Over dit hoofdstuk/artikel

Marco Entrop


1
‘De groep “Wij-Nu”.’ In: Spel en Dans. Geïllustreerd tijdschrift voor tooneel, opera, dans en film 2 (1926) 6 (1 februari), p. 71.
2
Jan R.Th. Campert, ‘Bij Louis Saalborn, theaterdirecteur, acteur en schilder.’ In: Het Vaderland, zondag 28 februari 1926, ochtendblad B, p. 2.
3
Het Wij Nu-manifest verscheen onverkort in onder andere de Nieuwe Rotterdamsche Courant, zaterdag 9 januari 1926, avondblad C, p. 2; Het Vaderland, zaterdag 9 januari 1926, avondblad B, p. 2; en De Kunst 18 (1925-1926) 938 (16 januari 1926), p. 183-184.
4
Brieven van Piet Zwart aan Nel Cleyndert, juli 1926 – februari 1927, Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag [doos 9]. Over Wij Nu, p. 50 en 74.
5
Simon Koster, ‘Oratio pro domo. Bij het klachtenboek van “Wij-Nu”.’ In: Spel en Dans 2 (1926) 8 (1 maart), p. 92.
6
‘Experimenteel Tooneel.’ In: De Hofstad. Artistiek Weekblad voor Nederland, zaterdag 6 februari 1926. Met Koster en Rutten had Veterman aan de wieg gestaan van het toneeltijdschrift Het Masker (1921-1924), de voorloper van Spel en Dans.
7
Aardig detail: bij beide uitvoeringen zat de schrijver Simon Vestdijk als toeschouwer op het schellinkje. Wim Hazeu, Vestijk, een biografie (Amsterdam 2005), p. 122.
8
Ben van Eysselsteijn in De Avondpost, zondag 18 april 1926, ochtendeditie.
9
Oog in ’t Zeil [=Eduard Veterman], ‘Een experiment in experimenten.’ In: De Hofstad, zaterdag 1 mei 1926.
10
Zou de organisatie hebben geweten dat Mannus Franken nog geen week eerder, op zondag 25 april 1926, een lezing over de ‘Moderne Fransche Film’ had gegeven in Amsterdam? Onder zijn schuilnaam Pierre Levalle sprak hij voor het gehoor van de c.v.r. (Club der Vrienden van De Rolprent). Van dit ‘Hollandsch Weekblad voor de moderne film’ was Franken de Parijse redacteur. Bij die gelegenheid vertoonde hij ook fragmenten uit Ménilmontant, over welke film hij alias Levalle in De Rolprent van 22 april 1926 een uitvoerig artikel publiceerde.
11
‘Oneenigheid bij het Experiment?’ In: De Avondpost, vrijdag 16 april 1926, avondblad, p. 2. Rutten wijdde in Mijn papieren camera. Draaiboek van een leven (Bussum 1976) een hoofdstukje aan Wij Nu (p. 42-44), maar tekende hierover een weinig coherent verhaal op dat bovendien nogal spaarzaam is gedocumenteerd. Over zijn breuk met Wij Nu rept Rutten bijvoorbeeld met geen woord.
12
Van Eysselsteijn, op.cit. (noot 8).
13
Wij Nu kan met recht een voorloper van de Nederlandsche Filmliga worden genoemd. In de historiografie van die beweging wordt de – weliswaar bescheiden gebleven – voortrekkersrol van Wij Nu genegeerd. Céline Linssen, Hans Schoots, Tom Gunning, Het gaat om de film! Een nieuwe geschiedenis van de Nederlandsche Filmliga 1927-1933 (Amsterdam 1999).
14
Veterman, op. cit. (noot 6).
15
August Heyting, ‘Madame la Mode. (Ingezonden.)’ In: Het Vaderland, zaterdag 10 april 1926, avondblad B, p. 2 en Het Vaderland, dinsdag 13 april 1926, avondblad B, p. 1.
16
‘“Wij nu”. L’Inhumaine van Marcel L’Herbier.’ In: Nieuwe Rotterdamsche Courant, zondag 18 april 1926, ochtendblad D, p. 1. Beide toneelstukken van Koster kwamen tot stand lang voordat Wij Nu in beeld was. Camélia voltooiden Koster en Mauhs begin 1925. Onder de publicatie van Madame la Mode in Morks Magazijn (juli, augustus en september 1926) is het jaar van ontstaan vermeld: 1922.
17
Piet Zwart, op. cit. (noot 4). Mouchoir de nuages, tragédie en 15 actes van Tristan Tzara ging op 17 mei 1924 in Parijs in première. Kurt Schwitters voltooide Das Totenbett mit happy end. Lustspiel in einem Akt tussen 1925 en 1930 en droeg het voor op de Merzavonden. Zie: Kurt Schwitters, Das literarische Werk. Band 4: Schauspiele und Szenen (Keulen 1977), p. 141-156. Zwart heeft Schwitters zijn (toen nog) toneelstuk in wording waarschijnlijk horen voordragen toen deze in de zomer van 1926 logeerde bij Lajos van Ebneth in Kijkduin.
18
Het Vaderland, woensdag 15 september 1926, ochtendblad, p. 1.