Over het gehele werk

auteurs


Over dit hoofdstuk/artikel

titels


auteurs


1
Ed. Hoornik, ?De nieuwe generatie?. In: Groot Nederland 37 (1939) 12 (december); geciteerd naar Tafelronde. Studies over jonge dichters (Rijswijk (Z.-H.) 1940), p. 9. De titel van Hoorniks essay werd bij bundeling gewijzigd in: ??Forum? voorbij?.
2
Zie voor het verband tussen de Helikon-reeks en Criterium: Jos van Assendelft, ?Ed. Hoornik: verbinding tussen Helikon en Criterium??. In: Jaarboek Letterkundig Museum 5 (1996), p. 45-66.
3
C. Buddingh’, Tussen de bedrijven. Dagboeknotities uit 1942, ed. Ares Koopman (Nijmegen 1989), p. 51.
4
Menno ter Braak aan E. du Perron, 4 januari 1939. Menno ter Braak & E. du Perron, Briefwisseling 1930-1940, ed. H. van Galen Last e.a., dl IV (Amsterdam 1962), p. 368.
5
Menno ter Braak, ?Twee representaties?. In: Het Vaderland, 10 november 1935.
6
http://www.mennoterbraak.nl/tekst/braa002vade09_01/braa002vade09_01_0009.php.
7
A.v.D.[uinkerken], ?Po?zie. Helikon hernieuwd?. In: De Gemeenschap 16 (1940) 6 (juni), p. 296.
8
A. Marja, ?Devaluatie der lyriek?. In: Groot Nederland (1941) 6 (juni), p. 339-440.
9
Ed. Hoornik, ?Verval van een monument?. In: Algemeen Handelsblad, 30 augustus 1941. Zie voor Hoornik als woordvoerder van zijn generatie: Sjoerd van Faassen, ??Een dichter wordt geboren en niet gemaakt. Een generatie daarentegen wordt gemaakt en niet geboren?. Ed. Hoornik als criticus aan het eind van de jaren dertig?. In: Gillis J. Dorleijn, e.a. (ed.), Kritiek in crisistijd. Literaire kritiek in Nederland en Vlaanderen tijdens de jaren dertig (Nijmegen 2009), p. 195-216 & 295-297.
10
Ed. Hoornik, ?Terugblik en perspectief [III]?. In: Vrij Nederland, 16 februari 1946; ook in: Toetssteen (‘s-Gravenhage 1951), p. 152-153.
11
Zie voor Lehmanns medewerking aan Werk en diens opvolger Criterium: S.S. Hoogerhuis, Werk ? Criterium. Bibliografische beschrijvingen, analytische inhoudsopgaven, indices (Nieuwkoop 1981).
12
L.Th. Lehmann, ?Tien jaar na Slauerhoffs dood?. In: Proloog 1 (1946) 10/11 (oktober/november) en met betrekking tot Marsman: L.Th. Lehmann, ?Illusionist en schoolmeester?. In: Criterium 1 (1940) 8-9 (september), p. 588-590.
13
De correspondentie tussen Ed. Hoornik en A.A.M. Stols wordt geciteerd naar: Anky Hilgersom (ed.), ?Geld verdienen zal ik er nooit aan?. Briefwisseling Ed. Hoornik-A.A.M. Stols 1938-1954 (Den Haag 1999).
14
Dag- en nachtlawaai was in naam de januari-aflevering van Helikon, maar verscheen daadwerkelijk in maart. Zie voor een overzicht van de reeks: C. van Dijk, Helikon. Het tijdschrift, de reeks (Oosterhesselen 1990) en Salma Chen & S.A.J. van Faassen (ed.), ?Beste Sander, Do it now!?. Briefwisseling J. Greshoff-A.A.M. Stols (1), 1922-1941 (‘s-Gravenhage 1999), p. 468. Aan de laatste publicatie zijn de werkelijke verschijningsdata ontleend.
15
Wiel Kusters, Pierre Kemp. Een leven (Nijmegen 2010), p. 341, 345-46. Hoornik schreef dat in zijn Tafelronde. Studies over jonge dichters, p. 19.
16
Hoornik bedankt Stols al op 2 februari 1940 voor de toezending van exemplaren van Lehmanns bundel en de eveneens dicht bij Stols staande Ter Braak zou de bundel al op 4 februari in Het Vaderland bespreken.
17
J. Bernlef & K. Schippers, Wat zij bedoelen (Amsterdam 1965), p. 66.
18
Mogelijk had Hoornik een programmatische inleiding in gedachten. Hij zou voor de najaar 1939 bij Stols te verschijnen bundel Eiland der ziel van Gerrit Achterberg eveneens een dergelijke inleiding schrijven. 19 juni 1939 schreef hij aan Stols: ?Ik vind het [= het werk van Achterberg, vF] in bepaalde opzichten nog belangrijker dan dat van Lehmann of Vasalis.?
19
Lehmann aan Hoornik, 13 december 1939. Den Haag, Letterkundig Museum [LM], sign. L 374 [NG].
20
Wolfgang Cordan aan Lehmann, 13 mei 1939. LM, sign. L 374 [NG]. Zie voor Centaur: Hans Renders, Verijdelde dromen. Een surrealistisch avontuur tussen De Stijl en Cobra (Haarlem 1989), p. 153-157. In het eerste nummer van Centaur was een drietal gedichten van Lehmann opgenomen.
21
Lehmann aan Hans Renders, 30 juni 1986. Amsterdam, archief Hans Renders.
22
Pierre H. Dubois, Memoranda [1]. Hermetisch en besterd. Literair leven in jaren van onrust (‘s-Gravenhage 1987), p. 109-114 en J.J. Oversteegen, In het schuim van grauwe wolken. Het leven van Cola Debrot tot 1948 (Amsterdam 1994), p. 278-285.
23
LM, archief Dubois, sign. PHD inv. II (4-a).
24
Lehmann aan Hoornik, 8 januari 1940.
25
Hoornik aan Stols, 11, 15 en 18/19 december 1939. Hilgersom, Geld verdienen zal ik er nooit aan, p. 105, 109 en 110.
26
Zie L.Th. Lehmann, Gedichten 1939-1998, ed. T. van Deel (Amsterdam 2000), p. 629 e.v. voor de drukgeschiedenis van Lehmanns gedichten.
27
Hoornik aan Stols, 2 augustus, 19 september en 24 oktober 1940. Hilgersom, Geld verdienen zal ik er nooit aan, p. 151, 161 en 172.
28
Zie ook Van Faassen, ?Een dichter wordt geboren en niet gemaakt?, p. 206-207.
29
L.Th. Lehmann, ?Ter inleiding?. In: Erik Terduyn/Emile van Moerkerken, Intermezzo en andere literaire bijdragen aan ?De Schone Zakdoek?, ed. Alida Beekhuis & Laurens Vancrevel (Amsterdam 2004), p. 7.
30
L.Th. Lehmann, ?Terugblik?. In: Bzzlletin nr. 180 (november 1990) [= Theo van Baaren-nummer], p. 51, 52. Op 20 november 1941 schreef Stols aan Hoornik dat hij een bundeltje ?van jonge Utrechtse dichters? voor Helikon in overweging wilde nemen; mogelijk gaat het hier om de groep rond De Schone Zakdoek. Zie ook het artikel van Laurens Vancrevel op p. 36-46, en Renders, Verijdelde dromen, m.n. p. 103-112.
31
F.W. van Heerikhuizen, In het kielzog van de romantiek. Studies over nieuwe Nederlandse po?zie (Bussum 1948), p. 75.
32
F.W. van Heerikhuizen aan Stols, 27 januari 1941. Geciteerd naar: Nanske Wilholt, Voor alles artiste. Uitgever Stols en het literaire leven in het Interbellum (Zutphen 2001), p. 172.
33
Zie over Boven A.P. en de in de volgende alinea genoemde bloemlezing Onder de dertig: Sjoerd van Faassen, ?Staande op de ru?ne van het trotste luchtkasteel: Boven A.P., een Groningse tegenhanger van Criterium?. In: Helleke van den Braber e.a. (ed.), Floppen en fiasco’s. Mislukkingen uit de tijdschriftgeschiedenis (Nijmegen 2002), p. 85-97 & 125-127.
34
Max Dendermonde, Twee wonderkinderen in en na de oorlog, of Hoe Halbo C. Kool zogenaamd verraad pleegde aan de literatuur (Oosterbeek 1994), p. 7.
35
Onder de dertig zou nooit verschijnen. Blijkens een brief van Dendermonde aan Lehmann van 16 februari 1942 waren er inzendingen van Agnes van der Marke, A. Odijk, Buddingh’, A.G. Kloppers, E. den Tex, Max Nord, Robert Franquinet, Michael Deak, Henk Breuker en Pierre van Valkenhoff. Op 17 juni 1942 schreef hij van publicatie af te zien vanwege de Kultuurkamer. LM, sign. L 374 [NG], omslag Onder de dertig.
36
Max Dendermonde aan Eddy Evenhuis, 24 oktober 1941. LM H 378 B 1.
37
Zie Piet Calis, Het ondergronds verwachten. Schrijvers en tijdschriften tussen 1941 en 1945 (Amsterdam 1989), p. 115-116, 122, 185-186, 234 enz. voor enkele voorbeelden.
38
Anthonie Donker, Hannibal over den Helicon? Een nieuwe dichtergeneratie en haar werkelijkheid (Arnhem 1940), p. 112.
39
Nederlandsche Bibliographie 86 (1941-1942) 5 (15 juni 1941), p. 66.