+
Marcel van den Boogert (1960) is neerlandicus. Hij publiceerde eerder over André Suarès, Leopold Andrian en, in De Parelduiker, Johan C.P. Alberts.
1
Een keuze werd in het Nederlands vertaald door J. Schalekamp, Foltering door hoop (z.j.).
2
Zie A.W. Raitt, The Life of Villiers de l’Isle-Adam (1981) (met bibliografie).
3
Zie M.G. Kemperink, Van observatie tot extase. Sensitivistisch proza rond 1900 (1988).
4
Zie Harry G.M. Prick, In de zekerheid van eigen heerlijkheid. Het leven van Lodewijk van Deyssel tot 1890 (1997), 320 en 484.
5
S.P. Uri, Leven en werken van Arij Prins (1935), 104.
6
De briefwisseling tussen Arij Prins en Lodewijk van Deyssel. Ed. H.G.M. Prick (1971), 70.
7
Dit, en volgende fragmenten, in: ibid., 73, 101-102, 104, 109, 122, 170. ook uit andere (verspreide) publicaties en annotaties van Harry G.M. Prick werden voor dit artikel veel gegevens geput.
8
Ibid., 170. De vertaling werd herdrukt in: Lod. van Deyssel, Tweede bundel Verzamelde Opstellen (1897), 205-242.
9
‘Gruwzame verhalen’, oorspronkelijk verschenen in 1886, herdrukt in: Tweede bundel Verzamelde Opstellen (1897), 85-93.
10
H.G.M. Prick, Uit de schrijfcassette van Lodewijk van Deyssel (1978), 32.
11
De briefwisseling tussen Frederik van Eeden en Lodewijk van Deyssel. Ed. H.G.M. Prick (1981), 108.
12
De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Arnold Ising jr. Ed. H.G.M. Prick (1968), 151.
13
Zie E. Leijnse, Symbolisme en nieuwe mystiek in Nederland voor 1900 (1995).
14
‘Marcellus Emants. Van Zola tot Maeterlinck’, oorspronkelijk verschenen in 1895, herdrukt in: Tweede bundel Verzamelde Opstellen (1897), 266-273.
15
H.G.M. Prick, Lodewijk van Deyssel. Dertien close-ups (1964), 125-126.
16
De Gids 1897 ii, 139-155.
17
Tweemaandelijksch Tijdschrift iii 5 (1897), 361 vlg. Herdrukt in: Vierde bundel Verzamelde Opstellen (1898), 179-193.
18
Eigenlijk: jager op bizons of wisenten.
19
Zie ook: J. Bel, Nederlandse literatuur in het fin de siècle (1993). 361.
20
De Gids 1897 ii, 576-573.
21
S. Heijmans Jz, Akëdysséril, enz. Bewerkt naar het Fransch van Villiers de l’Isle-Adam (1896).