Over dit hoofdstuk/artikel

Arno van der Valk

Naomi Mertens

over Willem Frederik Hermans


+
Arno van der Valk (1970) en Naomi Mertens (1972) zijn beiden neerlandicus. Van der Valk schreef eerder in De Parelduiker over W.F. Hermans in Noorwegen.
1
Verschenen in Taboe 1 (1960) 2, p. 53-56. Bewerkt opgenomen onder de titel ‘In verwarring, onder verdoving’ in W.F. Hermans, De laatste roker (1991).
2
Hella Haasse, ‘Doodijs en hemelsteen (op het spoor van een woeste wandeling)’, Raster 5 (1971) 2 (zomer), p. 184.
3
Tijdschrift van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap 77 (1960), p. 364.
4
In zijn biografie uit 1999 meldt Hans van Straten (op p. 357) ten onrechte dat Hermans ook de andere expeditieleden Harald Skålvoll en Per Akselsen in Abisko ontmoet heeft.
5
Dirk Baartse & Bob Polak, ‘Torbjørn Fjellang: “Bijna verloren Wim en ik elkaar toen uit het oog”’. Hermans-magazine 4 (1994) 13 (dec.), p. 10-11.
6
Aldus Hermans in een lezing op 15 januari 1965 voor de Fysisch-Geografische Werkgroep in Utrecht, afgedrukt in Het Oog in ’t Zeil 9 (1992) 2 (jan.), p. 10-12.
7
Tijdschrift van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap 82 (1965), p. 294.
8
Vinterresa (1951); Det gröna året (1954); Blått och svart (1957); Teckenspråk (1959); Irrfärder [roman] (1953).
9
Herdrukt als ‘Fatalismens cement i holländernas bröst’, in De fjarran ländernas närhet, Bonniers (1990), p. 125-130.
10
[N.N.], ‘The Tears of the Acacias’, Literary Holland 1 (1956) 1 (okt.), p. 10-11 en [J.J. Oversteegen], ‘Willem F. Hermans. The House of Refuge’, Literary Holland 1 (1958) 4 (sept.), p. 19-20.
11
In Odyssey 1961/I, p. 216-126.
12
Sybren Polet, ‘Syntetisk dikt’, in Ord och Bild 73 (1964) 4, p. 317-319.
13
Bedoeld is 1900-1950. Bloemlezing uit de moderne buitenlandse poëzie in Nederlandse vertaling samengesteld door Sybren Polet (1962). De foto van Polet op de omslag werd gemaakt door Hermans en herdrukt in De Revisor 4 (1977) 3 (juni), p. 51.
14
Het warme noorden. Bloemlezing uit moderne Zweedse poëzie (1960). Deze uitgave van De Beuk, die tot stand kwam dankzij een subsidie van het eerder genoemde Zweedse instituut voor culturele betrekkingen met het buitenland, bevat geen poëzie van Isaksson.
15
Willy Levie, ‘Moet u horen!’, in Het Vrije Volk, 7 januari 1961. Zie ook J.J. Oversteegen, Etalage. Uit het leven van een lezer (1999), p. 157-158.
16
[Hans Sleutelaar en Piet Calis], ‘H.P.-gesprek met dr. Willem Frederik Hermans’, Haagse Post, 31 maart 1962.
17
Podium 58 (1960/61) 5 (april/mei 1961), p. 312-331.
18
Remco Meijer, ‘W.F. Hermans’, in Oostindisch doof (1995). p. 46.
19
De Nieuw-Guinea-crisis bereikte in die dagen een hoogtepunt. Nederlandse troepen werden ondanks de petitie gestuurd. Desondanks zou nog hetzelfde jaar dit gebiedsdeel worden overgedragen aan Indonesië.
20
Joop van Tijn, ‘Willem Frederik Hermans. “Ik heb nooit in de goedheid van de mens geloofd”’, Vrij Nederland, 2 april 1966.
21
G. Luyendijk en A.G.J. Baeten, ‘Gesprek met Hermans’, in Bourgond, 30 maart 1962.
22
Floor Snijders, ‘Hermans was hier’, Amigoe, 25 januari 1969. Hermans doelt hier op R. Sazerat, ‘Un Günther Grass néerlandais?’, France Observateur, 22 november 1962.
23
I. Kester, ‘“Fransen zijn nog verschrikkelijker kruideniers dan Nederlanders”’, Het Oog in het Zeil 7 (1990) 2-3 (dec.-feb.), p. 23.
24
W.F. Hermans, Dinky Toys, p. 85.
25
Kersti Meeuwisse, ‘En holländsk berättare’, Västerbottens Kurtren, 22 november 1962.
26
Anders Österling, ‘Holländaren i Finnmarken’, Sydsvenska Dagbladet, 2 september 1968; Synnöve Clason, En inre frigöringskamp’, Nerikes Allehanda, 13 november 1968.
27
Deze gegevens zijn ontleend aan een interview dat Ingrid Wikén Bonde hield met Sven Dahlman op 21 november 1996. Zoals ook opgenomen in haar proefschrift Wat hat uns dieser Gast wohl zu erzählen? Oder Die Jagd nach dem Nobelpreis (1997), p. 193.
28
Dinky Toys, blz. 71.
29
Zie het bibliografisch overzicht. Vergelijk ook het overzicht in Harry Adlund, Nederlandse literatuur in Zweden 1830-1970 (1973), p. 13.
30
Petter Aaslestad, ‘Ekstreme Finnmark’, Aftenposten, 1 april 1992. Zie ook De Parelduiker, jrg. 1 (1996), nr. 5 (dec.).
31
Criterium (1946) 4 (okt.), p. 716. Genet werd in 1947 als gevolg van zijn tiende veroordeling voor diefstal tot levenslang veroordeeld. Uiteindelijk kreeg hij in 1948 gratie vanwege zijn literaire verdienste. In 1983 ontving hij de Grand Prix National des Lettres.
32
Ischa Meijer, ‘“Het enige geluk is geluk in slavernij”’, HP-magazine, 28 oktober 1970.
33
Artur Lundkvist, ‘Mörkrummets metod’, Stockholmstidningen, 23 augustus 1965.
34
Folke Isaksson, ‘Mardrömmar i verkligheten’, Dagens Nyheter, 23 augustus 1965.