Niels Bokhove
Terug tot Simon Vestdijk
‘De mooiste laatste zin die er is.’ Zo noemde Kees ’t Hart in Vrij Nederland (15-8-1998) de slotwoorden van Vestdijks roman De redding van Fré Bolderhey van precies vijftig jaar eerder: ‘Waar de paraplu’s het voor het zeggen hebben, is onbegrip bijna een deugd.’
Nog altijd wordt Simon Vestdijk tot de belangrijkste Nederlandse schrijvers van deze eeuw gerekend; een eeuw die hij bijna voor de helft – van de jaren dertig tot aan zijn dood in 1971 – overvleugeld heeft. Zijn werk – bij leven Nobelprijswaardig geacht – werd enige jaren terug door Hugo Brandt Corstius en Maarten ’t Hart nog voorgesteld als een ‘gebergte’ waar niemand omheen, laat staan overheen kon. Maar bij een Vestdijk-herdenking in februari van dit jaar in Doorn was het aantal rimpels bij de liefhebbers opvallend hoog.
De uniforme reeks waarin tussen 1978 en 1984 alle vijftig romans van Vestdijk herdrukt werden, belandde al snel in de ramsj. Zijn weduwe, die aangewezen is op een bescheiden pensioen, rekende op voldoende inkomsten uit de verkoop van haar mans werk, maar ziet zich honderd jaar na zijn geboorte genoodzaakt zijn handschriften van de hand te doen – een triest besluit na jaren van toewijding aan Simons werk. Vestdijk verkoopt niet meer, ook al zijn er inmiddels enkele romans in de goedkope Bezige Bij-serie ‘Bibliotheek Thuis’ verschenen. Het plan voor een vertaling in Duitsland, waar de Nederlandse literatuur de laatste jaren zo populair is, gaat niet door. Een Franse vertaling schijnt in de maak te zijn. Kort geleden kwam de Vestdijk-kring bijeen om – weliswaar statutair – te beraadslagen over wel of niet voortbestaan. Het voorstel van het bestuur om, gelet op het teruggelopen en vergrijsde ledenbestand, tot opheffing van de kring over te gaan, stuitte onder het luttele aantal aanwezigen op groot verzet en werd verworpen.
Vestdijk een groot schrijver. Ja, misschien wel, maar dan alleen voor de ouderen, die bij wijze van spreken zijn klasgenoten hadden kunnen zijn. Jongere lezers lijken hem te negeren en komen hem in de boekhandel ook niet tegen. Maar geldt dat niet ook voor andere ‘hooggebergten’ van de twintigste eeuw: Joyce, Proust, Kafka? Ikzelf heb al jarenlang Ulysses in de kast staan, maar kom niet verder dan een passage hier en daar. Vestdijk heeft natuurlijk ook een paar belangrijke nadelen: hij produceerde een gigantisch oeuvre, waarvan de omvang de lezer al direct de moed ontneemt; hij valt niet bij één enkele stroming in te delen en hij schreef van die lange zinnen, die in onze huidige zapcultuur niet kort genoeg kunnen zijn.
Hoe moet Vestdijk weer aan – liefst ook
jongere – lezers komen? Welke handen zullen hem de eenentwintigste eeuw binnendragen? Misschien wel die van de jonge filmregisseuse Dana Nechushtan. Zij is een van de drie cineasten van wie tijdens het Nederlands Filmfestival in Utrecht eind september een Vestdijk-verfilming in première is gegaan. Zij koos Ivoren wachters. Maar wat deed zij ermee? Het boek speelt in de jaren vijftig, maar zij heeft de handeling naar de jaren zeventig verplaatst. Waarom? ‘Ik kan alleen iets maken als ik het mooi vind. De sfeer van de wederopbouw spreekt me niet aan. Alles was zo braaf. De jaren zeventig vind ik heel inspirerend.’ Die waren in haar ogen dus kennelijk minder braaf. Ze vindt het heel belangrijk dat een film aan het denken zet, maar, zo zegt ze met geheven vingertje, ‘het publiek moet zich wel vermaken’ (vn, 5-9-1998).
Wat maakt een schrijver groot en tijdloos? En wat houdt hem groot en tijdloos? Aan die vragen zal een herdenkingssymposium in het Utrechts debatcentrum Tumult gewijd worden. In opdracht van het Comité Vestdijk ’98 worden op 14 november lezingen aldaar gehouden door pro- en anti-Vestdijkianen over poëzie en proza – Rudi van der Paardt, Wam de Moor, Robbert-Jan Henkes en Erik Bindervoet -, over levensbeschouwelijk en psychiatrisch werk – L. Laeyendecker, René Marres, G. Glas -, gevolgd door een voltallig forum onder leiding van Louis Houët.
Nadere inlichtingen over het programma: telefoon 030 2332430, fax 030 2232581, e-mail tumult@knoware.nl.
‘Een parelduiker vreest den modder niet.’
(Multatuli)
En u?
‘De Parelduiker wordt zorgvuldig gemaakt, zowel wat betreft de samenstelling als wat betreft de lay-out. Iedere aflevering bevat bijdragen die met grote deskundigheid en enthousiasme zijn geschreven en die inzicht verschaffen in interessante details van de recente literatuurgeschiedenis.’
– Commissie Literaire Tijdschriften van het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds
De Parelduiker
Oordeel zelf en neem een abonnement.