Over dit hoofdstuk/artikel

Marco Entrop

over Wim Sonneveld


+
Marco Entrop (1956) is redacteur van De Parelduiker. In de vorige jaargang publiceerde hij onder anderen over J.C. Bloem en over Oscar Wilde.
1
Janneke Weijermars, Het is pas feest als Harry is geweest. 60 jaar Boekenbal, 1947-2006 (Amsterdam 2007). De opvoering van Slauerhoffs toneelstuk op de feestavond van 1948 werd door de burgemeester van Amsterdam verboden.
2
Tenzij anders vermeld, zijn de voor dit artikel geraadpleegde brieven, (lied)teksten en overige documenten afkomstig uit het Wim Sonneveld-archief, collectie Theater Instituut Nederland, Amsterdam (nummer II-51 en II-55).
3
Hora Adema nam in dezen duidelijk het voortouw. Dit in tegenstelling tot wat Eric-Jan Weterings beweert in Deurwaarder van de vriendschap. Wim Hora Adema (1914-1998) (Amsterdam 2006), p. 65. Hora Adema zou pas in beeld zijn gekomen nadat Hella Haasse ziek was geworden.
4
Uit de gelederen van De Inktvis hadden hun medewerking toegezegd: Annie Schmidt, Jeanne Roos, Wim Hora Adema, Liesbeth Montagne, Han G. Hoekstra, Wim Bijmoer, Clous van Mechelen, Bob Steinmetz en Otto Montagne. Het groepje werd aangevuld met literatuurcriticus Hans Gomperts, Theo van Haren, illustratrice Fiep Westendorp en Hilda Tjeenk Willink.
5
Annejet van der Zijl, Anna. Het leven van Annie M.G. Schmidt (Amsterdam 2002), p. 197.
6
Uit het repertoire van J.J. van Mechelen had Sonneveld gekozen voor ‘Een nieuwe Gijsbrecht’ (afkomstig uit de voorstelling Leidscheplein, gespeeld in 1946) en voor ‘De wereldatlas’, welk nummer overigens op het laatste moment is geschrapt. Van Mechelen hoefde ook niet solidair te zijn met Hora Adema, want hij werkte niet bij Het Parool. Hij was als correspondent Amsterdam verbonden aan de NRC.
7
Verschenen als: Annie M.G. Schmidt. Bloemlezing uitEen bloemlezing in prachtband’ (Amsterdam etc. 1951).
8
Sonneveld gaf tijdens de Boekenweek van 1951 nog drie voorstellingen van Een bloemlezing in prachtband: 26 februari in de Kleine Comedie in Den Haag, 27 februari in Bellevue in Amsterdam en 1 maart in het Luxor Theater in Rotterdam. Op 23 april verzorgde het ensemble een optreden in het kader van het Lentefeest der Muzen, in De Vereeniging in Nijmegen. Op de avond van het Boekenbal zond de VARA via Hilversum I, van 21.45 tot 22.40 uur, opnamen uit van Een bloemlezing in prachtband: ‘Proloog’, ‘De flodderreeks’, ‘Een nieuwe Gijsbrecht’, ‘Weekend-party’, ‘Pierrot aan de lantaarn’, ‘De trilogie’ en ‘Finale’.
9
De oorspronkelijke versie van ‘In de sprookjeshemel’ is gepubliceerd in: Hella S. Haasse, Yvonne de spionne en andere cabaretteksten (Eefde 2000).
10
In de zomer van 2005 werd de radio-opname van ‘Pierrot aan de lantaarn’ uit 1951 teruggevonden en als cd toegevoegd aan het boek Wim Sonneveld, Moeder, ik wil bij de revue. Onder redactie van Hilde Scholten (Amsterdam 2006), p. 379-388.
11
Bij de uitvoering op het Boekenbal werd de figuur van Jan Wandelaar geschrapt, waarschijnlijk om personele redenen. Volgens de recensent van de Haagsche Courant (27 februari 1951) was in de Kleine Comedie Wandelaar wél aanwezig.
12
Werumeus Bunings Mária Lécina was anno 1951 nog altijd een ongekend populair. Het in 1932 voor het eerst verschenen gedicht beleefde in twintig jaar meer dan veertig drukken.
13
Dat het dik aan was tussen Simon Vestdijk en Henriëtte van Eyk was destijds kennelijk meer dan een publiek geheim. Op het Boekenbal van 1951 waren ze ook al samen gefotografeerd. De foto stond de volgende dag in Het Parool (24 februari 1951). Het ‘boekschrijfspel’ was een verwijzing naar het Literaire experiment van uitgeverij Het Wereldvenster, die eind 1951 de collectieve roman De Doolhof publiceerde. Elk van de acht hoofdstukken was geschreven door telkens een andere auteur, te weten: Anna Blaman, Antoon Coolen, Max Dendermonde, Henriëtte van Eyk, Hella Haasse, Alfred Kossmann, Adriaan van der Veen en Simon Vestdijk. Aan de lezers werd de vraag voorgelegd welk hoofdstuk door wie was geschreven. De prijsvraag was een groot succes en leidde zelfs tot Doolhof-debatavonden in het land. In 1978 verscheen van De Doolhof een tweede druk, ingeleid door Adriaan van der Veen.
14
Het kan toeval zijn geweest, maar had Van Hemert zich laten inspireren door de titel van de nieuwe roman van Simon Vestdijk, De verminkte Apollo, waarvan bekend was dat die kort voor de Boekenweek van 1952 zou verschijnen?
15
Uit een aantekening in de marge van de bewaard gebleven synopsis valt op te maken dat Schmidt in elk geval een parodie op de experimentele roman had zullen schrijven, evenals een persiflage van de opera La bohème.
16
Op 9 februari 1952 was bij De Haagsche Comedie Bloedbruiloft in première gegaan. In november van dat jaar zou hetzelfde gezelschap García Lorca’s stuk Yerma op het repertoire nemen. Twee jaar eerder had De Haagsche Comedie al zijn tragedie Het huis van Bernarda Alba opgevoerd.
17
Behalve in de Amsterdamse Stadsschouwburg vonden gedurende de Boekenweek van 1952 voorstellingen van Van Parnassus naar Montparnasse plaats in Rotterdam (25 februari), Haarlem (26 februari), in Krasnapolsky Amsterdam (27 februari), in de Stadsschouwburg van Utrecht (28 februari) en in de Kleine Comedie in Den Haag (29 februari). Wegens ziekte moest Sonneveld ook bij deze voorstellingen verstek laten gaan. Op de avond van het Boekenbal zond de VARA via Hilversum I, van 21.00 tot 21.40 uur, opnamen uit van het cabaretgedeelte: ‘Proloog’, ‘Het orakel’, ‘Spectacle Coupé-rus’, ‘Leef-lang, blijf jong!’ en ‘Finale’. Op de radio was Sonneveld wel te beluisteren geweest.
18
‘De harp, de cel en Pieternel’ is onder de titel ‘In de wachtkamer van het impresariaat’ opgenomen in Haasse, op. cit. (noot 9).
19
Voor de openingsvoorstelling van 1953 werd een eenakterprijsvraag uitgeschreven die door vier auteurs werd gewonnen: W.F. Hermans (Het omgekeerde pension), Manuel van Loggem (De heldere wereld), Tone Brulin (Twee is te weinig, drie is te veel) en Ed. Hoornik (Retour afzender). Alle stukken werden op 27 februari 1953 – er was die avond geen Boekenbal in verband met de Watersnoodramp – opgevoerd in de Amsterdamse Stadsschouwburg en gebundeld in Briefgeheim (Amsterdam 1953).