproken…
4
Zie Reinold Vugs, F. Bordewijk. Een biografie (Baarn 1995), p. 39-42.
5
Vugs, p. 40-41. In de inhoudsopgave van Eigen Haard staat Bordewijks naam voluit, een gegeven dat Vugs niet vermeldt. Hij zegt slechts, zonder nadere adstructie, dat de publicatie ‘volkomen zeker’ van Bordewijk is.
6
Deze brieven zijn afkomstig uit de nalatenschap van mr. R.F. Bordewijk, welwillend ter beschikking gesteld door zijn weduwe, Gunilla Bordewijk-Ingelsson.
7
Zie noot 6.
8
Zo ook Vugs, p. 51-52, waar hij wat verdere gegevens verstrekt over de oplage (500 exemplaren) en verkoop en afrekening. Een kortere versie van Rotte blaren, in 1903 verschenen onder de titel Rotte bladen, was voor f 1,40 verkrijgbaar bij de pedel van het Leidsch Studenten Corps (waar Bordewijk geen lid van is geweest).
9
In respectievelijk L.D. Frank en H.B. Wiardi Beckman, Geschiedenis van het Leidsche Studentencorps (Leiden 1927), p. 199, en Geschiedboek van het Leidsche Studenten Corps […], 1575-1950 (Leiden 1950), p. 278. Vergelijk nog Leidse letters. Een bloemlezing. Samengesteld door A. Korthals Altes [e.a.] (Leiden 1955), p. 63.
10
Siem Bakker, Ik ben maar een dilettant. F. Bordewijk, 1884-1965 (Nijmegen 1991), p. 20.
11
F. Bordewijk, Verzameld werk 11 (Amsterdam 1991), p. 479.
12
Lelystad 1982 (AO. No. 1938 (5-11-1982), p. 1-2).
13
p. 289 en 295.