Over dit hoofdstuk/artikel

Ludy Giebels

over Jacob Israël de Haan


1
De Agoedat Israel was de internationale organisatie van orthodoxe joden voor wie naleving van alle Mozaïsche wetten imperatief was. Zij was in Kattowitz opgericht in 1912 en probeerde in navolging van de Zionistische Wereldorganisatie in Palestina haar eigen koloniën te stichten.
2
Voor de Palestijnse jaren van De Haan zie Ludy Giebels, ‘Een driehoeksverhouding in Amman: de ontmoetingen van Frederick Kisch en Jacob Israël de Haan met Hoessein, koning van de Hedjaz, in januari 1924’. In: Studia Rosenthaliana xiii (1979), p. 194-219;id., ‘Jacob Israël de Haan in Palestina’ i-iii. In: Studia Rosenthalianaxiv (1980), p. 44-78; xv (1981), p. 111-142 en 188-233; en id., Inleiding in Jacob Israël de Haan. Correspondent in Palestina 1919-1924. Ingeleid en geannoteerd door Ludy Giebels (1981).
3
Voor de behandeling van de nalatenschap zie Nationaal Archief Den Haag (nah) Consulaat Jaffa/Tel Aviv inv.nrs 2 en 3; Ministerie van Buitenlandse Zaken: B-dossiers, 1871-1940, 2.05.38, inv.nr 1434. inv.nr 578.
4
Inv.nr. 89.
5
Inv.nr 89; zie Ludy Giebels, Inventaris van het archief Jacob Israël de Haan in de Bibliotheca Rosenthaliana, Universiteit van Amsterdam (1994); zie voor de nalatenschap ook de inleiding.
6
Zie Ha’aretz 21 en 24 febr. 1960 (Hebr.).
7
Zie voor hem Wikipedta. In Jaap Meijer, De zoon van een gazzen. Het leven van Jacob Israël de Haan 1881-1924 (Amsterdam 1967), p. 329-332 een verslag, onder pseudoniem, van de moord. Tehomi heeft in de jaren negentig nog een interview gegeven over zijn aandeel in de moord, dat is opgenomen in de documentaire van Emile Fallaux, Het eind dat niemand keren kan (1991).
8
‘Na den verjaardag’. In: Algemeen Handelsblad 24 nov. 1922 A., p. 17. Gedat. Jeruzalem 10 nov. (internet, Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren [dbnl]).
9
Johanna van Maarseveen aan Mosche Wallach 12 sept. i924(cza [Central Zioniost Archives] archief Wallach doos 17).
10
Norman Bentwich aan Mosche Wallach (cza id).
11
Frederick Kisch aan Leonard Stein 19-5 1924 (cza Z4/1445 viii).
12
Frederick Kisch dagboek, manuscript (cza S25/583). Hierin meer over De Haan dan in de in 1938 gepubliceerde versie Palesttne diary.
13
Frederick Kisch aan Chaim Weizmann, president van de Zionist World Organisation 9 juli 1924 (Weizmann Archives Rechoboth).
14
Johan Nederbragt, Jeruzalem, indien ik u vergete… (1953). Mededeling André Roosen.
15
De lijsten en kopieën ervan in cza, archief Wallach doos 17, en nah archief consulaat Jaffa/Tel Aviv inv.nr. 11. Zij zijn afgedrukt in Ludy Giebels, Inventaris van het archief Jacob Israël de Haan, 37-41.
16
In het feuilleton ‘Dat kleine witte huisje’, 18 nov. 1920 A., p. 6. Gedat. Jeruzalem 28 okt. (internet dbnl) vertelt De Haan hoe hij het witte tuinhuisje betrekt en hoe hij winkelt voor de inrichting.
17
De Haan aan [Juda Vleeschhouwer] 16 maart 1920. Center for Research on Dutch Jewry Jeruzalem Dr. Jacob Israël de Haan (doos I.O.a.). Van Hamel, Simons, Fruins wetboeken, van Aletrino criminele antropologie, van De Roos criminele etiologie; ook de aantekenschriften die hij in Nederland had achtergelaten moeten toen zijn verzonden. Zij zijn terug te vinden in het archief in de Rosenthaliana.
18
Catalogus veiling van 17-26 nov. 1930, p. 61.
19
Dit moet zijn ‘crime’: mededeling van Chawa Dinner in Jeruzalem, die mij ook aanvullende informatie over Tidhar gaf.
20
Annie Landau aan Ronald Storrs, gouverneur van Jeruzalem, 18 nov. 1924 (Storrs Papers, Pembroke College Cambridge).
21
Zie Archief De Haan inv.nr. 73. Zo werden in 1924 nog zes artikelen gepubliceerd in De Amsterdammer, 7 in Het Vaderland en 1 in De Vrouw en haar Huis. Wellicht nog meer in Indische bladen.
22
Voor beide leningen zie nah archief consulaat Jaffa/Tel Aviv. inv.nr 2; het archief van het consulaat Jeruzalem uit deze tijd is verloren gegaan, maar een transcriptie van de correspondentie tussen Eisenstadt en Tidhar zat daarin en is in mijn bezit. Hierin wordt een bedrag van £Eg 300 genoemd, maar dat kan een fout zijn geweest: in het archief van Wallach (cza doos 17) is een aanwijzing dat het ging om £Eg 30 en dit lijkt, gezien het doel van de lening en de financiële draagkracht van De Haan, plausibeler.
23
De mooie, luie Adil, die zo’n belangrijke maar tegenstrijdige rol speelde als ‘Adil effendi’ in De Haans kwatrijnen en feuilletons, is een hoofdstuk apart in zijn leven, waarover ik in een ander artikel over De Haans Arabische betrekkingen meer zal vertellen.
24
nah archief ministerie van Buitenlandse Zaken: Adossiers, 1815-1940, 2.05.03 Belangenbehartiging van Nederlanders in het buitenland, inv.nr 1629.
25
‘In de nieuwe woning’, Algemeen Handelsblad 15 jan. 1921 O., p. 5-6. Gedat. Jeruzalem 24 dec. (internet dbnl).
26
Who’s who Israel (1952); Jewish Virtual Library (internet); hier ook zijn Encyclopedia of the founders and builders of Israel (Hebr.).
27
De brief van Tidhar zat in het archief van het consulaat Jeruzalem (zie noot 22), David Tidhar aan M. Eisenstadt 31 aug. 1924. Waarschijnlijk was de brief van Tidhar in het Hebreeuws.
28
Hotevim we-hata im he-Erez Yisrael (1924), waarvan de Engelse vertaling van de hand van Julian L. Meltzer in hetzelfde jaar uitkwam. Dat zou ook het verbod van het mandaatbestuur kunnen verklaren: misschien was de Hebreeuwse versie aan de aandacht van de autoriteiten ontsnapt.
29
Zie het feuilleton ‘25’ in Algemeen Handelsblad 13 juni 1923 A., p. 13. Gedat. Jeruzalem 25 mei (internet dbnl).
30
Yakov M. Rabkin, In naam van de Thora. De gesduedenis van de antizionistische joden (2006), p. 169, 205. Tidhar gaf zijn verklaring in een radio-interview. In zijn memoires geeft hij een andere versie (mededeling Chawa Dinner, Jeruzalem).
31
Voor haar bitterheid, zie haar brief aan Siegfried van Vriesland 23 juli 1924 (cza Archief Van Vriesland A114 inv.nr. 136); de brief aan De Haan van 13 juni 1924 in Archief De Haan inv.nr. 5
32
Mededeling van wijlen prof. mr. Isaak Kisch, diens zoon.
33
Het jaartal moet een vergissing zijn, omdat de Hebreeuwse versie in 1924 uit kwam.
34
Zie voor hem Wikipedia.
35
Ludy Giebels, Inventaris, inleiding, 14.
16
‘Wij rijden uit’, 25 maart 1920 A., p. 9-10 Gedat. Jeruzalem februari (internet dbnl).