Jan Paul Hinrichs
Rode Pijl
sint-petersburg – Onze jeugd van onder de vijfentwintig zegt het vaak niets meer: de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen Gorbatsjov in de Sovjet-Unie zijn politiek van ‘glasnost’ lanceerde. Ineens konden boeken gedrukt worden die nog maar kort daarvoor streng verboden waren geweest. Solzjenitsyn en Orwell waren ineens te koop. Het leek spectaculair, maar literair was dat het niet. Wat gebeurde was een gigantische inhaalslag. Met de ‘glasnost’ verloor de Russische literatuur iets van haar autoriteit. Westerse uitgevers toonden minder interesse, nu Russische schrijvers uit het waas van de censuur werden getrokken. In Rusland zelf kelderden de oplagen van literaire boeken dramatisch. Toch durf ik te stellen: mooier en interessanter dan nu zijn boeken in Rusland nooit geweest.
De winnaar onder de ooit verboden schrijvers is Nabokov. Zijn boeken zijn in ontelbare concurrerende edities te verkrijgen. Alleen al van Lolita zag ik in één zaak vijf verschillende edities. Ivan Boenin, vroeger grotendeels wel uitgegeven, doet in populariteit nauwelijks voor hem onder, vooral door de erotische verhalenbundel Donkere lanen. Maar het ware feest zit in de secundaire literatuur en bijzondere vertalingen, een feest voor de happy few. En eigenlijk komt dat feest pas de laatste tijd op gang. ‘We begrijpen ook zelf niet waar het allemaal vandaan komt,’ meent de chef acquisitie van de Nationale Bibliotheek.
Het is zonnig weer als een ambtenaar op dienstreis voor de zoveelste keer zijn ronde maakt door de Petersburgse boekenwereld.Jaren geleden heb ik deze gang al eens uitvoerig in dit blad beschreven. Daarom nu alleen enkele boeken met enige herkenningswaarde voor de Nederlandse lezer. De memoires van de weduwe van Daniil Charms (gestorven in 1942) die nog altijd in Venezuela leeft, zijn nu in boekvorm verschenen. Ook over deze memoires berichtte did blad eerder. De tekst lijkt niet gewijzigd, maar prachtig zijn de foto’s van een grijze dame van over de negentig in de pose van een boeddhiste. Boeddhisme was een hobby
van Charms, die trouwens ook zelf een van de nieuwe helden van de boekenmarkt is: er zijn momenteel drie edities van zijn verzameld werk te koop. Over oosterse literatuur gesproken: het is voor mij een leuke ervaring om de Tau-te-tjing van Lau-tse te kopen in de vertaling van Valeri Perelesjin. Het manuscript, dat zich in Leiden bevindt, had ik zelf jaren geleden in fotokopie naar de uitgever gestuurd. Zo’n boek kost trouwens een tientje: niet echt goedkoop voor de modale Rus. Nog meer sinologie: de Russische lezer kan nu ook in vertaling kennis nemen van Robert van Guliks Sexual life in ancient China (1961).
Vlak voor middernacht vertrek ik uit Sint-Petersburg per Rode Pijl naar Moskou. Bij de deuren staat het geüniformeerde wagonpersoneel stram in de houding, alsof de Sovjet-Unie nog bestaat. Het ticket wordt door een blonde ex-schoonheid uit een James Bond-film opgerold en in een speciale etui gestoken waar evenveel gaatjes als slaapplaatsen per wagon in zitten. In de sovjettijd had ik nooit gereisd met deze rode trein met een allure waarbij de Thalys pretentieus speelgoed is. Van gordijntjes, vloerkleden, roeden tot wc-sloten, al dat ingenieurswerk uit de jaren vijftig: alles even perfect en gladgestreken, glanzend en berekend op de koudste winternacht en de zwaarste dronkelap die iets wil losrukken of onder wil smeren. Statig langzaam vertrok de trein. Na enige minuten klonk de bekende middernachtelijke herkenningsmelodie van Radio Moskou over de luidspreker, gevolgd door de sovjet-hymne die door Poetin in ere is hersteld. Ook dat er nog bij! De trein stopte maar één keer en kwam precies op tijd aan.
De esthetiek van dit rijdende restant van het sovjetrijk heeft een eigenaardige, hoogst dubbelzinnige charme. Het is natuurlijk de nostalgie van het oude Oostblok, waar menig westerling ondanks alles de interessantste tijd van zijn leven doorbracht. En uiteindelijk hebben miljoenen mensen die nu als bejaarde sloebers door de straten lopen, ooit blind in sovjetwaarden geloofd. Ik was nog in Petersburg op de ‘Dag van de Overwinning’. En dan komen ze even met grimmige trots boven water, met hun blikken onderscheidingen die ooit voorrang en toegang tot alles gaven, maat die nu de waarde hebben van hondenmedailles. Alleen vraag ik me bezorgd af: glanst de Rode Pijl zo perfect omdat de trein inmiddels wellicht geprivatiseerd is?
Ten slotte de namen van de beste boekhandels van dit moment. In Sint-Petersburg zijn dat de ‘Boekensalon’ van de Filologische Faculteit aan de Universiteitskade, Letni Sad op de Bolsjoj Prospekt in de Petrograd-wijk en Akademitsjeski Proekt in de Rubinsteinstraat. In Moskou gaat men naar Biblio-Globus in de Mjasnitskajastraat (tegenover de kgb), Soglasie tegenover het Toneelmuseum in de Bachroesjinstraat en naar Grafoman in de Eerste Kroetitskisteeg. Dat laatste adres vergt enig zoeken: men moet zijn in de dependance van een klooster. Het devies is overal: kopen, want eenmaal uitverkocht zijn Russische boeken, die vaak een oplage hebben van niet meer dan duizend exemplaren, antiquarisch praktisch onvindbaar.