Over dit hoofdstuk/artikel

Arno Kuipers

over Herman Robbers

over Roel Houwink


7 april 1925


1
Alle aangehaalde brieven bevinden zich in de collectie van het Letterkundig Museum.
2
Zie Hans Anten, Van realisme naar zakelijkheid (Utrecht 1982), p. 40-44. Zie ook p. 25-26 over het verzet van de jongeren tegen het proza van Robbers. Zie ook Jaap Goedegebuure, Nieuwe zakelijkheid (Utrecht 1992), p. 100.
3
Erica van Boven, Een hoofdstuk apart: ‘vrouwenromans’ in de literaire kritiek 1898-1930 (Amsterdam 1992), p. 30.
4
Ibid, p. 42-48.
5
Zie voor de relaties van Slauerhoff met Robbers (en Houwink): Wim Hazeu, Slauerhoff. Een biografie. Tweede druk (Amsterdam 1995).
6
Zie Ludo Stynen, Lode Zielens, volksschrijver (Tielt 2001). Via Robbers kwam Lode Zielens ook in nauw contact te staan met Roel Houwink.
7
Zie Henk ten Berge, ‘De debutant en de kunstpaus. Henk ten Berge over Jan de Hartog en Herman Robbers in Schoorl.’ In: Kees de Bakker (red.), Hier schijnt de zon. Van Bernlef tot Reve: schrijvers over Schoorl, Camperduin en Groet (Schoorl 2003), p. 42-65.
8
Een korte biografische schets biedt Hans Werkman, ‘Roel Houwink’, in: Dineke Colenbrander [et. al], Opwaartsche wegen. Schrijversprentenboek 28. (‘s-Gravenhage/Kampen/Haarlem 1989), p. 50-52.
9
Zie Wim Hazeu, Gerrit Achterberg. Een biografie. Derde druk (Amsterdam 1989), p. 106-112.
10
Zie Gillis J. Dorleijn, ‘Weerstand tegen de avantgarde in Nederland.’ In: Hubert F. van den Berg en Gillis J. Dorleijn (red.), Avant-garde! Voorhoede? Vernieuwingsbewegingen in Noord en Zuid opnieuw beschouwd (Nijmegen 2002), p. 137-155.
11
Roel Houwink, ‘Muggendans.’ In: Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift 31 (1921), dl. lxi, p. 336-345.
12
De roman van Bernard Bandt (1897) is een coming-of-age-roman over een jonge adolescent met een moeizame kantoorbaan die zijn weg moet vinden in het volwassen leven. De roman beleefde tot 1919 zeven herdrukken.
13
Jaap Goedegebuure, Op zoek naar een bezield verband. De literaire en maatschappelijke opvattingen van H. Marsman in de context van zijn tijd (Amsterdam 1981), p. 85-86.
14
Van Boven, Een hoofdstuk apart, p. 32-34.
15
Roel Houwink, ‘[recensie van] Hartsgeheimen, door Henry Barbusse.’ In: Den Gulden Winckel 21 (1922), p. 169.
16
Hans Werkman, ‘Roel Houwink’, p. 50.
17
Paul van Ostaijen, ‘[recensie van] Roel Houwink, Novellen, Zeist.’ In: Verzameld werk iv (Amsterdam 1979), p. 520.
18
Ibid.
19
H. Marsman, ‘Over Roel Houwink’s Novellen.’ In: De Vrije Bladen 1 (1924), p. 209.
20
Ibid, p. 209-210.
21
Goedegebuure, Op zoek naar een bezield verband, p. 86.
22
Roel Houwink, Novellen (1920-’22) (Zeist 1924), p. 91.
23
Marsman, ‘Over Roel Houwink’s Novellen’, p. 209.
24
Zie Jaap Goedegebuure, Zee, berg, rivier. Het leven van H. Marsman (Amsterdam 1999), p. 134-150.
25
H. Marsman, ‘Marginalia – Aan de Heeren Dr. P.N. van Eyck en J. Greshoff.’ In: De Vrije Bladen 2 (1925), p. 317-319.
26
Zie voor het perspectief van Marsman op deze affaire: Goedegebuure, Op zoek naar een bezield verband, p. 175 en Zee, berg, rivier, p. 151-152.
27
‘“De razende oorlogsverklaring der Jongeren”.’ In: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 9 januari 1926, ochtendblad B.
28
Goedegebuure, Op zoek naar een bezield verband, p. 175.
29
‘Herman Robbers als uitgever.’ In: Nieuwsblad voor den boekhandel, 22 september 1937, p. 530.
30
Zie ook: Roel Houwink, ‘Herinneringen (1).’ In: lambe 2 (1982) 5, p. 34-37.
31
Van Boven, Een hoofdstuk apart, p. 63-72.