Over dit hoofdstuk/artikel

Marco Daane

over Richard Minne


+
Marco Daane (1959) werkt aan een biografie van Richard Minne, die volgend jaar zal verschijnen.
1
Jeroen Brouwers, ‘Het eeuwig verbeiden. Portret van Richard Minne’, in Vlaamse leeuwen. Amsterdam/Antwerpen 1994, p. 229-239. (Eerder in Vrij Nederland en Het vliegenboek.)
2
Menno ter Braak, ‘Reacties op de Vlaamse leutigheid’, in: Verzameld Werk 5. Kronieken. Amsterdam 1949, p. 72-78 (19802).
2
Menno ter Braak, ‘Reacties op de Vlaamse leutigheid’, in: Verzameld Werk 5. Kronieken. Amsterdam 1949, p. 72-78 (1980)
2
Menno ter Braak, ‘Reacties op de Vlaamse leutigheid’, in: Verzameld Werk 5. Kronieken. Amsterdam 1949, p. 72-78 (1980)
3
Joos Florquin, ‘Richard Minne, Eikeldreef 16, Sint-Martens-Latem’, in Ten huize van… 2. Leuven 1964.
4
Henri Bossaert, Richard Minne. [Z. pl.] Desclée De Brouwer 1968.
5
Onder andere het verhaal ‘De wraak van Mijnheer Lucace’ (in september 1997 gepubliceerd in Tirade); het essay ‘Kantteekeningen bij het werk van Charles René Callewaert’, in Kunst. Maandblad voor oude en jonge kunst 1 (1930) 3 (maart), p. 57-68; het verhaal ‘Geschiedenis van een bolhoed’, in Snoeck’s Almanak 1954, p. 97-102; onbekende jeugdgedichten in het studententijdschrift De Goedendag en het strijdblad De Jonge Socialist; het jeugdverhaal ‘Kermis’, in Vlaamse zonen, 1909; twaalf afleveringen van het beeldverhaal ‘Brief van Pierken’ in Vooruit’s Almanak 1933; en bijdragen aan De Groene Amsterdammer (een verkiezingsreportage, 1937) en Vrij Nederland (over Karel Van de Woestijne, 1954).
6
AMVC, M656/B. De overdracht vond plaats na april 1967.
7
Rondom Richard Minne. Daniël Van Ryssel, ed. ‘s-Gravenhage/Rotterdam/Brugge 1971, p. 69.
8
AMVC, M656/B, nr. 87566/59.
9
Maurice Roelants, ‘Zó schreven ze aan Vriamont’, in Elseviers Weekblad, 16 november 1963.
10
Richard Minne aan Raymond Herreman, kort na 18 augustus 1925, in Wolfijzers en schietgeweren. Brussel/Rotterdam 1942, p. 48. (Antwerpen/Amsterdam 19883, p. 102-103.)
3
Joos Florquin, ‘Richard Minne, Eikeldreef 16, Sint-Martens-Latem’, in Ten huize van… 2. Leuven 1964.
3
Joos Florquin, ‘Richard Minne, Eikeldreef 16, Sint-Martens-Latem’, in Ten huize van… 2. Leuven 1964.
11
Reimond Herreman, ‘Richard Minne. Een fantaisist’, in Ontwikkeling. Maandelijksch tijdschrift voor arbeidersopvoeding 9 (1927) 2 (15 februari), p. 41-44 (p. 43).
12
Marco Daane, ‘De cultus van het naakte woord. ’t Fonteintje, rococo in Vlaanderen’, in Spiegel der Letteren 41 (1999) 1, p. 17-25.
13
Raymond Brulez aan Raymond Herreman, 28 juli 1930. amvc, B917B, nr. 87567/13.O.a. de katholieke coryfeeën Marnix Gijsen en Gerard Walschap keerden zich tegen de geest van het boek.
14
Collectie Annie a Campo-Btulez, Oudergem.
15
‘Uit de correspondentie met Raymond Herreman’, in Nieuw Vlaams Tijdschrift 19 (1966) 9 (november), p. 919.
16
Richard Minne aan Raymond Herreman, 9 juni 1928. amvc, M656/BI nr. 88831/40.
17
Zie Dina Van Berlaer-Hellemans, De poezie van Richard Minne in het licht van de ironie. Hasselt 1975, p. 99-101. Zij signaleerde dat er nog meer ‘Alpengedichten’ in Minnes handschriften voorkomen.
l8
Gents voor ‘bord’ (vgl. het Duitse ‘Teller’).
19
Collectie Universiteit Gent, vakgroep Nederlandse literatuur.
20
Forum 1 (1931/1932) 10 (oktober 1932), p. 621.
21
Heineke Vos en zijn biograaf. Amstetdam 1933, p. 28.
22
Florquin, Ten huize van… 2, p. 36.
23
D.d. 6 januari 1943. Archief Kunst- en Oudheidkundige Kring Deinze, Museum voor Deinze en de Leiestreek. Collectie Gaston Baert, nr. ii. 2B, 14/1.
24
A. Watermulder aan Richard Minne, 23 november 1928.
25
Vermoedelijk wordt ‘torment’ (Gents voor kwelling, pijn) bedoeld.