+
Vic van de Reijt (1950) is uitgever bij Nijgh & Van Ditmar. Hij verzorgde, samen met Lidewijde Paris, de uitgave van Willem Elsschots Brieven (1993). Hij werkt aan een biografie van Elsschot.
1
In Utrechtsch Dagblad, 10.2.1934.
1
Ook wel ‘Boule’ of ‘Schattenboel’. Stiefvader van de schrijver Roger van de Velde. Werkte op het kantoor van A. De Ridder.
2
Niet gevonden.
1
Uit een brief van Bob van Kampen aan Hendrik Prijs d.d. 5.12.1935 blijkt dat Elsschot bij zijn uitgever voor Prijs bemiddeld heeft: ‘Bij A. De Ridder (Willem Elsschot) in Antwerpen vertoevend, hoorde ik dat U een bundel novellen had doen verschijnen, ik heb ze toen besteld en thans gelezen. Uw werk interesseert mij, daarom schrijf ik U om te vragen of U soms klaar hebt of bezig bent aan een roman.’ Ook later zou Elsschot zich voor Hendrik Prijs blijven inzetten.
1
In Utrechtsch Dagblad, 20.11.1937.
1
Elsschot sprak daar over eigen werk tijdens de Vlaamsche Boekenweek 1937 op vrijdag 26 november in zaal Scala, Van Iseghemlaan.
2
Brief aan Karel Jonckheere niet gevonden
1
Jrg. 12 (1537), nr. 12 (december), pp.721-730. Zie hierover ook brief 256 van 20.12.1937 aan Andries Kaas (Brieven, pp.272-273).
2
Elsschot doelt op zijn compagnon van La Revue Générale Illustrée, Jules Valenpint, overleden in 1930.
1
Verblijvend bij haar zuster ‘Tante’ Ida Eastwick-Scheurwegen te Orgeval (bij Parijs), met de uit Polen ontvoerde ‘Tsjip’ onder haar hoede.
2
Ida’s joodse vriend Rudolff (‘Rudi’) Lek.
3
Joke, Adèle’s dochter uit haar tweede huwelijk.
4
Beide stageplaatsen voor de School voor Maatschappelijk Dienstbetoon, waar Ida leerling was.
5
Staat, overzicht.
1
Met dezelfde argumentatie wees Elsschot op deze dag een uitnodiging van het Comité van Belgisch-Nederlandsch-Luxemburgsche Samenwerking af. En met vergelijkbare Boormaniaanse vleierij: ‘Uw Comité is wel de mooiste vlag waaronder een spreker kan optreden.’ Zie Brieven, p.691.
1
Beide brieven aan Kitty de Josselin de Jong (zie ook nr. 929a) werden reeds eerder gepubliceerd door Sjoerd van Faassen, ‘Willem Elsschot aan Kitty de Josselin de Jong 1951-1952’, in: Jaarboek Letterkundig Museum 3 (1994), p. 175-176.
2
De schrijfster Kitty de Josselin de Jong (1903-1991) was van 1945 tot 1949 secretaris van de penclub Nederland.
3
Aldaar zou Elsschot de Constantijn Huygensprijs 1951 ontvangen.
1
Novelle, in 1951 verschenen bij de Wereldbibliotheek te Amsterdam en Antwerpen.
1
Scholiere, achternichtje van Frans en August van Cauwelaert.
1
Ter gelegenheid van diens zeventigste verjaardag.
2
In Brussel. Elsschot tekende terwille van de organisatie ook nog een plattegrondje, dat overigens geen deel uitmaakt van deze brief. ‘Als ik het wel heb werd het me toegezonden door P.H. Dubois’ (C. Bittremieux, 21.12.1994).
1
C. Bittremieux: ‘Er was nogal wat te doen over wie er zou zijn en wie niet. Ik herinner me dat JvN’s oudste vriend A.J.J. Delen niet kon of wilde komen omdat hij met Elsschot overhoop lag, ik meen ivm ‘Borms’. Van Vlaamse zijde was dan ook alleen E. aanwezig. Tijdens het diner gaf hij ostentatief uiting aan zijn bewondering voor de vervalser Van Meegeren. J.C. Bloem viel in slaap.’ (Brief 21. 12.1994).
1
Eugénie Boeye.
2
Eugénie Boeye schreef overigens zelf aan Elsschot op 15.10.1936 (vanuit Borgerhout) en 4.1.1953 (vanuit Antwerpen).
1
‘Kind van straat en kroeg’ verscheen in Hollands Weekblad, 18 mei 1960, pp. 13-15. Bittremieux zond het artikel, met een opdracht, op 23 mei aan Elsschot. Deze zond het weer door aan Jan C. Villerius, als bijlage bij zijn allerlaatste brief op de dag van zijn overlijden, 31 mei 1960. Bittremieux ontving Elsschots visitekaartje, gericht aan de redactie van het Hollands Weekblad, pas na diens dood.