Over dit hoofdstuk/artikel

Lisette Lewin

over Herman Heijermans

over Herman Heijermans sr.


22 maart 1898

9 februari 1900


+
Lisette Lewin is schrijfster.
1
Voor een biografisch stuk in het nog te verschijnen boek ter nagedachtenis van de historicus, biograaf en Parelduiker-redacteur E.W.A. Henssen, die op zo februari 1999 op 48-jarige leeftijd overleed.
2
Zie ook Hans Goedkoop, Geluk. Het leven van Herman Heijermans (1996). Voor data en achtergrondgegevens heb ik dankbaar van deze studie gebruikgemaakt.
3
Dr. L. Heijermans, ‘De ontwikkelingsjaren van den schrijver Herman Heijermans’, in: De Socialistische Gids. Maandschrift der Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, jaargang xix, no. 11, november 1934, p. 769-777.
4
Clara stierf tegen het eind van de oorlog in het concentratiekamp Theresienstadt.
5
Onder hen de schrijfster Ida Heijermans. Hans Goedkoop noemt de jongste – de enige die ik heb gekend – consequent Heleen, maar ze heette Hélène (‘tante Len’).
6
In 1902, bijna tachtig jaar oud, schreef hij zijn memoires, die pas in 1949 – lang na de dood van vader en zoon – sterk bekort zijn uitgegeven als Uit de herinneringen van een oude journalist, met een inleiding van dr. F.K.H. Kossmann.
7
Ook zijn zoon Herman zorgde ervoor er altijd keurig als een heer uit te zien. In de familie heerste dan ook diepe verontwaardiging toen op de televisie een musical over zijn leven werd vertoond, waarin een figuur die de schrijver moest verbeelden, rondsprong in werkmanskledij met pet op. Vermoedelijk hebben de makers een foto verkeerd opgevat, die werd gemaakt toen de schrijver in Berlijn een reportage onder daklozen maakte en daar niet wilde opvallen.
8
Later verschenen de ‘Falklandjes’ elke zaterdag in het Algemeen Handelsblad. In totaal zijn het er zeshonderdzestig, gebundeld in achttien delen.
9
Goedkoop, Geluk, p. 103 (met noot 118 op p. 451) en voorts p. 455-456 (noot 43).
10
Annie Heijermans-Jurgens, Herman Heijermans’ laatste levensjaren (1965). In Op Hoop van Zegen sloft de beklagenswaardige Kniertje, als ze hoort dat haar twee zoons verdronken zijn, versuft de planken af met een pan die ze van de redersvrouw heeft gekregen. Hans Goedkoop houdt het hardnekkig op ‘een pannetje soep’ en beklaagt Esther de Boer-van Rijk dat zij voor de ‘vijfhonderd-zoveelste keer’ met haar ‘pan soep’ moet wegsloffen. Maar het ís geen soep; ’t zijn ‘kòùwe kotelette’!
11
Het huwelijk was eigenlijk een mésalliance en zou beiden ongelukkig maken in een dramatische liefdehaatverhouding; lees ook Goedkoop, Geluk.
12
Mijn vader Herman Heijermans. Leven naast noem door zijn oudste dochter Hermine Heijermans (1973). In mijn exemplaar schreef deze opmerkelijke dame: ‘Voor ’t nichtje Lisette Lewin van haar autoritaire en sex-begaafde familielid en schrijfster van dit boek, Hermine Heijermans.’
13
René Spork, Céline in Nederland (1994).