Over dit hoofdstuk/artikel

Denise Citroen

over N.A. Donkersloot

over Thea Citroen


6 september 1940

13 februari 1942

8 juli 1942


+
Denise Citroen (1952) is verbonden aan de Survivors of the Shoah Foundation. Zij werkt aan een biografie van N.A. Donkersloot.
1
Thea Citroen voegt hier versregels uit twee verschillende gedichten van Anthonie Donker samen, te weten: ‘Kinderspel’ uit Grenzen (Arnhem 1928), p. 17, en ‘Wenn nur ein Traum das Leben ist’ uit Grenzen (Arnhem 1929), p. 44.
2
Anthonie Donker, Ter Zake. Beschouwingen over litteratuur en leven (Arnhem 1932).
3
Anthonie Donker, Fausten en Faunen. Beschouwingen over boeken en menschen (Amsterdam 1930).
4
Siegfried Citroen (1897-1951), juwelier te Den Haag, jongste broer van Thea’s vader Abraham Citroen.
5
Mogelijk een verwijzing naar: ‘Ach zij zijn kleinbehuisd en niet bij machte / Zich te bevrijden naar het open dal.’ Uit Donkers gedicht ‘De zielen’, in: De Stem, mei 1940, p. 485.
6
Thea schrijft deze regels, al dan niet opzettelijk, in de tegenwoordige tijd; in het origineel staat: ‘Geen pad dat ik aan mijn gedachten wees / Of het zocht plots weer naar U af te zwenken.’ Anthonie Donker, Onvoltooide symphonie (Arnhem 1938), p. 14.
7
Donker publiceerde in Elsevier’s Maandschrift van september 1940 de volgende gedichten: ‘Het duinpad’, ‘Het laatste recept van den dokter’, ‘De eenige’, ‘Een vlam’ en ‘Verblijfpas’. In het augustus-septembernummer van Criterium verscheen van Donker het gedicht ‘In memoriam H. Marsman’.
8
‘Zijn college-uren zijn Vrijdag van 10-12 en Woensdag van 1-4,’ schrijft Thea Citroen in haar dagboek op 25 september 1940.
9
Anthonie Donker, ‘Onsterfelijkheid’, in: Criterium, oktober 1940, p. 654.
10
‘Geluk-daar heb ik driftig naar gedongen, / Maar bracht den losprijs niet op van dat pand. / Toen heb ik feller er op aangedrongen. / Verschrikt vluchtten de droomen uit mijn hand.’ Anthonie Donker, ‘Voorloopig Bestek’, in: De Stem, februari 1941, p. 128.
11
Gerard den Brabander, ‘Klein lied voor de liefsten’, in: Gebroken lier (Den Haag 1937), p. 29. Thea haalt in haar dagboek alleen de laatste versregel aan.
12
De eerste bladzijde is door haarzelf later gedateerd als geschreven in 1937.
13
niod, Dossier Kunstenaarsverzet, doc. 11 395.
14
Versregel uit ‘De droom’, in: Grenzen (Arnhem 1929), p.37.
15
Dr. B.B. Stokvis (1906-1963). Hij was eerder werkzaam in Het Apeldoornsche Bosch.
16
J.C. van Schagen, Narrenwijsheid (Arnhem 1925).
17
Veel levensmiddelen waren al langere tijd op de bon, de groentewinkels waren zojuist verboden voor joden verklaard.
18
Citaat uit Narrenwijsheid, p. 7.
19
Verklaring van het Nederlandse Rode Kruis, afdeling J., dossier No. 142569, dd 7 oct. 1949.
20
Brief van De Militaire Commissaris In De Provincie Noord-Holland, dd 2 augustus 1945.
21
Aanvraagnummer D 06441 B2.
22
Clara Eggink, Het Schiereiland (Den Haag 1942).
23
Aanvraagnummer D 06441 H 1 (Aantekeningen uiteenlopend).